Wind met vragen

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lees (leer) eerst uit je boek

De vragen gaan over § 4.3

Wind

Beantwoord de vragen, je scores kan ik inzien

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is een isobaar
A
Lijnen van gelijke druk
B
Lijnen van hoge drukgebieden
C
Lijnen van lage drukgebieden
D
Lijnen van gelijke strekking

Slide 4 - Quiz

Wat is een isobaar volgens jou ? (in eigen woorden)

Slide 5 - Open question

Wanneer ontstaat een hoge of lage drukgebied ?

Slide 6 - Open question

Wanneer verwacht je beter weer ?
A
Als de weerman dat zegt
B
Als de druk daalt
C
Als de druk stijgt
D
in de zomer

Slide 7 - Quiz

Leg eens uit waarom wind ontstaat

Slide 8 - Open question

Op het noordelijk halfrond, draait de wind in een hogedruk gebied:
A
naar binnen, met de klok mee
B
naar buiten, met de klok mee
C
naar binnen, tegen de klok in
D
naar buiten, tegen de klok in

Slide 9 - Quiz

Een tropische storm...

Slide 10 - Slide

De storm op het vorige plaatje:
A
is op het noordelijk halfrond
B
is op het zuidelijk halfrond

Slide 11 - Quiz

Welke schaal wordt er voor het meten van de windsnelheid gebruikt ?

Slide 12 - Open question

Het is buiten 10° C, je zit in de zon, waarom voelt het warm aan ?

Slide 13 - Open question

Het is buiten 10° C, je zit in de zon, het waait en voelt koud. Waarom ?

Slide 14 - Open question

Je kan met lucht....
A
bakken (gebakken lucht)
B
koken (hete luchtoven)
C
isoleren
D
vliegen

Slide 15 - Quiz

Leg uit waarom lucht isolerend werkt

Slide 16 - Open question

Gevoelstemperatuur

Slide 17 - Mind map

Gevoelstemperatuur
  • Het voelt kouder dan het is door de wind
  • Wordt alleen gebruikt als het erg koud is
  • Door de wind voelt -5°C aan als -15°C
  • Voelt het kouder als -20°C, is er gevaar voor bevriezing, ook als je een warme jas aan hebt

Slide 18 - Slide