Thema 3 bs 3 Ingeademde en uitgeademde lucht

Thema 3 basisstof 3:  Ingeademde en uitgeademde lucht
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Thema 3 basisstof 3:  Ingeademde en uitgeademde lucht

Slide 1 - Slide

Herhaling thema 2 bs 2   Reactieschema verbranding:
Hoe was het ook al weer?




.......................+........................->  ....................+....................+.................

Slide 2 - Slide

Herhaling bs 2: Verbranding in je lichaam:

Nodig
voor
verbranding
glucose  +  zuurstof  --> energie + koolstofdioxide + water
= bloedsuiker
= brandstof
verbrandingsproducten
- komt vrij
- nodig:
    - om warm te blijven
    - om te kunnen bewegen
Reactieschema:
adem je uit

Slide 3 - Slide

Wat zijn volgens jou brandstoffen?
A
aardgas,glas en hout
B
benzine, steen en papier
C
Olie, benzine en vet
D
papier, vet en water

Slide 4 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van verbrandingsproducten?
A
Benzine, water en aardgas
B
uitlaatgas, koolstofdioxide en water
C
olie, uitlaatgas en water
D
aardgas en benzine

Slide 5 - Quiz

De energie die vrijkomt bij de verbranding van een kaars is:
A
licht en beweging
B
warmte
C
licht
D
licht en warmte

Slide 6 - Quiz

De verbrandingsproducten die vrijkomen bij de verbranding van kaarsvet zijn:
A
water en koolstofdioxide
B
rook en zuurstof
C
water en zuurstof
D
zuurstof en kooldioxide

Slide 7 - Quiz

Wat is niet waar?
A
een indicator is een stof die een andere stof aantoont
B
koolstofdioxide kan worden aangetoond door helder kalkwater
C
koolstofdioxide kan worden aangetoond door jodium
D
Koolstofdioxide kun je niet zien en ruiken

Slide 8 - Quiz

Voor verbranding in je lichaam is nodig:
A
zuurstof en water
B
koolstofdioxide en water
C
glucose en zuurstof
D
glucose en koolstofdioxide

Slide 9 - Quiz

De verbrandingsproducten die vrijkomen bij verbranding zijn:
A
energie en water
B
zuurstof en water
C
glucose en water
D
water en koolstofdioxide

Slide 10 - Quiz

Vul de ontbrekende woorden in:
Glucose +1. ................--> energie + 2. ....................+ water
A
1= zuurstof 2= koolstofdioxide
B
1=warmte 2=beweging
C
1=beweging 2=warmte
D
1= koolstofdioxide 2= zuurstof

Slide 11 - Quiz

Thema 3 basisstof 3:  Ingeademde en uitgeademde lucht
Wat zit er in lucht?

- zuurstof (21%)
- stikstof (78%)
- koolstofdioxide (0,04%)
- rest (o.a. waterdamp) (0,96%)

Slide 12 - Slide

Lees in stilte


       Thema 3 bs. 3
Lees de tekst op
blz. 147 en 150
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Nadenkvraag (denk aan het reactieschema)
In de lucht die je inademt zit:
A
meer zuurstof
B
minder zuurstof
C
evenveel zuurstof
D
soms meer zuurstof, soms minder zuurstof

Slide 14 - Quiz

Nadenkvraag (denk aan het reactieschema)
In de lucht die je uitademt zit:
A
minder koolstofdioxide
B
meer koolstofdioxide
C
evenveel koolstofdioxide
D
soms meer, soms minder koolstofdioxide

Slide 15 - Quiz

Nadenkvraag (denk aan het reactieschema)
In de lucht die je uitademt zit:
A
evenveel waterdamp
B
minder waterdamp
C
meer waterdamp
D
soms meer, soms minder waterdamp

Slide 16 - Quiz

Nadenkvraag (denk aan het reactieschema)
De lucht die je uitademt is:
A
even koud als bij inademing
B
warmer als bij inademing
C
soms kouder, soms warmer
D
even warm als bij inademing

Slide 17 - Quiz

Kijkvragen filmpjes
  • Waarom is teveel stikstof een probleem?
  • Wat doet de overheid om stikstof te verminderen?
  • Wat kun je zelf doen om stikstof te verminderen?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Waarom is teveel stikstof een probleem?

Slide 21 - Open question

Wat doet de overheid om stikstof te verminderen?

Slide 22 - Open question

Wat kun je zelf doen om stikstof te verminderen?

Slide 23 - Open question