Er zijn verschillende typen mutaties, de eerste is de puntmutatie: een verandering in één nucleotidepaar.
Substitutie: vervanging van nucleotiden door andere nucleotiden.
Deletie: nucleotiden zijn uit het DNA verwijderd.
Insertie: nucleotiden zijn aan het DNA toegevoegd.
Het maakt verschil in hoe codons worden afgelezen, als in deze zin een nucleotide (letter e uit woord 'een' verwijdert):
sem gaf een vis aan els die bij ans zat
dan krijg je:
sem gaf env isa ane lsd ieb ija nsz at
Er wordt een ander eiwit gemaakt, of het gen wordt onleesbaar.