H4 thema 5 regeling examentrainer samenhang bespreken

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesinhoud

Jullie gaan werken aan de examentrainer en we bespreken (een deel van) de antwoorden direct.

Pak je boek (blz 60)      en/of

Open de online leeromgeving van BvJ en zoek de examentrainer erbij.

De antwoorden op de vragen kun je online direct invullen en kopiëren naar de LessonUp (of andersom).

Vr 1: Welk deel van het centrale zenuwstelsel is bij Piven beschadigd?

1. ruggenmerg
2. hersenstam
3. kleine hersenen
4. grote hersenen

Vr 2: Welk effect heeft het gif, en hoe wordt dat verklaard?

1. spiercontractie; receptor geblokkeerd
2. spiercontractie; receptor gestimuleerd
3. spierverlamming; receptor geblokkeerd
4. spierverlamming; receptor gestimuleerd

Vr 3: waar wordt adrenaline als transmitterstof door deze zenuwcel afgegeven?

A: Plaats P

B: Plaats Q

C: Plaats R

D: Plaats S

E: Plaats T

Vr 4: op welke wijze reageert het hormoonstelsel op het tekort aan jodium?

1. Hypofyse: remmende hormonen; Bijnieren: omvang afnemen
2. Hypofyse: remmende hormonen; Schildklier: omvang afnemen
3. Hypofyse: stimulerende hormonen; Bijnieren: omvang toenemen
4. Hypofyse: stimulerende hormonen; Schildklier: omvang toenemen

Vr 5: noem voorwaarde in controle-experiment; noteer behandeling in controle-experiment

Vr 5: juiste antwoord

maximumscore 2

• Muizen in de controlegroep moeten een vergelijkbare

bouw, leeftijd en dergelijke hebben als de andere

muizen / alle omstandigheden van de muizen moeten

gelijk zijn: 1 punt.

• De muizen in de controlegroep krijgen een placebo/

nepmedicijn (op dezelfde wijze toegediend): 1 punt.

Vr 6: Welk patroon? Welk effect?

1. Patroon impulsen = P; Voedselinname = meer
2. Patroon impulsen = P; Voedselinname = minder
3. Patroon impulsen = Q; Voedselinname = meer
4. Patroon impulsen = Q; Voedselinname = minder

Vr 7: welk type zenuwcellen is weergegeven in afb 2?

1. motorische zenuwcellen
2. sensorische zenuwcellen
3. schakelcellen

Huiswerk voor donderdag:

Rondt het thema af

Kijk je opdrachten na

Maak de samenhang-opdrachten

Maak de "versterk jezelf"-opdrachten

Maak de oefentoets. 

Verder met de samenhang

Jullie gaan werken aan de samenhang en we bespreken (een deel van) de antwoorden direct.

  

Pak je boek (blz 50) en/of open de online leeromgeving van BvJ en zoek de samenhang "verliefdheid is chemie" erbij.

De antwoorden op de vragen kun je online direct invullen en kopiëren naar de LessonUp (of andersom). 

2a: welk deel van een zenuwcel stelt Q voor? Leg uit.

Antwoord 2a

Q stelt een axon voor, want deze uitloper geleidt impulsen van het cellichaam van de zenuwcel af.

2b: Op welke plaats heeft PEA effect? Leg uit.

Antwoord 2b

PEA heeft effect op plaats R. PEA wordt afgegeven door het uiteinde van een axon (Q). 

De stof bindt dan aan receptoren in het membraan van een dendriet van de volgende cel (R).

3a: Welk effect heeft adrenaline op je hart tijdens het vrijen?

Antwoord 3a

Je hart gaat sneller kloppen.

3b: seksuele opwinding stimuleert oxytocine, dat stimuleert opwinding. Is dit negatieve of positieve terugkoppeling? Leg uit.

Antwoord 3b

Hier is sprake van een positieve terugkoppeling, want een toename van het resultaat versterkt het proces.

3c: Wanneer verliefdheid over is, kun je pas kritisch naar je geliefde kijken. Hoe komt dat?

Antwoord 3c

Wanneer de verliefdheid over is, maken je hersencellen geen PEA meer aan. Dan dalen ook de concentraties van hormonen en neurotransmitters die onder invloed van PEA werden afgegeven weer naar normale waarden.

Doordat je minder dopamine aanmaakt, ben je niet meer blind voor de negatieve kanten van je geliefde.

3d: antidepressivum remt het proces van heropname van serotonine.
Leg uit wat het effect hiervan is.

Antwoord 3d

Door het remmen van de heropname van serotonine uit de synaptische spleet, blijft het serotoninegehalte hoog en kan deze neurotransmitter blijven binden aan de receptoren in de doelwitcel. Hierdoor wordt de werking van serotonine versterkt.

4a: Verliefdheid heeft als doel mensen samen te houden, zodat hun kinderen grotere overlevingskans hebben. Leg dit uit.

Antwoord 4a

De overlevingskans was groter, omdat vader zorgde voor voedsel en bescherming en moeder het kind zoogde en verzorgde.

4b: MHC-systeem speelt grote rol bij weerstand. Vrouwen hebben voorkeur voor mannen met ander MHC-systeem. Wat is de evolutionaire verklaring?

Antwoord 4b

Door het combineren van verschillende immuunsystemen krijg je meer genetische variatie. 

Dit vergroot de overlevingskans van de soort.

5a: Uit onderzoek bleek dat leerlingen van een overspannen docent een hoger cortisol-gehalte in hun speeksel hebben. Welke conclusie kun je trekken?

Antwoord 5a

Door een gestreste docent hebben leerlingen ook meer stress.

5b: Bedenk een werkplan (methode!) waarmee je het onderzoek kunt herhalen

Antwoord 5b

Voorbeeld van een werkplan:

– Je laat een groot aantal docenten een vragenlijst invullen waaruit je kunt afleiden in welke mate een docent last heeft van stress.

– Je neemt speekselmonsters af bij alle leerlingen uit de klas van een docent die een vragenlijst heeft ingevuld.

– Je onderzoekt het cortisolgehalte in het speeksel van de leerlingen en noteert de gegevens in een schema.

– Je vergelijkt de resultaten van de verschillende klassen met elkaar en trekt hieruit een conclusie.

Huiswerk voor dinsdag:

Rondt het thema af

Kijk je opdrachten na

Maak de "versterk jezelf"-opdrachten

Maak de oefentoets.