Kapitel 11: Körper und Gesundheit Höraufgaben

Kapitel 11
Hals und Beinbruch
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Kapitel 11
Hals und Beinbruch

Slide 1 - Slide

Luistervaardigheid oefenen
Gesundheit und mein Körper.

Slide 2 - Slide

1e luisteropdracht
Luister met behulp van de link op de volgende slide naar het gesprek tussen de patient en de dokter. 
Probeer na het luisteren de vragen van slide 5 t/m 9 te beantwoorden. 
Je kunt de luisteropdracht gerust nog een keer luisteren en eventueel tijdens het luisteren voor jezelf belangrijke woorden, de kern op te schrijven.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Wat zijn de klachten van de patiënt?
A
ze heeft keelpijn
B
ze heeft hoofdpijn
C
ze heeft pijn aan haar hals
D
ze heeft pijn aan haar nek

Slide 5 - Quiz

Wat kan ze bijna niet meer?
Geef antwoord in het Nederlands.
Geef antwoord met 1 woord!!

Slide 6 - Open question

Wat krijgt de patiënt voorgeschreven?
Geef antwoord in het Nederlands.
Geef antwoord met 1 woord!!

Slide 7 - Open question

Welke zin klopt?
A
Ze moet de kuur afmaken en 10 dagen rustig aan doen
B
Ze krijgt een kuur voor 10 dagen en moet de eerste paar dagen rusten .
C
Ze moet 10 dagen in bed blijven

Slide 8 - Quiz

Wanneer moet de patiënt weer terugkomen?
A
Wanneer er problemen zijn.
B
over 10 dagen.
C
eind van de week.

Slide 9 - Quiz

           Dialog 1

Luister naar dialoog 1 en geef antwoord op de bijbehorende vragen. Open vragen net als bij luisteropdracht 1 in het Nederlands beantwoorden.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Welke 3 klachten heeft de patiënt?

Slide 12 - Open question

Heeft de patiënt koorts?
A
Ja
B
nee
C
een beetje

Slide 13 - Quiz

Wat voor een advies krijgt de patiënt?
A
bedrust en 2 keer per dag een hoestdrank nemen
B
veel drinken en 3 keer per dag voor het eten een hoestdrank innemen
C
veel drinken en bedrust

Slide 14 - Quiz

Wanneer moet ze weer terugkomen bij de arts?
A
Ze hoeft niet terug te komen
B
op vrijdagmorgen wanneer het niet beter gaat.
C
op vrijdag aan het einde van de dag.

Slide 15 - Quiz

              Dialog 2

Luister naar dialoog 2 en geef antwoord op de bijbehorende vragen. Open vragen net als bij luisteropdracht 1 in het Nederlands beantwoorden.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat voor een klachten heeft de patiënt?
A
Hij heeft maagpijn en heeft een te hoge bloeddruk
B
Hij heeft een te hoge bloeddruk en buikpijn
C
Hij heeft maagpijn en een te lage bloeddruk

Slide 18 - Quiz

Waarom is zijn bloeddruk zo hoog?

Slide 19 - Open question

Wat voor een advies krijgt de patiënt van de arts?
A
Hij moet afvallen.
B
Hij moet lid worden van een sportclub.
C
Hij moet rusten.
D
Hij moet meer water drinken

Slide 20 - Quiz

Wanneer moet de patiënt terugkomen?

Slide 21 - Open question

Fertig?
Gut gemacht! :-)

Via de volgende slides kun je de woorden van Kapitel 11 oefenen en/of herhalen van Wörterliste A und B

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link