2.1 en 2.2 Voortplantingsstelsel vrouw en man (alleen theorie)

2.1 Voortplantingsstelsel vrouw
Ik kan het volgende benoemen:

  • De inwendige onderdelen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel  + functie.

  • De uitwendige onderdelen van het vrouwelijk voorplantingsstelsel + functies.

  • Hoe de ovulatie/eisprong in zijn werk gaat.

1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

2.1 Voortplantingsstelsel vrouw
Ik kan het volgende benoemen:

  • De inwendige onderdelen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel  + functie.

  • De uitwendige onderdelen van het vrouwelijk voorplantingsstelsel + functies.

  • Hoe de ovulatie/eisprong in zijn werk gaat.

Slide 1 - Slide

Voortplantingsstelsel (intern)

Slide 2 - Slide

voortplantingsstelsel vrouw
Eisprong/ovulatie: gemiddeld 1 keer in de 4 weken komt een eicel vrij uit de eierstok (blijft onbevrucht 12 tot 24 uur leven). 


Slide 3 - Slide

Ovulatie = eisprong

Slide 4 - Slide

De eisprong

Slide 5 - Slide

follikel

  • Eicellen zijn al bij de geboorte aanwezig in rust
  • Vanaf puberteit komt om de 4 weken een follikel tot rijping.
  • De eicel zit in de follikel

Slide 6 - Slide

rijpende follikel

Slide 7 - Slide

Even terug naar het overzicht

Slide 8 - Slide

Voortplantingsstelsel (extern)
Vagina: hierin komt het sperma tijdens de geslachtsgemeenschap.

Kleine schaamlippen: produceren slijm d.m.v. klieren

Grote schaamlippen: veiligheid/bescherming

Slide 9 - Slide

Clitoris: zorgt voor seksuele prikkeling (orgasme). Er komen hier veel zenuwen samen.

Maagdenvlies: weefsel met opening aan het begin van de vagina
Kleine schaamlippen: produceren slijm d.m.v. klieren.

Slide 10 - Slide

Voortplantingsstelsel vrouw
Het maagdenvlies is een randje weefsel rondom de ingang van de vagina.

Slide 11 - Slide

De bevruchting
  • Na zaadlozing gaan miljoenen zaadcellen richting de baarmoeder.
  • Zaadcellen die overleven zwemmen de eileider in.
  • Versmelting van 1 zaadcel met de eicel.

Slide 12 - Slide

Bevruchte eicel
Ovulatie (=eisprong)

Bevruchting

Innesteling

Slide 13 - Slide

eicel
groot
niet zelfstandig bewegen
veel reservevoedsel
eentje per 4 weken
zaadcel
klein
bewegen zelf met zweepstaart
geen reservevoedsel
miljoenen per zaadlozing

Slide 14 - Slide

2.1 Voortplantingsstelsel man
Ik kan:
  • in een afbeelding de delen van het voortplantingsstelsel van een man benoemen;
  • de functies en kenmerken van de delen van het voortplantingsstelsel van een man benoemen;
  • beschrijven hoe een zaadlozing plaatsvindt.

Slide 15 - Slide

Voortplantingsstelsel van een man

Slide 16 - Slide

Teelballen
Productie testosteron en zaadcellen.

Bevinden zich in  zakvormige huidplooi: de balzak

'buiten' het lichaam --> de temperatuur wat lager. 



Slide 17 - Slide

Testosteron
Secundaire geslachtskenmerken:
- spiergroei
- zwaardere stem ('baard in keel')
- lichaamsbeharing
- talg aanmaak
- de verdere ontwikkeling van de penis


Slide 18 - Slide

Bijbal
Uitrijpen en tijdelijke opslag van zaadcellen



Slide 19 - Slide

Zaadleider
  • vervoeren de zaadcellen vanuit de bijballen.

  • zaadleiders komen samen met de afvoerbuis van de zaadblaasjes.

Slide 20 - Slide

Zaadblaasjes

  • Voegen vocht toe aan de zaadcellen
  • ze gaan gaan bewegen (worden actief)

Slide 21 - Slide

Prostaat

  • Voegt vocht toe aan de zaadcellen. 
  • In het vocht zitten ook voedingsstoffen voor de zaadcellen.

Slide 22 - Slide

Een overzicht

Slide 23 - Slide

Erectie
3 Zwellichamen
-->
Vullen zich met bloed
-->
Erectie

Slide 24 - Slide

Zwellichamen

Slide 25 - Slide

De bouw van een zaadcel: 
zich voortbewegen door de zweepstaart

Slide 26 - Slide

Zaadcel 
Een spermacel heeft een kop en een zweepstaart.
Met de zweepstaart kan hij zich voortbewegen. 



Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Aan de slag!
Thema 2, basisstof 1
- Opdrachten 1 t/m 5
- Nakijken (nakijkboek in Peppels)

Thema 2, basisstof 2
- Opdrachten 1 t/m 5
- Nakijken 

Lesson-up's b1 en b2
Maak de quizvragen in de 2 lesson-up's om te checken of je de theorie beheerst.

Slide 30 - Slide