Basisstof 2.3 veranderingen in de puberteit

Wat gaan we doen?
Terugkijken: 2.1/2.2
Wat weet je nog?

Uitleg 2.3 Verandering in de puberteit

Huiswerk: BS 3 alle opdrachten

1 / 66
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 66 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Terugkijken: 2.1/2.2
Wat weet je nog?

Uitleg 2.3 Verandering in de puberteit

Huiswerk: BS 3 alle opdrachten

Slide 1 - Slide

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 2 - Drag question

Sleep de namen naar de juiste plek
penis
bijbal
zaadbal
balzak
eikel

Slide 3 - Drag question

aanmaken van zaadcellen
gevoelig voor prikkels
kunnen zich vullen met bloed
tijdelijk opslaan van zaadcellen
vervoeren zaadcellen
voegen vocht toe aan de zaadcellen (twee organen)
Elk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.

Kies bij elke taak het juiste orgaan.
prostaat
bijbal
eikel
zaadblaasje
teelbal
zwellichaam
zaadleider

Slide 4 - Drag question

Wat is de functie van de eileider.
A
Rijping van de eicel
B
Ovulatie
C
Transport eicel naar baarmoeder
D
Innestelen bevruchte eicel

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de baarmoeder?
A
Opslag en rijping van eicellen
B
Vervoeren van eicellen
C
Opslaan van urine
D
Ontwikkelen van embryo

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Eileider
Eisprong
Eierstok
Eicel
Follikel 

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

hypofyse --> Hormoon
Hypofyse
eierstokken
teelballen
oestrogeen
testosteron

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Een vrouw bij wie de eileiders zijn afgesloten, heeft geen menstruatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Tijdens de menstruatie bij de vrouw wordt ...

A
de onbevruchte eicel uit de eileider verwijderd
B
telkens één eicel uit één van de eierstokken verwijderd
C
de bevruchte eicel uit de baarmoeder verwijderd
D
een deel van het baarmoederslijmvlies uit de baarmoeder verwijderd

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

2.3 Veranderingen in de puberteit

Slide 29 - Slide

Rondere lichaamsvorm en borsten
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 30 - Quiz

In de puberteit verander je,
dit komt door....
A
De groeispurt
B
Hormonen
C
School
D
de primaire geslachtskenmerken

Slide 31 - Quiz

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
De Borsten
De Penis
De Vagina
Schaamhaar
Groeispurt
Borsthaar
Brede heupen
Schaamlippen
De Balzak
Baard in de keel

Slide 32 - Drag question

Wat is het vrouwelijk geslachtshormoon?
A
Progesteron
B
Testosteron
C
Adrenaline
D
Oestrogeen

Slide 33 - Quiz

Wat regelen de geslachtshormonen?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Tertiaire geslachtskenmerken
D
Puberteit

Slide 34 - Quiz

Sleep de beschrijving naar het juiste begrip
Ovulatie
Innesteling
Bevruchting
Menstruatie
Het afstoten van een dee van het baarmoederslijmvlies
Het samensmelten van de zaadcelkern en de eicelkern
Het overspringen van de rijpe eicel naar de eileider
Ee klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies van de baarmoeder

Slide 35 - Drag question

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus?
A
28
B
30
C
26
D
4

Slide 36 - Quiz

In welk orgaan ontstaan eicellen?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Eierstok
D
Follikel

Slide 37 - Quiz

wat is de eisprong
A
het bevruchten van de eicel
B
het ontstaan van de eicel
C
Het vrijkomen van de eicel
D
het afsterven van de eicel

Slide 38 - Quiz

Een follikel is een opengebarsten eicel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 40 - Quiz

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja, tijdens de menstruatie
B
nee, na de menstruatie

Slide 41 - Quiz

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 42 - Quiz


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 43 - Quiz

Je ziet bovenaan een klein bolletje.
Wat is dat?
A
De menstruatie
B
De eisprong = ovulatie
C
De afbraak van het baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel die de eicel bevrucht

Slide 44 - Quiz

Hoe noem je de
4 tot 7 dagen
vóór de pijl?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Periode van vruchtbaarheid
D
Masturbatie

Slide 45 - Quiz

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 46 - Quiz

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 47 - Quiz


In welke periode vindt menstruatie plaats?
A
In periode P
B
In periode Q
C
In periode R
D
In periode S

Slide 48 - Quiz

De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
alleen de man heeft schaamlippen

Slide 49 - Quiz

Aan welke geslachtskenmerken kun je het verschil zien tussen jongens en meisjes?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Aan geen van beiden

Slide 50 - Quiz

De borsten van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 51 - Quiz

Primaire geslachtskenmerken
ontstaan in de puberteit?
A
juist
B
onjuist

Slide 52 - Quiz

De penis en de balzak zijn...
A
Primaire geslachtslenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 53 - Quiz


Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 54 - Quiz

leerdoel 
- Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen.

 
- Je kunt de processen van de menstruatiecyclus in de tijd beschrijven.

Slide 55 - Slide

Geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken:
Aanwezig bij de geboorte:
- schaamlippen, vagina
- penis, balzak
Secundaire geslachtskenmerken: Ontstaan in de puberteit.
- borsten, ronde vormen
- borsthaar, baardhaar, baard in de keel

Slide 56 - Slide

Secundaire geslachtskenmerken

Slide 57 - Slide

Hormoonklieren
Maken testosteron
Maken
Oestrogeen
Stuurt eierstokken/
teelballen aan

Slide 58 - Slide

In de puberteit zorgt het hypofysehormoon ervoor dat:
• Teelballen zaadcellen produceren
• Teelballen het mannelijke geslachtshormoon testosteron produceren.

• In de eierstokken 1 x per 4 weken een follikel gaat rijpen
• Eierstokken het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen produceren.

Testosteron en oestrogenen zorgen voor de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken. 

Slide 59 - Slide

Verandering in de puberteit
Ontwikkeling van de primaire geslachtskenmerken vanaf week 6 in zwangerschap 

Slide 60 - Slide

Menstruatiecyclus: de eisprong

Slide 61 - Slide

Menstruatiecyclus: menstrueren
Tijdens de menstruatie kan het meisje buikkrampen hebben.

Dat komt doordat de spieren in de baarmoederwand samentrekken.

Dit helpt om het slijmvlies naar buiten af te voeren.




Slide 62 - Slide

Menstruatiecyclus: opbouw slijmvlies
Na de menstruatie wordt het baarmoederslijmvlies weer opgebouwd, onder invloed van vrouwelijke geslachtshormonen.

+/-14 dagen na het begin van de menstruatie vindt de ovulatie (eisprong) plaats.

Slide 63 - Slide

Menstruatiecyclus: afbraak slijmvlies
Als de eicel niet wordt bevrucht, wordt het baarmoederslijmvlies weer afgebroken.

Ongeveer 14 dagen na de eisprong begint de menstruatie.

Wél bevrucht -> baarmoederslijmvlies  blijft dik (geen menstruatie)

Slide 64 - Slide

Duur en regelmaat
- gemiddeld duurt de menstruatiecyclus 28 dagen. 

- verschilt per persoon. 

- meestal onregelmatig, dan is het onvoorspelbaar wanneer je ovuleerd of ongesteld wordt. 

Slide 65 - Slide

Slide 66 - Slide