Degrees of Comparison - trappen van vergelijking

Degrees of comparison
Trappen van vergelijking. 
SE43 Engels
Je vergelijkt mensen, dieren en dingen met elkaar. 

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsSecundair onderwijs

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Degrees of comparison
Trappen van vergelijking. 
SE43 Engels
Je vergelijkt mensen, dieren en dingen met elkaar. 

Slide 1 - Slide

Kayleigh is … than Senne
A
more studious
B
happy
C
sweet
D
louder

Slide 2 - Quiz

Ronald is the … man of them all.
A
weirder
B
most handsome
C
strict
D
greatest

Slide 3 - Quiz

Vergrotende en overtreffende trap
Je vergelijkt mensen, dieren en dingen met de trappen van vergelijking. 
Met de vergrotende trap vergelijk je twee of meer dingen met elkaar.

He is taller than his father.
Het woordje 'than' staat vaak in deze vergelijkingen.

Slide 4 - Slide

Vergrotende of overtreffende trap
Met de overtreffende trap zeg je dat iets niets meer kan overtreffen. Het is het beste, slechtste of mooiste wat er bestaat.

He is the smartest child in this class.

Je herkent een zin in de overtreffende trap aan het woord 'the'.

Slide 5 - Slide

Lettergrepen
Uit hoeveel lettergrepen bestaat het bijvoeglijk naamwoord dat je moet gebruiken?
- Bij 1 lettergreep gebruik je +er of +est
vergrotende trap: + er > small > smaller
overtreffende trap: +est > small > smallest

Slide 6 - Slide

Twee lettergrepen
Bestaat het bijvoeglijk naamwoord uit twee lettergrepen?
Twee mogelijke manieren om deze te gebruiken:

-Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op -le, -er, -ow of -y, dan gebruik je gewoon + er of +est





Slide 7 - Slide

Twee lettergrepen
Voorbeelden:
Simple (-le) > simpler - simplest
clever (-er) - cleverer - cleverest
narrow (-ow) - narrower - narrowest
pretty (-y) - prettier - prettiest

Slide 8 - Slide

Twee lettergrepen
Bestaat het bijvoeglijk naamwoord uit twee lettergrepen, maar eindigt het niet op -le, -er, -ow, -y?

Dan zet je more of most voor het bijvoeglijk naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord verander je niet.
More awful - most awful.

Slide 9 - Slide

Voorbeelden
Green is a more awful color than red. (vergrotende trap)

This is the most awful day I have ever had. (overtreffende trap)

Slide 10 - Slide

Drie lettergrepen
Bestaat het bijvoeglijk naamwoord uit drie lettergrepen of meer?
Dan zet je more of most voor het bijvoeglijk naamwoord. 

This shirt is more beautiful than that one.
This cat is the most beautiful cat in the world.

Slide 11 - Slide

Shannon's dog is … than Femke's cat
A
lazyer
B
bigger
C
lazier
D
biger

Slide 12 - Quiz

Yanni's panda is the … of them all.
A
lazyiest
B
bigest
C
laziest
D
biggest

Slide 13 - Quiz

Let op de spelling!
Bijvoeglijk naamwoord eindigt op een medeklinker +y. 
(pretty/lazy)
-> +ier  in de vergrotende trap
 -> +iest in de overtreffende trap
P.e. Lazy: Shannon's dog is lazier than Femke's cat.
Yanni's panda is the laziest of them all.

Slide 14 - Slide

Let op de spelling!
Verdubbel de medeklinker na een korte klinker.
Big
Shannon's dog is bigger than Femke's cat.
Yanni's panda is the biggest of them all.

Slide 15 - Slide

Sanne is ____(wise) than Jari.

Slide 16 - Open question

Uitzonderingen
Deze bijvoeglijke naamwoorden veranderen onregelmatig. Leer deze uit je hoofd:
good - better - best
bad - worse - worst
little - less - least
many (meervoud) - more - most
much (enkelvoud) - more - most

Slide 17 - Slide

Ronald is ____(good) at English than me.

Slide 18 - Open question

I am the ____(bad) driver in the world.

Slide 19 - Open question

Oefenen
Do exercises 6.1 and 6.2 in your grammar reader.

Slide 20 - Slide

HERHALING:
Nikki is as … as Jeroen
A
cooler
B
cool
C
funnier
D
coolest

Slide 21 - Quiz

HERHALING:
Kayleigh is … than Senne
A
more studious
B
happy
C
sweet
D
louder

Slide 22 - Quiz

HERHALING:
Ronald is the … teacher of them all.
A
weirder
B
most handsome
C
best
D
greatest

Slide 23 - Quiz

Rule: good, bad
So:
Good ...1.... ....2....
Bad ...1... .....2..

Slide 24 - Open question

Make sentences with the following adjectives:
"Bad"in the Comparative .
"Dry" in the Superlative.
"Beautiful" in the Comparative.
"Blue "in the Superlative.

Slide 25 - Open question