1BKM, chapter 1, grammar 1: Present Simple:

WELCOME 
1 BKM
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

WELCOME 
1 BKM

Slide 1 - Slide

This week's goals:
- I can use the present simple in a sentence.
 (present simple = de tegenwoordige tijd)

Slide 2 - Slide

Present Simple
We gebruiken de present simple om te praten over: 

Slide 3 - Slide

Ken je het nog?
I = ik
you = jij
she = zij
he = hij
it = het 
we = wij
you = jullie
they = zij

Slide 4 - Slide

Present Simple
 I, you, we, you, they: hele ww. (werkwoord)

Let op:
Bij she, he en it: ww + S
(shit - regel: 
s = she, 
h = he en 
it) 

Slide 5 - Slide

SHIT regel: (she, he, it: ww + s)
Bijvoorbeeld het werkwoord 
love

I love
you love
she, he, it loves
we love
they love
you love

Slide 6 - Slide

Onregelmatig/ uitzonderingen

uitzondering 1:

I do - she does
I go - he goes







uitzondering 2: 

Werkwoorden die eindigen op een s - klank:
  
I kiss - he kisses
They watch - she watches

Slide 7 - Slide

Uitzondering 3: 
Woorden die eindigen op een -y:
bijvoorbeeld play of study:

1) kijk naar de letter vóór de y
2) is deze letter een a, e, o, u, i (klinker) => s eraan vast
- is dit een andere letter (medeklinker) => y veranderen in ies.

I study - she studies
I play - my brother plays

Slide 8 - Slide

to have
(hebben)


I have
you have
she, he, it has
we have
you have
they have

Slide 9 - Slide

I .... pizza
A
love
B
loves
C
loveses
D
loved

Slide 10 - Quiz

Patrick ..... English
(let op: sis klank!)
A
teach
B
teaches
C
teachs

Slide 11 - Quiz

My parents .... two cars
A
own
B
owns
C
ownes

Slide 12 - Quiz

I always ___________ in the shower.
Future Present Simple: Werkwoord tegenwoordige tijd
sings
singing
sing

Slide 13 - Drag question

We ___________ at 08:30 sharp!
Future Present Simple: Werkwoord tegenwoordige tijd
starts
start
starting

Slide 14 - Drag question

My brother .... a cat
A
have
B
haves
C
has

Slide 15 - Quiz

The plane .... to Ireland every Sunday
A
fly
B
flys
C
flies

Slide 16 - Quiz

Policemen ..... robbers
A
catch
B
catches
C
catchs

Slide 17 - Quiz

My dad ______ (to cook) dinner
every day

Slide 18 - Open question

My sister often ______ (to play) outside

Slide 19 - Open question

We __________ to school at the Waerdenborch
Peter always __________ to Spain in the summer.

Peter and Miranda ________ in Breda
The students ________ the English lesson! ;-)
live
go

goes

like

Slide 20 - Drag question

Ging het goed? Of vond je het juist lastig? Vertel dat hieronder.

Slide 21 - Open question

Nog wat extra hulp nodig?
- online methode, chapter 1, rechterkant staat "grammar clips". Hier kun je een uitleg in het Nederlands terugzien!

Slide 22 - Slide


Planner 1KM:  
grammar 1A en 1B

+ leren de aantekeningen 
van de present simple. 





Slide 23 - Slide