This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Introduction
In deze introductie bespreken we welke 11 executieve functies er zijn en waar deze aan te herkennen zijn. (toevoeging op onze online leeromgeving - schoolblocks).
Items in this lesson
EXECUTIEVE FUNCTIES
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Kun jij een paar executieve functies noemen?
Slide 3 - Mind map
Er zijn 11 executieve functies:
Plannen
Timemanagement
Werkgeheugen
Organisatie
Metacognitie
Responsinhibitie
Emotieregulatie
Volgehouden aandacht
Taakinitiatie
Doelgericht gedrag
Flexibiliteit
Slide 4 - Slide
Plannen
Een plan maken en kunnen beslissen wat het belangrijkst is.
Bedenken wat je nodig hebt voor je werk en dat verzamelen voor je begint.
Slide 5 - Slide
Timemanagement
Tijd inschatten, kunnen verdelen en deadlines halen.
Je goed bewust worden en leren omgaan met tijd
Slide 6 - Slide
Werkgeheugen
Informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van moeilijke taken.
Bewust zijn van hoe je geheugen werkt.
Slide 7 - Slide
Organisatie
Informatie en materialen kunnen ordenen.
Weten waar alles staat (opgeslagen) en goed kunnen opruimen.
Slide 8 - Slide
Metacognitie
Een stapje terug doen om je jezelf en de situatie te overzien.
Kennis over de eigen kennis.
Slide 9 - Slide
Responsinhibitie
Goed nadenken voordat je iets doet of zegt.
Je goed kunnen inhouden of stoppen wanneer nodig.
Slide 10 - Slide
Emotieregulatie
Emotie en gedrag kunnen controleren.
Leren omgaan met tegenslagen of teleurstellingen.
Rustig kunnen blijven.
Slide 11 - Slide
Volgehouden aandacht
Aandachtig blijven.
Afleiding negeren.
Langere concentratie kunnen afdwingen bij jezelf.
Slide 12 - Slide
Taakinitiatie
Op tijd en efficiënt aan een taak beginnen.
Een juiste werkplek kunnen vinden / creëren.
Slide 13 - Slide
Doelgericht gedrag
Je eigen doelen kunnen bepalen.
Je eigen doelen kunnen behalen.
Doorzetten.
Slide 14 - Slide
Flexibiliteit
Flexibel omgaan met veranderingen of tegenslag.
Tegen iets onverwachts kunnen en niet in paniek raken bij iets onverwachts.