What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
4H thema 6 BS 6 deel 3
Het oog
Havo 4
Thema 6
Basisstof 2
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het oog
Havo 4
Thema 6
Basisstof 2
Slide 1 - Slide
Vandaag
Leerdoel:
Je kunt de delen van het oog beschrijven en hun functie toelichten?
Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten?
Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven en toelichten hoe je diepte kan zien?
Programma:
Bespreken vragen oogpracticum
Vragen
Stereoscopie en gezichtsbedrog
Zelf werken
Slide 2 - Slide
Via welk deel van het centrale zenuwstelsel verloopt de reflexboog van de pupilreflex?
A
Kleine hersenen
B
Hersenschors
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg
Slide 3 - Quiz
Met de Gele vlek kun je vooral.....
A
Kleuren zien
B
In het donker goed zien
C
Contrasten (zwart/wit) zien
D
In het licht slecht zien
Slide 4 - Quiz
Een dokter schijnt na een ongeluk met een zaklamp op de ogen van de patiënt om een pupilreflex te veroorzaken. Wat controleert hij daarmee NIET?
A
schade in het animale zenuwstelsel
B
schade in het autonome zenuwstelsel
C
schade in het perifere zenuwstelsel
D
schade in het centrale zenuwstelsel
Slide 5 - Quiz
Albino dieren hebben vaak rode ogen. Waardoor wordt die rode kleur veroorzaakt?
A
door het vaatvlies
B
door de iris
C
door de pigmentlaag
D
door het hoornvlies
Slide 6 - Quiz
Hiernaast is een deel van een netjesvlies weergegeven. Van welke kant valt het licht op het netvlies?
A
Van boven en raakt eerst staafjes en kegeltjes
B
Van onder en raakt eerst gevoelszenuwcellen
C
Van links
D
Van rechts
Slide 7 - Quiz
Wat kost meer energie voor je ogen: gamen of in de verte staren? En waarom?
A
Gamen, omdat het straalvormig lichaam ontspannen is
B
Gamen, omdat het straalvormig lichaam samengetrokken is
C
In de verte staren, omdat het straalvormig lichaam ontspannen is
D
In de verte staren, omdat het straalvormig lichaam samengetrokken is
Slide 8 - Quiz
Bij het laseren van de ogen wordt het hoornvlies is platter gemaakt. Helpt dit bij verziendheid of bijziendheid?
A
Alleen verziendheid
B
Alleen bijziendheid
C
Bij zowel verziendheid als bijziendheid
Slide 9 - Quiz
Met welke zintuigcellen op het netvlies zie je kleur en waar bevinden zich de meeste hiervan?
A
Staafjes - blinde vlek
B
Kegeltjes - blinde vlek
C
Staafjes - gele vlek
D
Kegeltjes - gele vlek
Slide 10 - Quiz
Stereoscopie
Impulsen via
oogzenuw
naar het gezichtscentrum in de hersenen
Oogzenuwen van beide ogen kruisen elkaar midden in de hersenen:
optisch chiasma
Informatie van de rechterkant gezichtsveld gaat naar linker gezichtscentrum en vice versa
Omdat je 2 ogen hebt krijgen je hersenen 2 verschillende beelden binnen
Het verschil tussen de beelden gebruiken je hersenen om diepte te zien
Dus je hebt 2 ogen nodig om diepte te kunnen zien
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
De blinde vlek merk je normaal niet omdat:
A
de hersenen het ontbrekende beeld invullen
B
de ogen continue bewegen
C
je met twee ogen kijkt
D
alle drie deze redenen
Slide 13 - Quiz
Weleens gehoord van de strooptest?
Op de volgende slide staan 20 gekleurde blokjes.
Noem de kleur één voor één rustig op.
Daarna maken we het iets lastiger
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Gewenning
Door bepaalde receptorcellen langdurig te prikkelen treedt gewenning op.
De ongeprikkelde cellen werken dan nog wel.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Slide 20 - Video
Hoe werkt gezichtsbedrog?
Slide 21 - Slide
Interpretatie
Impulsen vanuit de ogen komen binnen in de primaire visuele cortex. De secundaire visuele cortex interpreteert het beeld.
Dit gaat niet altijd goed.
Slide 22 - Slide
Welke kleuren zitten in dit plaatje?
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Zelf werken
Lezen
Thema 6 BS 2 (blz. 92 t/m 102)
Maken
Thema 6 BS 2 opdr. 24, 25 en 28
Kun je:
de delen van het oog beschrijven en hun functie toelichten?
de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten?
de bouw en werking van het netvlies beschrijven en toelichten hoe je diepte kan zien?
Slide 29 - Slide