much, many, lots of, little, few

Grammar theme 2

Much, many, lots of, a lot of, (a) little, (a) few.


Stepping stones

1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammar theme 2

Much, many, lots of, a lot of, (a) little, (a) few.


Stepping stones

Slide 1 - Slide

Wat is de vertaling van much, many, lots of, a lot of?

Slide 2 - Open question

Telbaar en niet telbaar

What is the difference?


Je kunt aan het woord zien of het ev of mv is > telbaar
Je kunt dit niet zien > niet telbaar


money 
sisters

Slide 3 - Slide

Much, many, a lot of, lots of

Veel is de betekenis van much, many, a lot of, lots of.

Much > zelfstandige nwen die niet telbaar zijn.
Many > zelfstandige nwen die telbaar zijn.

Gebruik je in vragen en ontkenningen.


 don't have much time to talk.



Slide 4 - Slide

Lots of, a lot of

Lots of / a lot of = veel


Gebruik je bij zowel telbare als niet telbare zelfstandige nwen.
Gebruik je in alle soorten zinnen.


A lot of my friends like to play games.



Slide 5 - Slide

(a) little

(a) little bij zelfstandig nwen die je niet kunt tellen.

There is little room left in my wardrobe.


a little = een beetje

little = weinig

Slide 6 - Slide

(a) few

(a) few bij zelfstandige nwen die telbaar zijn.


a few = een paar

few = weinig


There are a few cats in my living room.

Slide 7 - Slide

Oefenen
Do exercise 25 and 26 on p43 of your AB.

Slide 8 - Slide

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Slide 9 - Open question

Wat kan ik nog extra oefenen?

Slide 10 - Open question