B2 chromosomen en genen

B2 chromosomen en genen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

B2 chromosomen en genen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

leerdoelen
- Je kunt  benoemen dat elk van de ouders 50% van de chromosomen levert. 

Slide 3 - Slide

herhaling : waar liggen de chromosomen?

Slide 4 - Open question

Herhaling:
Hoe noem je de informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een organismen?

Slide 5 - Open question

herhaling: Het fenotype is wel / niet altijd gelijk aan het genotype.
A
wel
B
niet

Slide 6 - Quiz

Chromosomen in lichaamscellen.
Je ziet hiernaast de chromosomen uit een lichaamscel van een vrouw. Het zijn 46 chromosomen. In elke cel van de mens liggen 46 chromosomen. 

Slide 7 - Slide

Chromosomenpaar
Je ziet steeds twee chromosomen bij elkaar liggen. Deze chromosomen zijn gelijk aan elkaar en horen bij elkaar. Een mens heeft 23 chromosomenparen in zijn lichaam. 

Slide 8 - Slide

De chromosomen van een chromosomenpaar zijn wel / niet gelijk aan elkaar.
A
wel
B
niet

Slide 9 - Quiz

Elk mens heeft 23 / 46 chromosomenparen.
A
23
B
46

Slide 10 - Quiz

Een mens heeft in een celkern 23 / 46 chromosomen
A
23
B
46

Slide 11 - Quiz

Gen
Ieder mens heeft duizenden erfelijke eigenschappen. De chromosomen van elke cel bevatten de informatie voor al deze erfelijke eigenschappen. Elke cel van je lichaam heeft 46 chromosomen. 

Slide 12 - Slide

genenparen 
Een gen is een deel van een chromosoom met de informatie voor een erfelijke eigenschap. Alle genen in een celkern vormen samen het genotype van een organisme. 
Genen komen altijd in genenparen voor. 

De twee chromosomen van een paar bestaan uit dezelfde genen. Ze bevatten informatie voor dezelfde erfelijke eigenschappen. 


Slide 13 - Slide

Wat is een gen?
A
Een cel in het lichaam.
B
Is een deel van een chromosoom met de informatie voor een erfelijke eigenschap.
C
Een bacterie.
D
Een soort virus.

Slide 14 - Quiz

Chromosomen in geslachtscellen
Eicellen en zaadcellen zijn geslachtscellen. In de kernen van geslachtscellen komen de chromosomen niet in paren voor, maar enkelvoudig. 
In een geslachtscel zit van elk chromosomenpaar een chromosoom. Een geslachtscel bevat 23 chromosomen. 

Slide 15 - Slide

Geslachtschromosomen in lichaamscellen

Geslachtschromosomen
  • X- chromosoom
  • Y- chromosoom
XX
XY

Slide 16 - Slide

Geslachtschromosomen
De lichamelijke geslachtskenmerken worden bepaald door de geslachtschromosomen.

Vrouw = XX
Man = XY

Slide 17 - Slide

Hoeveel chromosomen zitten er in de zaadcel van de man

Slide 18 - Open question

celdeling 
Alle cellen van je lichaam zijn ontstaan uit een enkele bevruchte eicel. In de baarmoeder groeit de bevruchte eicel uit tot een kind. De vorming van deze nieuwe cellen vindt plaats door celdeling. Hierbij ontstaan uit een moedercel twee dochtercellen. De chromosomen in een celkern bevatten alle informatie voor alle erfelijke eigenschappen. 

Slide 19 - Slide

Wat is celdeling?
A
cellen splitsen zich in tweeën
B
cellen worden groter
C
cellen worden langer
D
cellen worden kleiner

Slide 20 - Quiz

Chromosomen zijn:
A
lange dunne draden in de celkern
B
stof die informatie bevat voor erfelijke eigenschappen
C
cellen waaruit je lichaam is opgebouwd

Slide 21 - Quiz

exit ticket: wat is een gen?

Slide 22 - Open question

exit ticket: hoeveel chromosomen bevat een lichaamscel

Slide 23 - Open question