Deel b ondersteunende dienst, taak 6,7

taak 6, 7
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

taak 6, 7

Slide 1 - Slide

Bekijk de volgende film:
- film werken in het voorraadbeheer

Slide 2 - Slide

Wat heb je allemaal gezien bij de film

Slide 3 - Mind map

voorraadbeheer 
In heel veel bedrijven krijg je te maken met het werken met voorraadbeheer. Voorraadbeheer is meestal een taak van de facilitaire dienst.
Voorraad moet worden besteld, geteld en in ontvangst genomen. De afdeling Inkoop zorgt ervoor dat goederen worden besteld.

Slide 4 - Slide

De magazijnmedewerkers zorgen voor de ontvangst, opslag en uitgifte van goederen. Zij controleren alle artikelen die het magazijn binnenkomen en verlaten.

Slide 5 - Slide

waar zorgt de magazijnmedewerker voor?

Slide 6 - Open question

Medewerkers van de goederenontvangst controleren de volgende zaken:
  1. kwaliteit . Hierbij is belangrijk dat de houdbaarheidsdatum in orde moet zijn. De datum moet goed leesbaar zijn en mag niet zijn verstreken. Bij verse producten wordt ook gekeken naar de kleur en geur. 
  2. juiste hoeveelheid. De levering moet overeenkomen met de bestelbon. 
  3. juiste temperatuur. Dit is vooral van belang bij verse, gekoelde en diepvriesproducten. 
  4. de verpakking. De verpakking moet natuurlijk onbeschadigd zijn en schoon. 

Slide 7 - Slide

Medewerkers van de goederontvangst controleren:
A
juiste hoeveelheid, of de pakbon klopt
B
de tempratuur, of de pakbon klopt
C
tempratuur en de verpakking

Slide 8 - Quiz

waarom moet de verpakking gecontroleerd worden
A
als het bol staat kan het bedorven zijn
B
er kan teveel erin zitten
C
er kan drugs inzitten

Slide 9 - Quiz

De opslag van goederen in een magazijn is vaak volgens het principe van fifo. In een efficiënt ingericht magazijn zijn de goederen logisch geordend. Dezelfde soort goederen, bijvoorbeeld EHBO- en verbandmaterialen, staan bij elkaar. Hierdoor kun je snel iets vinden als bijvoorbeeld een klant erom vraagt.

Slide 10 - Slide

wat is FiFo
A
first in, first order
B
first in, first out
C
first in, first open
D
first in, first optional

Slide 11 - Quiz

Schoonmaakmiddelen
Er zijn veel verschillende reinigingsmiddelen. Voor het schoonmaken van een vet fornuis kies je een goede vetoplosser. Dat is een basisch reinigingsmiddel met een lage zuurgraad. Voor het verwijderen van kalk uit het bad kun je het best een zuur reinigingsmiddel gebruiken met een hoge zuurgraad en een lage pH-waarde.

Slide 12 - Slide

Verder heb je nog de keus uit synthetische en natuurlijke reinigingsmiddelen. Soda, groene zeep en schoonmaakazijn zijn voorbeelden van natuurlijke reinigingsmiddelen. Soda is een goede vetoplosser. Omdat soda bovendien geurloos is, is het een goed middel om een koelkast mee schoon te maken. 

Schoonmaakazijn is een natuurlijk schoonmaakmiddel dat goed kalkaanslag verwijdert. Je kunt het gebruiken bij het lappen van de ramen of het schoonmaken van sanitair. Het is minder belastend voor het milieu dan bijvoorbeeld een synthetische sanitairreiniger.

Slide 13 - Slide

functie van reinigingsmiddelen

A
aangekleefd vuil losmaken
B
micro-organismen doden
C
een extra beschermlaag aanbrengen

Slide 14 - Quiz

Waar is schoonmaak azijn goed voor

Slide 15 - Open question

Geef een voorbeeld van een natuurlijk reinigingsmiddel

Slide 16 - Open question

onderhoudsmiddelen 
De onderhoudsmiddelen zorgen ervoor dat materialen een extra beschermlaagje krijgen. Voorbeelden hiervan zijn parketpolish, meubelwas of een leeronderhoudsmiddel, zoals schoenpoets. 

Slide 17 - Slide

desinfecteermiddelen 
Desinfecteermiddelen zorgen ervoor dat de meeste micro-organismen doodgaan. Desinfecteren doe je nadat je eerst gewoon huishoudelijk hebt schoongemaakt. Desinfecteermiddelen bevatten chloor. Chloor is heel agressief en erg belastend voor het milieu

Slide 18 - Slide

oplosmiddelen 
Soms is vuil zo hardnekkig dat gewone reinigingsmiddelen niet voldoende zijn om vlekken te verwijderen. Voorbeelden van oplosmiddelen zijn wasbenzine, terpentine, spiritus en ammonia. Oplosmiddelen zijn milieugevaarlijk. 

Slide 19 - Slide

Welke horen bij elkaar 
reinigingsmiddelen 
desinfecteermiddel
onderhoudsmiddel
aangekleefd vuil losmaken
een extra beschermlaag aanbrengen 
micro-organismen doden 

Slide 20 - Drag question

Ga verder met deel B 

Slide 21 - Slide