Opdracht 1 2019/2020
leerjaar 2
2D/KLEUR
LES 4+5
This lesson contains 8 slides, with text slides.
Opdracht 1 2019/2020
leerjaar 2
2D/KLEUR
LES 4+5
Vorige lessen hebben we het gehad over de verschillende BEELDASPECTEN:
STRUCTUUR - KLEUR - LICHT - RUIMTE - COMPOSITIE - VORM - TEXTUUR
We zijn de vorige les verder gegaan met STRUCTUUR en hebben deze afgemaakt.
Deze les gaan we verder met het volgende beeldaspect waar jullie vorig jaar al wat uitleg over hebben gehad: KLEUR
Weet je het nog? De kleurencirkel!
Primaire kleuren:
rood (magenta), blauw (cyaan) en geel (citroengeel);
Deze kleuren kun je niet mengen uit andere kleuren.
Met deze kleuren kun je bijna alle andere kleuren mengen.
Secundaire kleuren:
oranje, groen en paars
Als je twee primaire kleuren mengt krijg je een secundaire kleur;
Tertiaire kleuren:
Als je alle drie de primaire kleuren mengt kun je eigenlijk alle kleuren maken,
bijv. bruintinten, mosgroen, enz.
We kunnen ook gebruik maken van de
7 kleurcontrasten:
* kleur tegen kleurcontrast:
verschillende 'zuivere' kleuren of kleuren met
dezelfde 'verzadiging' naast elkaar
* licht-donkercontrast:
lichte en donkere kleuren naast elkaar gezet
* complementaircontrast:
kleuren die recht tegenover elkaar staan in
de kleurencirkel versterken elkaar en roepen elkaar op
* koud-warmcontrast:
warm en koude kleuren naast elkaar gezet om een zo
groot mogelijk contrast, effect te krijgen
* kwaliteits contrast:
kleuren die recht tegenover elkaar staan in
de kleurencirkel versterken elkaar en roepen elkaar op
* kwantiteits contrast:
warm en koude kleuren naast elkaar gezet om een zo
groot mogelijk contrast, effect te krijgen
*simultaan contrast:
kleuren worden beïnvloed door hun omgeving
Uitleg gebruik ecoline:
- niet lopen met open potje
- één kleur tegelijk ophalen
- penseel goed uitspoelen na gebruik
- hoe vaker over elkaar, hoe donkerder
Oefenen:
- op een A5 maak je met één kleur 6 verschillende tonen
- naam er op en inleveren
Voor deze illustratie MOET je een kleurcontrast gebruiken. Je mag zelf weten welke, maar je moet het er wel bij opzetten!
Je mag maar twee kleuren gebruiken maar die mag je wel in verschillende tonen schilderen Verder mag je zwart gebruiken als extra contrastkleur als je dat wilt.
Werkvolgorde
Start in het TWEEDE vak.
* Teken met potlood je vorm, mens of dier in het vak. JIJ bepaalt hoe vaak het er in staat, hoe groot, in welke richting, enz.
* Verdeel alle overgebleven ruimte zoals jij het wilt.
* Zet achter op het vakje van deze tekening welk contrast je laat zien.
* Pak één potje ecoline en een kleine penseel en kleur alles dat nodig is in je ontwerp in de tonen die je wilt.
* Maak je penseel GOED schoon onder de kraan.
* Pak daarna pas een tweede potje ecoline en verf de rest.
* Als je nog tijd over hebt kun je de vormen nog met een fineliner omtrekken.
OOK VOOR DEZE OPDRACHT HEB JE WEER TWEE LESSEN! SUCCES!