3.4 Stop! Tot hier en niet verder

• Mentorles
• Leren-leren
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-4

Stop! Tot hier en niet verder

Leerdoelen

• Inzicht krijgen in eigen patronen 
• Inzicht krijgen in eigen grenzen 

Grenzen aangeven

Iedereen moet wel eens zijn grens aangeven. Bijvoorbeeld als iemand voorkruipt in de rij, bij een samenwerkingsopdracht als er te veel van je gevraagd wordt, etc. Voor de een is het aangeven van grenzen iets gemakkelijks en daarmee onbewust, voor de ander is dit een hele opgave. Jouw lijf is een goede graadmeter of je nog voor of over je grens bent. Echter is het aanvoelen van je lijf lastig voor velen. Achteraf merken mensen soms dat ze een grens hadden moeten aangeven. In het moment zelf lukt/durft niet iedereen het. Uiteindelijk trekt de persoon die zijn/haar eigen grenzen niet aangeeft aan het kortste eind. 

Opdracht

De leerlingen krijgen individueel de opdracht om met de ogen dicht naar de muur te lopen. Het is geen wedstrijd wie het dichtste bij kan komen, maar een uitdaging om naar het gevoel te luisteren waar de muur is. Vervolgens zal duidelijk worden welke strategie leerlingen aannemen: armen naar voren gestoken, voeten geschuifeld, op omgevingsgeluiden focussen of vooraf beredeneren hoeveel stappen het naar de muur kan zijn. Dit zijn allemaal beschermingsmechanismen die cognitief verklaarbaar zijn. Wat merkt een leerling op wanneer hij/zij de spanning van het naar de muur toe lopen er laat zijn en het gevoel laat spreken waar hij/zij wil stoppen. De kans is dan zeer groot aanwezig dat er meer rust is in het lijf. Zo is het ook met een toets maken. Alle (cognitieve) hulpbronnen worden ingezet, de zenuwen en de spanning lopen op. Of de leerling geeft zichzelf de cognitie; ik moet de toets maken, ik heb goed genoeg geleerd en ik ga er het beste van maken. Veel spanning is weg, waardoor er meer ‘ruimte vrij komt’ voor kennis. 

Opdracht

Een tweede oefening is een fysieke uitdaging. Dit kan voor iedere leerling anders zijn. Voorbeelden hiervan zijn de ‘wall sit’, ‘planking’ of ‘hoek zit’. Ook bij deze oefening gaat het niet om wie de sterkste is of wie het langste volhoudt en over de grens gaat. Ook nu is hier weer de uitdaging: waarin zoek ik mijn grens op, blijf ik er ruim voor of ga ik er heftig overheen. 

Wat heb je onthouden van afgelopen week?