Grammar 8: Future

Future
Stepping Stones chapter 3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Future
Stepping Stones chapter 3

Slide 1 - Slide

Future
Je kunt op 4 manieren situaties in de toekomst beschrijven:
1. will + hele ww
2. to be + going to + hele ww
3. present continuous
4. present simple

Slide 2 - Slide

1. will + hele ww
- iets aanbieden
- beloftes
- aankondigingen
- besluiten
- voorspelling zonder bewijs (zelfs weersvoorspellingen!)

I will help you later today.

Slide 3 - Slide

1. will + hele ww
iets aanbieden: We will help you with the dishes.
beloftes: I promise I will call Patrick tomorrow.
aankondigingen: The concert won't start in a few minutes.
besluiten: I won't go to football practice today.
voorspelling zonder bewijs: I will buy a sportscar when I have a job.

Slide 4 - Slide

Vul in:
I ___(will/see) you tomorrow.

Slide 5 - Open question

2. to be + going to + hele ww
am/are/is + going to + hele ww
je gebruikt een vorm van to be, niet 'to be' in de zin.

Gebruik:
- iemand is in de toekomst iets van plan.
- voorspelling met bewijs.

Slide 6 - Slide

2. to be + going to + hele ww
iemand is in de toekomst iets van plan:
I am going to play videogames all afternoon.

voorspelling met bewijs:
Look at those dark clouds! It is going to rain.

Slide 7 - Slide

Vul in:
He ____(to be + going to + see) her tomorrow.

Slide 8 - Open question

3. present continuous

am/are/is + (werkwoord+ing)


Gebruik:

Afspraken in de toekomst. Tijd en plaats staat vast.


We are flying to Italy on Monday.

Slide 9 - Slide

Vul in:
They ____(leave) for Athens next week.

Slide 10 - Open question

4. Present simple

hele werkwoord, behalve bij he/she/it.
He/She/It > werkwoord + s


Gebruik:
tijden die volgens een vast schema in de toekomst gaan gebeuren.
Bv. openings- en sluitingstijden, aankomst- en vertrektijden.

Slide 11 - Slide

4. Present simple

Voorbeelden van tijden volgens een vast schema.

The train arrives at 5.15 pm.
The plane leaves at 6 am.
The baker's opens at 8 am.
The school closes at 5 pm.

Openbaar vervoer en openbare gebouwen vallen hier dus ook onder!

Slide 12 - Slide

Vul in:
The train ____(leave) at 3 pm.

Slide 13 - Open question

Aanpak oefeningen

1. beslis welke regel je in de zin moet toepassen.
2. beslis welke werkwoordsvorm hier bij hoort.
3. vul de werkwoorden in.


Loop alle vier vormen na en kijk welke in de zin past. Soms zijn er meerdere antwoorden goed.

Slide 14 - Slide

Oefenen
Do exercise 26 + 27 on page 23 + 24 of your AB.

Slide 15 - Slide

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Slide 16 - Open question

Wat ging minder goed tijdens het oefenen?

Slide 17 - Open question