What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
Klas 2 herhaling Voortplanting en seksualiteit
Voortplanting en seksualiteit
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voortplanting en seksualiteit
Slide 1 - Slide
Wanneer is de puberteit?
A
10-16 jaar
B
12- 18 jaar
C
12- 21 jaar
D
16- 25 jaar
Slide 2 - Quiz
In de puberteit verander je
A
alleen lichamelijk
B
lichamelijk en geestelijk
C
lichamelijk, geestelijk en speciaal
D
lichamelijk, geestelijk en sociaal
Slide 3 - Quiz
In de puberteit verander je, dit komt door....
A
De groeispurt
B
Hormonen
C
School
Slide 4 - Quiz
Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
vagina
schaamlippen
penis
balzak
groei lichaamshaar
borstgroei
groei spieren
productie geslachtscellen
snelle groei
Slide 5 - Drag question
Zijn de zinnen juist of onjuist?
Juist
Onj
uist
Hormonen regelen de veranderingen in de puberteit.
De hypofyse maakt geslachtshormonen.
Het mannelijke geslachtshormoon is oestrogeen.
Door geslachtshormonen ontstaan de secundaire geslachtskenmerken.
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Slide
Benoem onderdeel 4
Slide 8 - Open question
Benoem onderdeel 5
Slide 9 - Open question
Benoem onderdeel 5
Slide 10 - Open question
Waar vind bevruchting van de eicel plaats?
A
In de eileider
B
In de eierstok
C
In de vagina
D
In de baarmoeder
Slide 11 - Quiz
Benoem onderdeel 7
Slide 12 - Open question
Wat is de functie van de bijbal?
A
Produceren Zaadcellen
B
Opslag zaadcellen
C
Produceren Hormonen
D
Vocht toevoegen aan de zaadcellen
Slide 13 - Quiz
Benoem onderdeel 10
Slide 14 - Open question
Wat is de functie van de prostaat?
A
Produceren van zaadcellen
B
Produceren van hormonen
C
Vocht toevoegen aan de zaadcellen
D
Transporteren van zaadcellen
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Wat is bevruchting ?
A
de kern van de zaadcel versmelt met de kern van de eicel
B
als het eicelletje gaat innestelen in de baarmoeder.
C
Als de eicel van de eierstok naar de eileider springt
D
als de vrouw ongesteld wordt.
Slide 17 - Quiz
Waar vind de bevruchting van de eicel plaats?
Slide 18 - Open question
Een twee-eiige tweeling is een tweeling die ontstaan is uit?
A
één eicel en één zaadcel
B
twee eicellen en twee zaadcellen
C
één eicel en twee zaadcellen
D
twee eicellen en 1 zaadcel
Slide 19 - Quiz
Genetica
Slide 20 - Slide
Wat is een gen?
Slide 21 - Open question
Wat is een genotype?
Slide 22 - Open question
Katten hebben 38 chromosomen. Hoeveel chromosomenparen hebben ze dan?
A
23
B
19
C
46
D
76
Slide 23 - Quiz
Dit is de chromosomenkaart van een ....
A
vrouw
B
man
C
Dat kan je niet weten
Slide 24 - Quiz
Hoeveel chromosomen vind je in de eicel van een vrouw
A
46
B
23
C
22
Slide 25 - Quiz
Welke factoren hebben invloed op het fenotype van een organisme?
Slide 26 - Open question
Als een broer en zus, die 5 jaar na elkaar zijn geboren, voor 50% hetzelfde DNA hebben, hoeveel komt het DNA van een 2-eiige tweeling dan overeen?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%
Slide 27 - Quiz
Een meisje krijgt evenveel erfelijke informatie van haar moeder als van haar vader
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Een mutatie is een plotselinge verandering in het fenotype
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Alle mutaties hebben negatieve effecten voor het organisme
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
Uit welke 4 basen is het DNA opgebouwd?
Slide 31 - Open question
Welke basen vormen samen paren?
A
A-G en C-T
B
T-G en C-A
C
A-T en C-G
Slide 32 - Quiz
Wat is een allel?
Slide 33 - Open question