B5 spieren

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

B5 spieren 

herhaling Welke 4 beenverbindingen zijn er?

herhaling Bij welke verbinding is de meeste beweging mogelijk?

1. Vergroeid
2. Met een naad
3. Kraakbeen
4. Gewricht

B5: Spieren

Leerdoelen

• Je kunt de werking van spieren beschrijven
• Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen

 Spieren

• Je hebt spieren nodig om je botten te kunnen bewegen.
• Aan de botten zitten spieren vast.
• Alle spieren bij elkaar noem je het spierstelsel.

 Spieren

• Spieren zitten aan het bot vast met pezen
• De pees zit vast aan een bot op de aanhechtingsplaats

 Spieren

• Als je een spier aanspant wordt deze korter en dikker

Spieren

Om een bot te bewegen heb je 2 spieren nodig met een tegengestelde werking: 

een antagonistisch paar

Spieren

• Biceps zorgt voor buigen en trekt aan spaakbeen
• Triceps zorgt voor strekken en trekt aan ellepijp

Hoe noem je twee spieren met een tegengestelde werking?

In welke organen zitten spieren?

 Spieren

• Je hebt ook orgaanspieren

• Bijvoorbeeld in je maag en je darmen

• Daarnaast is er natuurlijk ook de hartspier

Voorbeeld van bewuste of onbewuste beweging?

Hartslag (hartspier)

1. Bewust
2. Onbewust

Voorbeeld van bewuste of onbewuste beweging?

Praten (tong)

1. Bewust
2. Onbewust

Voorbeeld van bewuste of onbewuste beweging?

Verkleinen/vergroten pupil (oogspier)

1. Bewust
2. Onbewust

Voorbeeld van bewuste of onbewuste beweging?

Arm buigen (biceps)

1. Bewust
2. Onbewust

Voorbeeld van bewuste of onbewuste beweging?

Arm strekken (triceps)

1. Bewust
2. Onbewust

Voorbeeld van bewuste of onbewuste beweging?

Piano spelen (spieren in de arm/hand/vingers)

1. Bewust
2. Onbewust

Voorbeeld van bewuste of onbewuste beweging?

Ademhaling (middenrifspier)

1. Bewust
2. Onbewust

Voorbeeld van bewuste of onbewuste beweging?

Eten kneden (maagspier)

1. Bewust
2. Onbewust

Voorbeeld van bewuste of onbewuste beweging?

Optrekken (spieren in armen/buik/rug)

1. Bewust
2. Onbewust

gezond sporten 

Tijdens het sporten is goede kleding belangrijk. Sportkleding heeft verschillende functies:

- Sportkleding moet gemakkelijk zitten,

- Goed zweet kunnen opnemen.

- Goed wasbaar zijn. 

blessure

Sommige sporten zijn gevaarlijk. Sporters dragen dan kleding om zich te beschermen. 

Een blessure is een verwonding die je oploopt tijdens het sporten. 

sporten en drinken 

Als je lang achter elkaar sport dan verlies je veel vocht door het zweten. Het zweet verdampt. Daarom moet je voor, tijdens en na het sporten voldoende drinken. Als je te weinig vocht in je lichaam hebt dan droog je uit en kun je duizelig worden. 

Je kunt sportdranken drinken met glucose en zouten. De zouten zorgen ervoor dat je vocht langer vast houdt. Glucose geeft extra energie.

exit ticket: Wat is de functie van water drinken tijdens het sporten

exit ticket: wat is een antagonist paar.