What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
4.2 De macht van koningen
De macht van koningen
Cursus 4.2
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De macht van koningen
Cursus 4.2
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat denk je dat hier staat? Het eerste woord is een naam, het derde woord is de naam van een land.
Slide 3 - Open question
Herhaling
Slide 4 - Slide
Waardoor konden boeren meer voedsel produceren?
A
Doordat de bevolking verdubbelde
B
Doordat mensen meer kinderen kregen
C
Door het aanbod
D
Door de verbetering van de ploeg
Slide 5 - Quiz
Boeren vinden een betere ploeg uit
De oogst van boeren is groter
De bevolking verdubbelt
Steeds meer mensen gaan in een stad wonen
Er is steeds meer handel
Slide 6 - Drag question
In een stad ontstonden nieuwe beroepen zoals schoenmaker.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Leerdoelen
Je weet hoe koningen hun land vanuit één plek gingen besturen met overal dezelfde regels (
centralisatie
)
Je weet waarom burgers meer te vertellen wilden hebben (
inspraak
)
Je begrijpt hoe machtig de kerk was en waarom de kruistochten ontstonden
Slide 8 - Slide
Een staat is een land met grenzen en een eigen bestuur.
De
staten
worden groter:
Slide 9 - Slide
Wat is handiger als je een land bestuurt?
A
Mensen hebben allemaal hun eigen gewoontes
B
Mensen hebben allemaal dezelfde regels
Slide 10 - Quiz
Wat is handiger als je een land bestuurt?
A
Iedereen gebruikt zijn eigen soort geld
B
Mensen betalen met hetzelfde soort geld
Slide 11 - Quiz
Welk woord herken je in het woord centralisatie?
Slide 12 - Open question
Centralisatie (1)
Voor het besturen van een land is het handig als:
iedereen dezelfde taal spreekt
iedereen dezelfde regels moet volgen
iedereen met dezelfde maten rekent (liter, meter)
overal hetzelfde geld is
Slide 13 - Slide
Centralisatie (2)
In de Middeleeuwen is reizen moeilijker dan nu
Daarom is het voor een koning handig om op één plek te kunnen wonen
Vanuit die plek doet de koning zijn werk voortaan
Mensen die iets nodig hebben, komen naar hem toe
Slide 14 - Slide
Waar zal het centrum van Frankrijk liggen?
Sleep het plusje naar de juist plek.
Slide 15 - Drag question
Alles vanuit 1 plek besturen en zo veel mogelijk op dezelfde manier noem je
centralisatie
Waar het bestuur is gaan meer mensen wonen
Slide 16 - Slide
De macht van koningen
Koningen werden steeds beter in belastinggeld ophalen
Daardoor werden koningen steeds rijker en machtiger en konden ze
Grote legers betalen
Alles in hun eentje beslissen
Grote paleizen bouwen
Slide 17 - Slide
Als een koning overlijdt volgt zijn oudste zoon of dochter hem op. Veel mannen wilden met de dochter van een koning trouwen. Waarom?
A
De koningin was de mooiste vrouw in het land.
B
Door een huwelijk kreeg je ook macht over het gebied.
C
Iedereen wilde wel graag in een paleis wonen.
D
Je hoefde dan niet te werken want er was geld zat.
Slide 18 - Quiz
Wat veranderde rond het jaar 1300 als je kijkt naar de macht in een land?
A
De geestelijken verloren de macht in de kerk.
B
Koningen huurden eigen ridders en kregen daardoor meer macht.
C
Ridders kregen meer te zeggen en werden machtiger.
D
Steeds meer edelen namen de macht over van de koning.
Slide 19 - Quiz
Vanuit dit paleis werd het hele land bestuurd. Hoe heet dit?
A
centralisatie
B
democratie
C
provocatie
D
regionalisatie
Slide 20 - Quiz
Even terug naar hoofdstuk 3...
Slide 21 - Slide
Wie van deze groepen uit hoofdstuk 3 had het minst te zeggen?
A
boeren/burgers
B
edelen
C
geestelijken
Slide 22 - Quiz
Wie van deze groepen uit hoofdstuk 3 moest het hardste werken?
A
boeren/burgers
B
edelen
C
geestelijken
Slide 23 - Quiz
Wie van deze groepen, denk je, betaalde de meeste belasting?
A
boeren/burgers
B
edelen
C
geestelijken
Slide 24 - Quiz
Koningen hadden veel macht. Burgers wilden ook inspraak.
Wat zou inspraak betekenen?
A
Land wordt vanuit 1 plek bestuurd
B
Land steeds meer als eenheid besturen
C
Je mening mogen geven over een besluit
D
Geen mening mogen hebben
Slide 25 - Quiz
Inspraak
De burgers betaalden de meeste belasting, maar hadden niets te zeggen
Zij wilden mee praten over hoe het bestuur van het land geregeld werd.
De meeste koningen vonden dit goed
Dit is geen democratie zoals wij nu kennen: a
lleen de rijkste mannen mochten mee praten
Slide 26 - Slide
Waarom vinden koningen het goed dat burgers inspraak krijgen, denk je?
A
Ze vonden dat burgers goede ideeën hadden.
B
Ze waren bang dat burgers anders hun belastinggeld niet zouden betalen.
C
Ze wisten dat burgers ook graag mee wilden vechten in oorlogen.
Slide 27 - Quiz
In Engeland heet dit: Parlement
Parler betekent praten
In Frankrijk: Staten-Generaal
Generaal betekent hier:
van iedereen
Slide 28 - Slide
Burgers
Edelen
Geestelijken
Slide 29 - Drag question
De machtige kerk
Mensen gingen vaak naar de kerk, iedereen was erg gelovig.
In de kerk werd verteld hoe je goed moest leven
Koningen waren ook erg gelovig:
Iedereen in hun land moest hetzelfde geloof hebben als de koning
Koningen kregen hulp van de kerk
Slide 30 - Slide
De machtige kerk
Volgde je de regels van de kerk niet?
Je kreeg straf zoals bijvoorbeeld de brandstapel
Na je dood ging je naar de hel
Iedereen moest geld betalen aan de kerk
De kerk werd daardoor steeds rijker en machtiger
Slide 31 - Slide
1 In de middeleeuwen, de tijd die duurde van ________ tot ________, had de kerk __________________ macht.
2 De meeste mensen waren ____________________________ .
3 Geestelijken leerden de mensen dat ze in de _______________ zouden komen als ze goed zouden leven.
4 Mensen die niet christelijk waren, werden vaak _____________________ .
beboet
christenen
gestraft
hel
hemel
moslims
veel
weinig
500
1000
1500
Slide 32 - Drag question
Wat was de belangrijkste stad voor christenen? Volgens de bijbel ging Jezus hier dood
A
Rome
B
Parijs
C
Caïro
D
Jeruzalem
Slide 33 - Quiz
Kruistochten
In het gebied waar Jeruzalem ligt zijn Arabieren aan de macht
De paus wil dat Jeruzalem christelijk wordt
Hij roept de christenen in Europa op om Jeruzalem te veroveren
Meedoen betekent een plekje in de hemel krijgen
Deze veroveringstochten noemen we de
Kruistochten
Er zijn veel Kruistochten en veel geweld, uiteindelijk winnen de Arabieren
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
1 In 1095 riep de Paus ____________________ op om gewapend naar Jeruzalem te trekken om de __________________________ te verdrijven.
2 De paus beloofde iedereen die meehielp een plek in de _______________
3 Deze tochten van gewapende mensen worden ____________________________________ genoemd.
4 Uiteindelijk wisten de ____________________ de strijd te winnen.
Azië
christenen
de Arabische wereld
Europa
hel
hemel
kruistochten
Arabieren
Arabieren
Slide 36 - Drag question
Als burgers hun mening mogen geven, krijgen ze
A
inspraak
B
rechten
Slide 37 - Quiz
De koning ging vergaderingen organiseren met de adel, de geestelijkheid en de
A
boeren
B
burgers
Slide 38 - Quiz
De adel betaalde belasting aan de koning.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 39 - Quiz
De koning kreeg veel macht door het belastinggeld van de steden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 40 - Quiz