What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
hst 9 paragraaf 4 "de transistor"
Hst 9.4 "de transistor"
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hst 9.4 "de transistor"
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt verschillen en overeenkomsten benoemen tussen een relais en een transistor.
Je kunt de aansluitpunten van een transistor benoemen.
Je kunt de werking van een transistor uitleggen.
Je kunt schema’s van schakelingen met een transistor uitleggen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Transistor
Schakelaar / stroom versterkt doorgeven
3 aansluitpunten: basis (B), collector (C) en emitter (E)
Toepassingen: versterker --> stroom versterkt doorgeven, processor van een computer --> schakelaar
Slide 4 - Slide
Werking transistor
Drie aansluitpunten
collector (C)
basis (B)
emitter (E)
Kleine stroom B naar E,
grote stroom C naar E
Slide 5 - Slide
Geen signaal
Geen stroom van basis naar emitter —>
Geen stroom van collector naar emitter
Wel signaal
Zwakke stroom van basis naar emitter —>
Grote stroom van collector naar emitter
Slide 6 - Slide
Werking transistor
Inbraak alarm
Slide 7 - Slide
Hoe loopt de schakelstroom in een transistor?
A
Van emitter naar collector
B
Van basis naar emitter
C
Van basis naar collector
D
Van collector naar emitter
Slide 8 - Quiz
Hoeveel "pootjes" heeft de transistor?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quiz
Een transistor is een elektrische schakelaar. Welke 3 aansluitpunten heeft de transistor?
A
a, b, c
B
b, c, d
C
b, c, e
D
c, d, e
Slide 10 - Quiz
Een TRANSISTOR heeft 3 belangrijke punten: B,C,E
A
B is BASIS, C is COLLECTOR, E is ENERGIE
B
B is BASIS, C is CAPACITEIT, E is ENERGIE
C
B is B-STROOM, C is COLLECTIEF, E is EMITTER
D
B is BASIS, C is COLLECTOR, E is EMITTER
Slide 11 - Quiz
Hoe loopt de hoofdstroom in een transistor?
A
Van emitter naar collector
B
Van emitter naar basis
C
Van basis naar collector
D
Van collector naar emitter
Slide 12 - Quiz
Gaat de zoemer zoemen als de deur opengaat?
A
Nee, want dan is het reedcontact dicht
B
Ja, want dan is het reedcontact dicht
C
Nee, want dan is het reedcontact open
D
Ja, want dan is het reedcontact open
Slide 13 - Quiz
Wanneer loopt er een stroom door een reedcontact (uiteraard in een verder gesloten schakelaar)?
A
Als er een lampje in de schakeling is opgenomen
B
Als er een weerstand in de schakeling is opgenomen
C
Als een magneet zich bevindt in de buurt van een reedcontact
D
Als een stukje ijzer zich bevindt in de buurt van een reedcontact
Slide 14 - Quiz
Noem een voordeel van de transistor t.o.v. het relais
Slide 15 - Open question
Noem een nadeel van de transistor t.o.v. het relais
Slide 16 - Open question