5.1 Een stroomkring maken bespreekles

• nask
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

In deze les:

• Bespreken van een aantal opgaven
  
• (Kleine) Toelichting op led lampjes
  

Opgave 4

Stroomkring: spanningsbron, apparaat, verbindingen.

• Metalen ring raakt de draad; gesloten stroomkring

• Raak je de draad niet open stroomkring

Opgave 5

• Aflezen van de ampèremeter.
• Wijzer staat op 2,8
  
• Aangesloten op de 0,05 A
  dus 5 A = 0,05 A
• Antwoord 0,028 A
  

Opgave 5

• Aflezen van de ampèremeter.
• Wijzer staat op 1,1
  
• Aangesloten op de 5 A
  dus 5 A = 5 A
• Antwoord 1,1 A
  

Opgave 5

• Aflezen van de ampèremeter.
• Wijzer staat op 3,7
  
• Aangesloten op de 0,5 A
  dus 5 A = 0,5 A
• Antwoord 0,37 A
  

Opgave 6

• Wijzer staat op 2,3
  
• Aangesloten op de 0,5 poort
• De ampèremeter geeft 0,23 A aan.
  
• Plaats in de stroomkring maakt niet uit.
  

Opgave 7

• 1 gram = 1000 milligram
• 1 A = 1000 mA
• Van A --> mA rekenen doe je x 1000
• Van mA --> A rekenen doe je : 1000
  

Opgave 10

• Karton geleid geen stroom.
• Als de deur opengaat wordt het stukje karton weggetrokken.
• Metalen draden komen tegen elkaar aan
• Je hebt dan een gsloten stroomkring
  

Opgave 11

• Bij de batterij zie je de draden beiden aan 1 kant zitten
• Ze zitten dus allebei aan de + pool
• Er kan geen stroom lopen van + naar -
  

Opgave 12 & 13

• Led zijn lampjes waarbij de stroom maar 1 kant op kan.
• Lange kant moet aangesloten zijn op de + pool van de batterij
• Duurzamer; ze gebruiken minder elektrische energie