Oefenvragen TH13 BS 1 t/m 3

Oefenvragen TH 13

BS 1 Het bloed

BS 2 De bloedsomloop

BS 3 Het hart
1 / 53
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Oefenvragen TH 13

BS 1 Het bloed

BS 2 De bloedsomloop

BS 3 Het hart

Slide 1 - Slide

Een bloedvat voert bloed van het hart naar de nieren. Tot welk type bloedvaten behoort dit bloedvat?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader

Slide 2 - Quiz

Een bepaald bloedvat heeft een dikke, stevige en elastische wand. Tot welk type bloedvaten behoort dit bloedvat?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader

Slide 3 - Quiz

Bloedvat 1 is...
Bloedvat 2 is...
Bloedvat 3 is...
A
1. Ader 2. Haarvat; 3 slagader
B
1. slagader, 2. ader; 3. haarvat
C
1. Haarvat; 2. slagader; 3. ader
D
1. Slagader; 2. haarvat; 3. Ader

Slide 4 - Quiz

Het hart heeft...
A
1 klep
B
2 kleppen
C
3 kleppen
D
4 kleppen

Slide 5 - Quiz

Gaan aderen van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 6 - Quiz

Hart-longen-hart is de.............?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 7 - Quiz

Als bloed langs de longen stroomt, dan zit dat bloed in de...
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop
C
Maag
D
Nieren

Slide 8 - Quiz

De rechterharthelft (blauw bloed) pompt het bloed dus naar de ...
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 9 - Quiz

3. Hart-> maag-> hart
dit is de....
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Dubbele bloedsomloop

Slide 10 - Quiz

Rood afgebeeld bloed is zuurstofarm bloed
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

vanuit de hersenen stroomt bloed naar het hart. Dit bloed is
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm

Slide 12 - Quiz

Een bloedvat voert bloed van de aorta naar de lever. Tot welktype bloedvaten behoort dit bloedvat?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader

Slide 13 - Quiz

Als bloed de GROTE bloeds-omloop IN stroomt, dan...
A
is het zuurstof-arm
B
heeft het een blauwe kleur
C
heeft het een rode kleur
D
is het zuurstof-rijk

Slide 14 - Quiz

Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat alle rode bloedcellen per omloop 4x door het hart gaan
B
Omdat het zuurstofarm en zuurstofrijk bloed vervoert.
C
Omdat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt.
D
Omdat de bloedsomloop bestaat uit slagaders en aders.

Slide 15 - Quiz

Zitten er in bloedvaten ook kleppen? Zo ja, in welke bloedvaten?
A
In de slagaders
B
In de aders
C
In de haarvaten
D
In geen enkel soort bloedvaten

Slide 16 - Quiz

De kleine bloedsomloop is de bloedsomloop die verloopt
over de longen
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

14. Marijke noemt deze kenmerken van een bloedvat:
‘Je voelt geen hartslag in dit bloedvat. Soms liggen deze bloedvaten net onder de huid.’
Over welke bloedvaten heeft Marijke het?

A
aders
B
haarvaten
C
slagaders

Slide 18 - Quiz

Welk onderdeel van de bloedsomloop behoort tot de kleine
bloedsomloop?
A
Linker boezem
B
Aorta
C
De onderste holle ader
D
De longslagader

Slide 19 - Quiz

Welk orgaan helpt bij het constant houden van je bloed door
ZUURSTOF BLOED IN
KOOLSTOFDIOXIDE BLOED UIT
A
Dunne darm
B
Longen
C
Nieren
D
Huid

Slide 20 - Quiz

Bloed bestaat uit verschillende onderdelen.
Wat is geen onderdeel van bloed?
A
Bloedcomplement
B
Bloedplasma
C
Bloedplaatjes
D
Bloedcellen

Slide 21 - Quiz

Je ziet een bloedvat op het plaatje hiernaast. Wat voor bloedvat is het?
A
Ader
B
Slagader
C
Haarvat
D
Dat is niet te zeggen

Slide 22 - Quiz

Gaan slagaders van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 23 - Quiz

Welk bloedvat of welke bloedvaten heeft of hebben kleppen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten
D
aders en slagaders

Slide 24 - Quiz

Drie bloedvaten zijn de leverader, de leverslagader en de poortader.
In welk bloedvat of in welke bloedvaten is het bloed zuurstofrijk?
A
Alleen in de leverslagader
B
In de leverader en in de poortader
C
In de leverslagader en de poortader

Slide 25 - Quiz

Hoe loopt de kleine bloedsomloop?

Wat is de taak van de kleine bloedsomloop?
A
Hart --> hele lijf --> Hart, Zuurstof opname in bloed
B
Hart --> hele lijf --> Hart, Zuurstof afgeven aan cellen
C
Hart --> Longen --> Hart, Zuurstof opname in bloed
D
Hart --> Longen --> Hart, Zuurstof afgeven aan cellen

Slide 26 - Quiz

in een lichaam stoomt het bloed door bloedvaten
wat is geen bloedvat
A
aorta
B
haarvaatje
C
slagader
D
buis van eustachius

Slide 27 - Quiz

De linkerharthelft (rood bloed)
pompt het bloed dus naar de ...
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 28 - Quiz

De bloedsomloop bij de mens is een dubbele bloedsomloop. Waarom noemen we het een 'dubbele bloedsomloop'
?
A
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart.
B
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer langs de longen.

Slide 29 - Quiz

Welk bestanddeel van het bloed zorgt voor het stollen van het bloed?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 30 - Quiz

Op de rugzijde van je hand zijn vaak bloedvaten te zien. Deze bloedvaten liggen dicht onder de huid.

Wat voor bloedvaten zijn dat?

A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders

Slide 31 - Quiz

Het bloed neemt koper op uit het voedsel en vervoert het naar de lever.
Het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de lever vervoert, is in de afbeelding aangegeven met nummer 10. 

Hoe heet dit bloedvat?  
darmslagader
leverader 
leverslagader
poortader

Slide 32 - Drag question

Hier stroomt zuurstofrijk bloed
Hier stroomt zuurstofarm bloed

Slide 33 - Drag question

Longslagader
Longader
Aorta
Onderste en bovenste holle ader
Zuurstofarm bloed
Zuurstofarm bloed
Zuurstofrijk bloed
Zuurstofrijk bloed

Slide 34 - Drag question

Welk bloedvat is zuurstofarm
zuurstofarme bloedvaten
Aorta
Longader
Longslagader
Holle ader
Poortader
Nierslagader

Slide 35 - Drag question

Welke taak hoort bij welke stof?
de bloeddruk is heel laag, en bloed gaat via deze bloedvaten naar het hart toe.
dikke wanden, en het bloed gaat vanaf het hart door dit soort bloedvaten naar organen toe
dunne bloedvaten, hier gaan stoffen van het bloed naar cellen en andersom
ader
slagader
haarvat

Slide 36 - Drag question

Bloed plaatje
Witte bloedcel
Rode Bloedcel
Bloedvat

Slide 37 - Drag question

Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 38 - Drag question

Linker harthelft
Rechter harthelft
Bevat zuurstofrijk bloed
Bevat koolstofdioxiderijk bloed
Ontvangt bloed vanuit de longaders
Ontvangt bloed vanuit de holle aders
Pompt het bloed naar de longslagaders
Pompt het bloed naar de aorta

Slide 39 - Drag question

Henkie heeft een ongeluk gehad.

Repareer Henkies kapotte bloedvat met het juiste stukje van een donor.

Slide 40 - Drag question

Witte bloedcellen
Rode bloedcellen
Kunnen uit bloedvaten
Blijven in de bloedvaten
Taak: zuurstof vervoeren
Taak: ziekteverwekkers bestrijden
bestaan meerdere soorten van
bestaan 1 soort van

Slide 41 - Drag question

In de afbeeldingen zijn verschillende type bloedvaten schematisch weergegeven. Zet de naam van het type bloedvat op de juiste plaats.
Haarvat
Slagader
Ader

Slide 42 - Drag question

In de onderstaande afbeelding  zijn schematisch de lever en een deel van de dunne darm van de mens met aan- en afvoerende bloedvaten getekend. De bloedvaten staan aangegeven met cijfers. De namen van de bloedvaten staan aan de rechterkant.
Sleep nu de namen van de bloedvaten naar het juiste cijfer.
1
2
3
4
leverslagader
darmslagader
poortader
leverader

Slide 43 - Drag question

Bloedvat 1 bevat meer zuurstof dan bloedvat 2 en 3, bloedvat 2 bevat meer glucose dan bloedvat 1 en 3. Zet de bloedvaten op de juiste plek.
Lever
1
2
3
Leverslagader
Leverader
Poortader

Slide 44 - Drag question

ader
slagader
haarvat
bloed stroomt weg van het hart
bloed stroomt naar het hart
bloed stroomt in de organen

Slide 45 - Drag question

Wat is wel en wat is geen functie van het bloed?
Functie van het bloed
Geen functie van het bloed
Afweren
Transporteren
Bloed stollen
Hormonen aanmaken

Slide 46 - Drag question

De                                 ontvangt bloed uit de longaders


Dan wordt het bloed naar de                        gepompt

Deze trekt zich samen en perst het bloed de                 in
?

                           ?
                                         ?
             
Linkerboezem
Linkerkamer
Aorta

Slide 47 - Drag question

Kleine bloedsomloop. Hoe stroomt een druppel bloed. Begin in de rechterboezem.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Het bloed komt in de linkerboezem.
Het bloed komt in de rechterkamer.
Het bloed komt in de rechterboezem.
Het bloed komt in de longen.
Het bloed komt in de longslagader.
Het bloed komt in de longader.

Slide 48 - Drag question

Welke taak hoort bij welk bloedvat?
de bloeddruk is heel laag, en bloed gaat via deze bloedvaten naar het hart toe.
dikke wanden, en het bloed gaat vanaf het hart door dit soort bloedvaten naar organen toe
dunne bloedvaten, hier gaan stoffen van het bloed naar cellen en andersom
ader
slagader
haarvat

Slide 49 - Drag question

In de afbeelding zie je verschillende typen bloedvaten.
Wat is de naam van elk type bloedvat? Sleep de juiste naar erheen.
Slagader 
Ader
Haarvat

Slide 50 - Drag question

Zet de typen bloedvaten op de juist plaats.
Ader
Slagader
Haarvaten

Slide 51 - Drag question

Ader
Slagader
Haarvat
Zuurstofrijk bloed
Zuurstofarm bloed
Zuurstofrijk bloed

Slide 52 - Drag question

grote bloedsomloop. Hoe stroomt een druppel bloed. Begin in de linkerboezem.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Het bloed komt in de linkerboezem.
Het bloed komt in de linkerkamer
Het bloed komt in de rechterboezem.
Het bloed komt in verschillende organen.
Het bloed komt in de aorta
Het bloed komt in de holle aders

Slide 53 - Drag question