Kransslagaders brengen bloed naar het hart, is dit zuurstofarm of zuurstofrijk?
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk
Slide 15 - Quiz
Grote bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Organen
Rechterkamer
Rechterboezem
Longen
Linkerkamer
Linkerboezem
Aorta
Longslagader
Holle ader
Longader
Slide 16 - Drag question
Zuurstofarm
Zuurstofrijk
Beide
Organen
Rechterkamer
Rechterboezem
Longen
Linkerkamer
Linkerboezem
Aorta
Longslagader
Holle ader
Longader
Slide 17 - Drag question
In welk deel van het hart komt het zuurstofrijke bloed binnen?
A
Rechterboezem
B
Linkerboezem
C
Rechterkamer
D
Linkerkamer
Slide 18 - Quiz
Welke helft van je hart is het grootst?
A
De linkerhelft
B
De rechterhelft
Slide 19 - Quiz
Het hart krijgt zuurstof dankzij de...
A
Aorta
B
Longslagader
C
Holle ader
D
Kransslagaders
Slide 20 - Quiz
Hoe heet het bloedvat dat van het hart naar de longen gaat?
A
De bovenste holle ader
B
De aorta
C
De longslagader
D
De longader
Slide 21 - Quiz
Hoe heten de kleppen die in je hart zitten?
A
Bloedkleppen
B
Hartkleppen
C
Aderkleppen
D
Halvemaanvormige kleppen
Slide 22 - Quiz
Hoe voorziet het hart zichzelf van zuurstof en voedingsstoffen?
A
De stoffen worden vanzelf opgenomen uit het bloed in het hart
B
Door het bloed dat door de kransslagaderen gepompt wordt
Slide 23 - Quiz
Deze bloedvaten voeren bloed van het hart af
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders
D
Holle aders
Slide 24 - Quiz
Je ziet hier een afbeelding van het hart. Nummer 1 is ...
A
de rechter hartkamer
B
de rechter boezem
C
de linker hartkamer
D
de linkerboezem
Slide 25 - Quiz
Je ziet hier een afbeelding van het hart. Nummer 2 is ...
A
de rechter hartkamer
B
de rechter boezem
C
de linker hartkamer
D
de linkerboezem
Slide 26 - Quiz
hoeveel hartkleppen heeft het hart?
A
2
B
3
C
4
D
6
Slide 27 - Quiz
Je ziet hier een afbeelding van het hart. Nummer 10 is ...
A
de rechter hartkamer
B
de rechter boezem
C
de linker hartkamer
D
de linkerboezem
Slide 28 - Quiz
Je ziet hier een afbeelding van het hart. Nummer 9 is ...
A
de rechter hartkamer
B
de rechter boezem
C
de linker hartkamer
D
de linkerboezem
Slide 29 - Quiz
Je ziet hier een afbeelding van het hart. Nummer 4 is ...
A
de aorta
B
de onderste holle ader
C
de bovenste holle ader
D
de longslagader
Slide 30 - Quiz
In afbeelding 1 staat een hart weergegeven. Een aantal delen en bloedvaten staan aangegeven met cijfers. Er worden twee beweringen gedaan over het hart in de afbeelding. 1. De delen 6 en 7 van het hart ontvangen bloed uit aders. 2. Het bloed dat het hart verlaat via bloedvat 3, komt het hart weer binnen via bloedvat 4.
Welke bewering is of welke zijn juist?
A
De beweringen zijn allebei onjuist
B
De beweringen zijn allebei juist
C
Alleen bewering 1 is juist
D
Alleen bewering 2 is juist
Slide 31 - Quiz
Een rode bloedcel die in de kleine bloedsomloop zuurstof heeft opgehaald gaat terug naar het hart.
In welk deel van het hart komt deze bloedcel als eerste terecht?
A
linkerboezem
B
linkerkamer
C
rechterboezem
D
rechterkamer
Slide 32 - Quiz
Zitten de boezems boven of onder in het hart?
A
boven
B
onder
Slide 33 - Quiz
Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide
Slide 34 - Quiz
In de afbeelding is een doorsnede van het hart met aansluitende bloedvaten schematisch getekend. Via welk van de genummerde bloedvaten komt zuurstofarm bloed het hart binnen?
A
Via bloedvat 1
B
Via bloedvat 2
C
Via bloedvat 3
D
Via bloedvat 4
Slide 35 - Quiz
Hoeveel kamers heeft het hart?
A
Drie
B
Vijf
C
Vier
D
Zes
Slide 36 - Quiz
Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4
D
5
Slide 37 - Quiz
Wat is de volgorde van de kleine bloedsomloop?
A
Hart - hersenen - hart
B
Hart - kleine tenen - hart
C
Hart - longen - hart
D
Hart - nieren - hart
Slide 38 - Quiz
De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers
Slide 39 - Quiz
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 40 - Quiz
Het hart brengt in de grote bloedsomloop het bloed naar de:
A
organen
B
longen
Slide 41 - Quiz
In de afbeelding is een doorsnede van het hart met aansluitende bloedvaten schematisch getekend. Via welk van de genummerde bloedvaten komt zuurstofrijk bloed het hart binnen?
A
Via bloedvat 1
B
Via bloedvat 2
C
Via bloedvat 3
D
Via bloedvat 4
Slide 42 - Quiz
In de afbeelding is een doorsnede van het hart met aansluitende bloedvaten schematisch getekend. Welk nummer geeft het deel van het hart aan dat het bloed in de longslagader pompt?
A
nummer 5
B
nummer 6
C
nummer 7
D
nummer 8
Slide 43 - Quiz
In welke richting pompt het hart het bloed?
A
orgaan 1
B
orgaan 2
C
orgaan 4
Slide 44 - Quiz
Bij de werking van het hart zijn drie fasen te onderscheiden. Tijdens welke fase staan de kleppen tussen de boezems en de kamers open?
A
Alleen tijdens de hartpauze
B
Alleen tijdens het samentrekken van de boezems
C
Alleen tijdens het samentrekken van de kamers
D
Zowel tijdens de hartpauze als tijdens het samentrekken van de boezems.