1.1 Hoe ontstond de industrie

Mens en Maatschappij
1.1 hoe ontstond de industrie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mens en Maatschappij
1.1 hoe ontstond de industrie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Je weet welke gevolgen de opkomst van de industrie had voor de arbeiders.

2. Je weet de betekenis van het begrip industrialisatie.

3. Je weet hoe de woon/- leefsituatie was voor een arbeider. 
Leerdoelen nakijken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


Industrie wereldwijd
Hoofdstuk 1

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar moet je aan
denken bij industrie?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

1.1 Hoe ontstond de industrie?
Industrie: alle ondernemingen die goederen produceren en daarbij grondstoffen verwerken.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


1800 - 1900
Tijd van burgers en stoommachines

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

In de tweede helft van de 19e eeuw werden er in ons land veel fabrieken gebouwd. Nederland was hiermee rijkelijk laat. De meeste fabrieken werden gebouwd nabij grote steden of bij plaatsen met water of wegen.

Nederland ging rond 1850 van een platteland samenleving naar een stedelijke samenleving met de komst van fabrieken. 
Theorie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Door deze industrialisatie veranderde Nederland zoals gezegd van een plattelandsamenleving naar een stedelijke samenleving. Het werk was dus ook steeds meer te vinden in de steden en vele mensen verhuisden hier dan ook naar toe. Wat is hiervan het resultaat? 

Opschrijven: 
Industrialisatie is de overgang van het maken van producten met de hand naar het maken van producten met machines. 
Theorie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Van Spinnenwiel naar energiebronnen.

Verenigde Koninkrijk: nieuwe energiebron: water boven kolen zorgt voor stoom. Stoom helpt iets in beweging zetten.
-> de komst van de stoommachines. 

Voordelen van stoommachines:
  • Alles kon sneller. Dus ook 
  • meer...


Theorie

Slide 10 - Slide

https://schooltv.nl/video/high-speed-history-wat-was-de-industriele-revolutie/#q=De%20industriële%20revolutie%20

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstond de industrie?
Opkomst van de stoommachines zorgt voor...


De komst van (kleine) bedrijfjes en een moderner leven is de start van
de moderne tijd.

Mensen verhuizen van platteland naar stad. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Industrialisatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De tijd vóór de Industriële Revolutie

Oude energiebronnen:
  1. spierkracht
  2. dierkracht
  3. waterkracht
  4. windkracht

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Spierkracht, windkracht en steenkool leveren energie. 
Dat zijn dus ook:
Energiebronnen

Welke machines worden vanaf 1780 veel gebruikt om apparaten in beweging te zetten?
Stoommachines

Fabrieken werden gebouwd door:
Ondernemers
Grondstoffen en producten uit de fabrieken werden sneller vervoerd via nieuw aangelegde:
spoorwegen en kanalen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waar moet je nu aan
denken bij industrialisatie?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Welke machine zorgde voor de start van de Industriële Revolutie?
A
De iPhone
B
De Playstation 1
C
De Spinmachine
D
De Stoommachine

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke energiebronnen werden gebruikt voor 1780?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Heb je nog vragen over het werken met het boek of misschien iets anders?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Volgende les:


Industrie in Nederland en veranderingen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Doen: Opdracht 1 t/m 6. H1.1 


H1.1 opdrachten maken en theorie lezen.

Hoe? Zelfstandig, niet overleggen.
Tijd: 10 minuten

 

Maken: H1.1 opdracht 1 tot en met 6. 

Zelfstandig maken, niet overleggen.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions