1km - K1, haben en sein herhaling

1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

hij

Slide 5 - Open question

u

Slide 6 - Open question

ik

Slide 7 - Open question

het

Slide 8 - Open question

wij

Slide 9 - Open question

jij

Slide 10 - Open question

jullie

Slide 11 - Open question

zij

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Welke vorm van haben hoort bij

du
A
hast
B
hat
C
haben
D
habt

Slide 14 - Quiz

Welke vorm van haben hoort bij

Sie
A
habt
B
haben
C
hast
D
hat

Slide 15 - Quiz

Welke vorm van haben hoort bij

wir
A
habe
B
hat
C
hast
D
haben

Slide 16 - Quiz

Welke vorm van haben hoort bij

ich
A
haben
B
habe
C
hast
D
hat

Slide 17 - Quiz

Welke vorm van haben hoort bij

er
A
habe
B
haben
C
hat
D
habt

Slide 18 - Quiz

Welke vorm van haben hoort bij

du
A
habe
B
hast
C
haben
D
hat

Slide 19 - Quiz

Welke vorm van haben hoort bij

es
A
hat
B
habe
C
habt
D
haben

Slide 20 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van haben?
A
gehabt
B
gehabben
C
gehat

Slide 21 - Quiz

Welke vorm van haben hoort bij

sie
A
hast
B
habe
C
haben
D
hat

Slide 22 - Quiz

Welke vorm van haben hoort bij

wir
A
haben
B
hat
C
hast
D
habt

Slide 23 - Quiz

Welke vorm van haben hoort bij

ihr
A
habt
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Welke vorm van sein hoort bij

ich
A
bist
B
bin
C
sind
D
sein

Slide 26 - Quiz

Welke vorm van sein hoort bij

es
A
ist
B
bin
C
bist
D
sind

Slide 27 - Quiz

Welke vorm van sein hoort bij

wir
A
sein
B
ist
C
sind
D
seid

Slide 28 - Quiz

Welke vorm van sein hoort bij

Sie
A
sind
B
seid
C
sein
D
sint

Slide 29 - Quiz

Welke vorm van sein hoort bij

sie
A
ist
B
seid
C
bist
D
sind

Slide 30 - Quiz

Welke vorm van sein hoort bij

er
A
sind
B
seid
C
ist
D
bin

Slide 31 - Quiz

Welke vorm van sein hoort bij

wir
A
sein
B
seid
C
seit
D
sind

Slide 32 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van sein?
A
gesind
B
gewesen
C
gewessen

Slide 33 - Quiz

Welke vorm van sein hoort bij

ihr
A
ist
B
sind
C
bist
D
seid

Slide 34 - Quiz

Welke vorm van sein hoort bij

ich
A
bist
B
ist
C
bin
D
ben

Slide 35 - Quiz

Welke vorm van sein hoort bij

er
A
bist
B
sind
C
ist
D
seid

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide