Een mengsel bestaat uit twee of meer stoffen bij elkaar.
Een zuivere stof bestaat uit één stof.
Bij oplossen valt een stof in heel kleine deeltjes uit elkaar.
Het oplosmiddel is de vloeistof waarin je een stof oplost.
Een oplossing is altijd helder en soms gekleurd.
Helder betekent dat je erdoorheen kunt kijken.
In een suspensie zitten kleine stukjes vaste stof in een vloeistof.
Een suspensie is altijd troebel en gekleurd.
Troebel betekent dat je er niet doorheen kunt kijken.