This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 17.1 DNA in je cellen
Slide 1 - Slide
Doel 17.1
Je leert hoe DNA is opgebouwd
Je leert hoe DNA in de cel is verpakt
Je leert hoe DNA bij DNA onderzoek wordt vergeleken
Slide 2 - Slide
Gedraaide touwladder/ dubbele helix
'Het touw' bestaat uit een fosfaatgroep (PO4) afgewisseld met een suiker (desoxyribose)
DNA-
molecuul
Slide 3 - Slide
'De treden' bestaan uit baseparen. Er zijn vier verschillende stikstofbasen: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)
Combinaties A=T en C≡G
DNA-
molecuul
Slide 4 - Slide
Nucleotide: bouwsteen van DNA
Bestaat uit 1 fosfaatgroep, 1 suiker en 1 stikstofbase
DNA-
molecuul
Slide 5 - Slide
De ene streng is complementair aan (een soort negatief van)de andere.
Als je de ene weet, weet je de andere ook.
DNA-
molecuul
Slide 6 - Slide
Oriëntatie: Elke streng heeft een 3` kant en een 5` kant. De 3` kant is de kant waar de streng eindigt met de suiker, de 5` kant is de kant die eindigt met de fosfaatgroep
DNA-
molecuul
Slide 7 - Slide
Oriëntatie: Beide strengen liggen andersom georiënteerd.
DNA-
molecuul
Slide 8 - Slide
DNA-
molecuul
Slide 9 - Slide
DNA-
molecuul
Slide 10 - Slide
DNA in de kern
DNA (1 molecuul is bijna 2
meter lang) zit met eiwitten
(histonen) opgekruld tot een
chromatinedraad.
Goed kijken naar tabel
70A.
Slide 11 - Slide
DNA in de kern
Tijdens de mitose
spiraliseert het
chromatine verder tot
zichtbare chromo-
somen
Goed kijken naar tabel
70A.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Genoom = totale DNA
Buiten de kern heb je ook DNA in de mitochondriën.
mtDNA.
Hierop staan genen voor eiwitten die betrokken zijn bij de dissimilatie (in mitochondria) en verschillende typen RNA die betrokken zijn bij de translatie (paragraaf 19.3).
mtDNA erft voornamelijk via de moeder over.
Waarom?
Slide 14 - Slide
Genoom
DNA bevat genen: coderend DNA.
Elk gen codeert voor 1 eiwit mbv de volgorde van ATC en G.
Daarnaast bevat DNA veel niet-coderend DNA.
Functie: template voor het maken van rRNA of tRNA, aan/ uitzetten van genen, uiteindes van een chromosoom
Slide 15 - Slide
Repititief DNA
In de ATCG volgorde van het niet-coderende DNA zitten veel herhalende stukken: repititief DNA.
Deze stukken hebben verschillende lengtes (2-1000+ nucleotiden).
Korte repeats (herhalingen) van 2-10 (Short Tandem Repeats - STR's) worden gebruikt bij DNA onderzoek (verwantschap, forensisch)
Slide 16 - Slide
DNA onderzoek
Op 13 plaatsen (loci) in het DNA wordt geteld hoeveel repeats van de volgorde GATA er zitten.
Slide 17 - Slide
BRON 3
Slide 18 - Slide
Doel 17.1
Je leert hoe DNA is opgebouwd
Je leert hoe DNA in de cel is verpakt
Je leert hoe DNA bij DNA onderzoek wordt vergeleken