What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
H3.3 Veranderen van Fase MLN 2024
3.3 Veranderen van Fase
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.3 Veranderen van Fase
Slide 1 - Slide
Even herhalen?
Slide 2 - Slide
Anne zegt: “Mist bestaat uit waterdruppeltjes, dat is vloeibaar.”
Jos zegt: “Mist bestaat uit waterdamp, dat is gas.”
Wie heeft gelijk?
A
Alleen Anne.
B
Alleen Jos.
C
Ze hebben allebei gelijk.
D
Ze hebben geen van beiden gelijk.
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je de streepjes en getallen die naast het glazen pijpje van een vloeistofthermometer staan?
A
de schaalverdeling
B
de stijgbuis
C
het reservoir
Slide 4 - Quiz
Welke uitspraak over sneeuw is waar?
A
Sneeuw bestaat uit kristallen
B
Sneeuw is een vloeistof
C
Sneeuw is een gas
Slide 5 - Quiz
Hoe noem je verdikking onderaan het glazen pijpje van een vloeistofthermometer?
A
de schaalverdeling
B
de stijgbuis
C
het reservoir
Slide 6 - Quiz
Vast
Vloeibaar
Gas
Zeewater
Waterdamp
Rijp
Mist
Wolk
Stoom
IJsklontje
IJzel
Slide 7 - Drag question
Leerdoelen 3.3 Veranderen van fase
Je kunt de 6 faseovergangen beschrijven
Je kunt beschrijven hoe de faseovergangen van water een belangrijke rol spelen bij allerlei weersverschijnselen.
Slide 8 - Slide
Noem een fase
overgang
Slide 9 - Mind map
6 Faseovergangen.
Slide 10 - Slide
Smelten
Een vaste stof wordt een vloeistof.
Chocola smelten!
Slide 11 - Slide
Verdampen
Een vloeistof wordt een gas
Bijvoorbeeld: de geur van parfum of zweet dat zich in de lucht verspreidt.
Weet je nog? Gas kan je niet zien
Slide 12 - Slide
Condenseren
Een gas wordt vloeistof.
Denk aan de spiegel in de badkamer na het douchen of een beslagen raam in de winter.
Slide 13 - Slide
Stollen
Een vloeistof wordt een vaste stof.
Denk aan kaarsvet dat afkoelt.
Slide 14 - Slide
Vervluchtigen
Een vaste stof word een gas.
Denk aan een WC blokje of een geurend zeepblokje.
Slide 15 - Slide
Rijpen
Een gas wordt een vaste stof.
Denk aan rijp: de witte laag over bijvoorbeeld planten, zonder dat sneeuw is gevallen.
Slide 16 - Slide
Fase overgangen en het weer
Smelten
Smelten
Verdampen
Condenseren
Bevriezen
Vervluchtigen
Rijpen
Slide 17 - Slide
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)
Slide 18 - Quiz
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)
Slide 19 - Quiz
Welke fase-overgang is er, wanneer je en gesmolten ijsje in de vriezer legt
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)
Slide 20 - Quiz
Bij de fase-overgang
rijpen gaat water van ...
rijp
A
vast naar vloeibaar
B
gas naar vast
C
vloeibaar naar vast
Slide 21 - Quiz
Water verandert in ijs:
IJs verandert in water:
Waterdamp verandert in druppels:
water verandert in damp:
Condenseren
Bevriezen
Smelten
Verdampen
Slide 22 - Drag question
Stollen
Smelten
Vervluchtigen
Rijpen
Slide 23 - Drag question
Welke pijl hoort bij de fase-overgang condenseren?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 24 - Quiz
Welke pijl hoort bij de fase-overgang vervluchtigen?
A
1
B
2
C
5
D
6
Slide 25 - Quiz
Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Vervluchtigen
D
Rijpen
Slide 26 - Quiz
De was droogt ook als het vriest.
Welke faseovergang heeft er plaatsgevonden?(sublimatie)
A
Stollen
B
Verdampen
C
Smelten
D
Vervluchtigen
Slide 27 - Quiz
Aan de slag!
Lezen blz 107 t/m 109
Maken opdrachten 1 t/m 8 en 10 t/m 12
Slide 28 - Slide