What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
Hoofdstuk 5.1 kosten
btw, winst en kosten
H 5.1 uitleg
les 1
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
btw, winst en kosten
H 5.1 uitleg
les 1
Slide 1 - Slide
Wat heb ik geleerd?
Na afloop van deze les ken/kan ik ....
... wat is btw
... de consumentenprijs berekenen
... de verkoopprijs inclusief btw berekenen
... de verkoopprijs exclusief btw berekenen
... de btw berekenen
...variabele en constante kosten noemen
...het break-even punt uitrekenen
Slide 2 - Slide
btw
prijs exclusief btw 100 prijs excl.
btw 21% +
21 + btw +
prijs inclusief btw 121 prijs incl.
Slide 3 - Slide
Btw berekenen
Inclusief of exclusief btw!
Wat is hier het btw bedrag, als de btw 21% bedraagt?
Slide 4 - Slide
Hoeveel is het btw bedrag van de Apple bij een verkoopprijs van €929
A
7,68
B
767,77
C
161,23
D
195,09
Slide 5 - Quiz
Btw berekenen
prijs exl. 100 ? 929/121 * 21 = 161,23
btw 21% 21 ?
prijs incl 121 929
Slide 6 - Slide
Btw berekenen
Wat is hier het btw bedrag, als de
btw 9% bedraagt?
Slide 7 - Slide
Wat is het btw bedrag, als de btw 9% bedraagt? De cola kost 2,22
A
0,47
B
0,38
C
0,20
D
0,18
Slide 8 - Quiz
Btw berekenen
Wat is hier het btw bedrag, als de
btw 9% bedraagt?
Antwoord:
€2,22 : 109 x 9 = €0,18
Slide 9 - Slide
Resultaat berekenen
Omzet (ex btw)
Inkoopwaarde (ex btw) -
Bruto Winst
Bedrijfskosten -
Netto Winst
Slide 10 - Slide
Vaste en Variabele kosten
Slide 11 - Slide
Geef aan of het gaat om vaste
of een variabele kosten.
Vaste kosten
Variabele kosten
Verzendkosten
Reclame
Huur
Verzekering
Ingredienten
Slide 12 - Drag question
Zijn onderstaande kosten variabele kosten of vaste kosten?
huur gebouw
A
variabele kosten
B
vaste kosten
Slide 13 - Quiz
Break-even punt
Slide 14 - Slide
manieren van berekenen
Break-even afzet
TO=TK
afzet =
constante kosten
verkoopprijs - variabele kosten per stuk
Slide 15 - Slide
vaste kosten € 1.000,-
variabele kosten € 2,-
verkoopprijs € 7,-
A
De break-even afzet 143
B
De break-even afzet is 200
C
De break-even afzet is 1.400
D
De break-even omzet is € 200,-
Slide 16 - Quiz
vaste kosten € 13.500,-
variabele kosten € 14,-
verkoopprijs € 27,50
A
De break-even afzet 100
B
De break-even afzet is 1000
C
De break-even afzet is € 1.000,-
D
De break-even omzet is € 27.500,-
Slide 17 - Quiz
btw, winst, omzet, kosten
H 5.1 herhalen
les 2
Slide 18 - Slide
Prijs van een product in de winkel is €29,99. De btw is 21%. Hoeveel kost de trui exclusief btw? Geef de berekening
Slide 19 - Open question
Een andere trui kost €49,99. Hoeveel betaal je aan btw? (btw = 21%)
Slide 20 - Open question
Hoe bereken je de netto winst?
A
omzet - kosten
B
omzet - alle kosten
C
Omzet - inkoopwaarde vd omzet
D
bruto winst - inkoopwaarde vd omzet
Slide 21 - Quiz
Hoe bereken je de omzet?
A
prijs * hoeveelheid
B
brutowinst = bedrijfskosten
C
opbrengst - kosten
D
winst - inkoopwaarde van de omzet
Slide 22 - Quiz
Stel je constante kosten zijn €1000 en je variabele kosten €5 per stuk. Wat zijn de laagste kosten per stuk die je kan bereiken?
Slide 23 - Open question
Hoe bereken je de netto winst?
Slide 24 - Open question
De constante kosten zijn € 5.400
verkoopprijs = €15
variabele kosten per stuk € 6
Hoe hoog is de break even afzet?
Slide 25 - Open question
Stel break even afzet = 600
verkoopprijs is €15 per stuk
variabele kosten per stuk € 6
Hoe hoog is de break even omzet?
Slide 26 - Open question