This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
- Ik weet wanneer een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.
-Ik weet wanneer ik der/die/das gebruik.
- Ik weet de vertalingen van ein/eine & kein/keine.
-Ik weet wanneer ik ein/eine & kein/keine gebruik.
Nieuw! - Ik weet wat bezittelijke vnw zijn
-Ik weet de Duitse vertalingen van de bezittelijke vnw.