§1.2 en §1.3 oefenvragen

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 1 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 2 - Quiz

Vervluchtigen is de faseovergang van:
A
vast naar gasvormig
B
gasvormig naar vloeibaar
C
vloeibaar naar gasvormig
D
vloeibaar naar vast

Slide 3 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
stollen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 4 - Quiz

Wat staat er niet in het deeltjesmodel?
A
Moleculen bewegen
B
Moleculen trekken elkaar aan
C
Moleculen veranderen niet
D
Moleculen zijn opgebouwd uit stoffen

Slide 5 - Quiz

Welke eigenschap past niet bij het deeltjesmodel van een gas?
A
Een gas bestaat uit heel kleine deeltjes.
B
De onderlinge afstand tussen de deeltjes is groot.
C
De deeltjes bewegen met grote snelheid kriskras door elkaar heen.
D
De deeltjes trekken elkaar aan.

Slide 6 - Quiz

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Suspensie

Slide 7 - Quiz

Wat is dit voor mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
aerosol

Slide 8 - Quiz

Een mengsel van zout en water is een ............. mengsel
A
homogeen
B
heterogeen

Slide 9 - Quiz

Wat is de definitie van een mengsel? Een mengsel...
A
bestaat uit een soort moleculen.
B
bestaat uit meerdere soorten moleculen.
C
bestaat uit meerdere moleculen.

Slide 10 - Quiz

Het mengsel is een
A
emulsie
B
schuim
C
nevel
D
suspensie

Slide 11 - Quiz

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Emulsie

Slide 12 - Quiz

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 13 - Quiz

Jeroen heeft een helder mengsel.
Wat voor soort mengsel kan dit zijn?
A
Een oplossing
B
Een suspensie
C
Een mengsel kan nooit helder zijn.

Slide 14 - Quiz