Hoofdstuk 2 Paragraaf 1

 
Hoofdstuk 2 Paragraaf 1
 De markt van vraag en aanbod
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

 
Hoofdstuk 2 Paragraaf 1
 De markt van vraag en aanbod

Slide 1 - Slide

Waar denk jij aan bij 'vraag en aanbod'?

Slide 2 - Mind map

Concrete markt

Deze kun je bezoeken (weekmarkt, winkel)

Abstracte markt

Het geheel van alle vraag en aanbod naar een bepaald product (telefoonmarkt)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is een vraaglijn ?
De lijn die het verband aangeeft tussen de prijs (P) en de gevraagde hoeveelheid (Q); in het normale geval vertoont deze lijn een dalend verloop; dit wil zeggen dat bij hogere prijzen minder wordt gevraagd dan bij lagere prijzen.

Voorbeeld:Qv = – 2P + 800

Slide 5 - Slide

Je moet een vraaglijn kunnen aflezen. Waarvoor staat de P?

Slide 6 - Open question

Je moet een vraaglijn kunnen aflezen. Waarvoor staat de Q?

Slide 7 - Open question

Je moet een vraaglijn kunnen aflezen. Waarvoor staat de Qv?

Slide 8 - Open question

De vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs van een goed en de gevraagde hoeveelheid van dat goed.
A
Dit is voor elk goed hetzelfde.
B
Dit is voor elk goed anders.

Slide 9 - Quiz

Waarom heeft de vraaglijn een dalend verloop?
A
Hoe hoger de prijs, hoe meer er gevraagd wordt
B
Hoe hoger de prijs, hoe minder vraag
C
Omdat de aanbodlijn stijgt
D
Omdat er altijd sprake is van evenwicht

Slide 10 - Quiz

V
r
a
a
g
l
i
j
n

Slide 11 - Slide

Als de vraag naar goud toeneemt...
A
Verschuift de vraaglijn naar rechts.
B
Verschuift de vraaglijn naar links

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

De vraaglijn verschuift naar links, dit kan het gevolg zijn van:
A
een hogere koopkracht
B
een prijsstijging
C
een daling van het aantal inwoners
D
het verdwijnen van concurrenten

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Stel de functie van de vraaglijn naar cola is:
Qv = –15p + 45. Gegeven prijs is € 2,50.
Hoeveel blikjes cola worden er verkocht?
A
82.5
B
8
C
9,375
D
7,5

Slide 16 - Quiz

Gegeven:
Qv=-15p+45             en        p=2,50

Dan ga je de p invullen in de formule

Qv= -15x2,50+45
Qv= -37,50+45
Qv= 7,5

Slide 17 - Slide

Hoeveelheid geld die iemand in een bepaalde periode ontvangt.
Lijn die bij iedere prijs aangeeft hoeveel stuks de consument bij die prijs willen kopen

hoeveelheid goederen en diensten die met het inkomen gekocht kunnen worden

aantal stuks dat de consumenten bij een bepaalde prijs willen kopen
gevraagde hoeveelheid
vraaglijn
koopkracht
inkomen

Slide 18 - Drag question

De vraaglijn van een product verschuift in een jaar evenwijdig naar links. Een mogelijke oorzaak van deze verschuiving is.....
A
een afname van het aantal vragers.
B
een inkomensstijging bij de consumenten.
C
een toename van het aantal vragers.
D
een prijsverlaging van het product zelf

Slide 19 - Quiz

Tekenen!

Slide 20 - Slide


Wat heb je 
deze les geleerd?
LAATSTE VRAAG

Slide 21 - Open question

Huiswerk volgende les
Goed lezen paragraaf 2.1
Maken de opdrachten van paragraaf 2.1 in je SCHRIFT! In dit hoofdstuk komt veel teken- en rekenwerk voor.
Succes!!

Slide 22 - Slide