Coulissenwerking
(Ruimtewerking door achter elkaar geplaatste
voorwerpen die half voor elkaar staan.)
D
Overlapping
Slide 10 - Quiz
Bekijk afbeelding 11
Een Vanitas stilleven verwijst naar de tijdelijkheid van het leven. Bijvoorbeeld een half leeg glas of een half geschilde citroen verwijzen naar het leven dat maar zo afgelopen kan zijn; zo ben je rijk, zo ben je arm . . .
Twee Vanitas stillevens zie je afgebeeld bij antwoord . . .
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Bekijk afbeelding 12 Welke bewering is juist? De kijkrichting, de houdingen en de lichtrichting op afbeelding 12 zorgen voor een . . .
A
Verticale compositie
B
Symmetrische compositie
C
Dynamische compositie
D
Statische compositie
Slide 12 - Quiz
Bekijk afbeelding 13 De techniek "Clair obscure" hoort bij het beeldaspect "LICHT". Deze techniek is ook te zien bij antwoord . . .
A
B
C
D
Slide 13 - Quiz
Bekijk afbeelding 14 Welke bewering is juist? De voorstelling op afbeelding 14 noem je een
A
HISTORIESTUK:
Een kunstwerk waarin belangrijke feiten uit de geschiedenis zijn vastgelegd.
B
ALLEGORIE:
een symbolische voorstelling waarbij een idee of abstract begrip (bijvoorbeeld deugden en ondeugden) wordt verbeeld )
C
MYTHOLOGIE:
Oude verhalen over goden en helden uit verre landen.
D
BIJBELSE TAFEREEL:
Een kunstwerk met een voorstelling van een bijbels verhaal.
Slide 14 - Quiz
Bekijk afbeelding 15 Welke bewering is juist? Het contrast dat de 2 beelden op afbeelding 15 met elkaar vormen is een . . .
A
Kleurcontrast: licht - donker
B
Kleurcontrast: warm - koud
C
Vormcontrast: organisch - geometrisch
D
Vormcontrast: open - gesloten
Slide 15 - Quiz
Bekijk afbeelding 16 Als in een schilderij of tekeningen rondingen goed zichtbaar zijn verbeeld door licht en schaduwwerking, dan spreek je van . . .
A
Plasticiteit
B
Banaliteit
C
Hilariteit
D
Continuïteit
Slide 16 - Quiz
Bekijk afbeelding 17 Hier zie je een PERSONIFICATIE Dat is een persoon in een kunstwerk die symbool staat voor en bepaald begrip. Op afbeelding 17 zie je de personificatie van . . .
A
Losbandigheid
B
Gerechtigheid
C
Tijdelijkheid (Vergankelijkheid)
D
Dronkenschap
Slide 17 - Quiz
Bekijk afbeelding 18 Op afbeelding 18 is het volgende te zien . . .
A
Clair Obscur
B
Natuurlijke lichtbron
C
Kunstmatige lichtbron
D
Tegenlicht
Slide 18 - Quiz
Bekijk afbeelding 19 Van wat voor THEMA uit de schilderkunst is er in deze afbeelding sprake? Kies uit:
A
Stilleven
B
Portret
C
Landschap
D
Mensfiguur
Slide 19 - Quiz
Bekijk afbeelding 20 Het schilderij heet "Bonjour Monsieur Courbet". Met andere woorden de heer Courbet ( de kunstenaar) wordt begroet. Dat kun je zien . . .
A
. . . omdat hij met zijn baard naar de 2 andere heren wijst.
B
. . . aan het hondje
dat luidkeels blaft.
C
. . . aan het gebogen hoofd van de man links en de hoed in de hand van de man in het midden.
D
. . . aan de loodzware rugzak en de manier waarop monsieur Courbet zijn wandelstok vasthoudt.
Slide 20 - Quiz
Bekijk afbeelding 1 Op afbeelding 1 zie je een voorbeeld van:
A
Secundaire kleuren
B
Complementaire kleuren
C
Onverzadigde kleuren
D
Primaire kleuren
Slide 21 - Quiz
Bekijk afbeelding 5 Bij welke vorm is er sprake van een samengestelde vorm?
A
Vorm 2
B
Vorm 3
C
Vorm 4
D
Vorm 5
Slide 22 - Quiz
Bekijk afbeelding 6 Als je goed kijkt kun je op afbeelding 6 een man en een hond herkennen. Hoe noem je de vlakken met lucht die je tussen de arm en poten en benen van de man en de hond ziet?
A
Tussenvorm
B
Restvorm
C
Binnenvorm
D
Bijvorm
Slide 23 - Quiz
Bekijk afbeelding 7 Bij afbeelding 7 is er, net als bij afbeelding 6, sprake van een:
A
Vormcontrast
B
Geometrische vorm
C
Wiskundige vorm
D
Silhouet
Slide 24 - Quiz
Bekijk afbeelding 8 Welke bewering is juist? De 3 vormen op afbeelding 8 delen de volgende eigenschap:
A
Ze vormen een contrast namelijk organisch en geometrisch
B
Ze hebben een plantmotief
C
Ze vormen een patroon
D
Ze zijn metaalkleurig
Slide 25 - Quiz
Bekijk afbeelding 9 Welke bewering is juist? Op afbeelding 9 zie je een . . .
A
Horizontale compositie
B
Ritmische compositie
C
Verticale compositie
D
Asymmetrische compositie
Slide 26 - Quiz
Bekijk afbeelding 10 Welke bewering is juist? Het onderdeel in een compositie dat het meeste opvalt door voor bijvoorbeeld de vorm, kleur of grootte noem je een . . .
A
Middelpunt
B
Aandachtspunt
C
IJkpunt
D
Lichtpunt
Slide 27 - Quiz
Bekijk afbeelding 11 Welke bewering is juist? Op afbeelding 11 zie je een . . .
A
Horizontale compositie
B
Ritmische compositie
C
Verticale compositie
D
Asymmetrische compositie
Slide 28 - Quiz
Bekijk afbeelding 12 Welke bewering is juist? Op afbeelding 12 zie je een . . .
A
Diagonale compositie
B
Ritmische compositie
C
Verticale compositie
D
Statische compositie
Slide 29 - Quiz
Bekijk afbeelding 13 De Ruimtesuggestie ( of dieptewerking) bij afbeelding 13 ontstaat door . . .