thema 3 B3 planten

thema 3 B3 planten
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

thema 3 B3 planten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

leerdoelen:

  • Aan welke celkenmerken je een plant herkent 
  • Uit welke 2 stammen het rijk van de planten bestaat
  • Hoe het rijk en de stammen een plaats krijgen in het vertakkingsschema
  • Wat de kenmerken van sporenplanten zijn
  • Wat de kenmerken van zaadplanten zijn

Slide 3 - Slide

herhaling: Noem de verschillende soorten van een skelet van dieren

Slide 4 - Open question

Herhaling: Noem de 4 rijken

Slide 5 - Open question

herhaling: Welke celkenmerken
heeft een plantencel?

Slide 6 - Open question

Organen van een plant
Een plant heeft organen:

- wortels
- stengels
- bladeren
- (niet altijd) bloemen 

Planten behoren tot het 
"Rijk van de planten".
Bloemen?
Niet elke plant heeft bloemen

Slide 7 - Slide

Het rijk van de planten kun je indelen in 2 stammen.
Hierbij let je op de manier van voortplanten.

De manier van voortplanten is een kenmerk.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Stam: Sporenplanten
Mossen:

Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.

Varens:

Varens herken je aan hun grote bladeren. 
De bladrand is vaak ingesneden. Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.

Slide 11 - Slide

Mossen

Voortplanting:


Mosplantjes vormen sporendoosjes die (ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
haarmos

Slide 12 - Slide

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar.
De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 13 - Slide

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 14 - Slide

in het klokhuis
In de bloem ontstaat het zaad.
Als je een appel eet, vind je het zaad in het klokhuis.

Slide 15 - Slide


Bij welke planten zie je deze cellen?
A
zaadplanten
B
mossen
C
varens
D
A, B en C

Slide 16 - Quiz

1, 2 en 3
zijn de organen van een plant
1
2
3
A
ja
B
nee
C
ja, maar elke plant heeft ook altijd een bloem als orgaan
D
ja, maar elke plant heeft ook altijd zaden als orgaan

Slide 17 - Quiz


Behoort tot de
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
varens
D
schimmels

Slide 18 - Quiz

zaadplanten
sporenplanten
algen
Sleep de afbeeldingen naar de juiste indeling.




niet leren :)

Slide 19 - Drag question


Behoort tot de stam van de ......
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
bomen en struiken
D
planten

Slide 20 - Quiz

1, 2 en 3 zijn de enige organen van deze plant. Dit is een ......
1
2
3
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Groene plant
D
sporenplant

Slide 21 - Quiz


Kenmerken van sporenplanten

A
geen bloemen
B
wortels stengels bladeren
C
voortplanting door sporen
D
A, B en C allemaal goed

Slide 22 - Quiz

Alle vragen goed 
ga aan de slag met je planner 
Anders bekijk het volgende filmpje

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

exit ticket: Planten zijn in te delen in 2 groepen. Welke?

Slide 25 - Open question

exit ticket: Wat zijn de kenmerken van zaadplanten

Slide 26 - Open question

exit ticket: hoe planten een sporenplant zich voort?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

klaar?
ga verder met de planner 
anders bekijk je het volgende filmpje 

Slide 29 - Slide