kijk-luister oefening

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 2,3

00:43

Wat draagt Nico graag?

1. T-shirts
2. Warme truien
3. Mutsen
4. Nieuwe schoenen

00:45

Wat is de lievelingskleur van Nico?

01:00

Welke kledingstukken ontbreken uit de tas?

1. Spijkerbroek en T-shirt
2. Warme trui en overhemd
3. Warme trui en T-shirt
4. Overhemd en spijkerbroek

01:33

Hoe lossen ze het ontbreken van de kledingstukken op?

1. naar de politie gaan om aangifte te doen
2. nieuwe kleding kopen
3. naar vrienden om kleding te lenen.
4. naar de plek van de gevonden tas teruggaan om te kijken of het daar ligt

01:26

Wat is het probleem met het overhemd?

1. te groot
2. te klein
3. te duur
4. lelijke kleur

02:19

Het meisje vindt ......

1. Nico niet leuk
2. Nico leuk en wil volgende keer iets anders doen dan shoppen.
3. Nico leuk, maar wil niet meer afspreken
4. Nico leuk en wil vaker met hem shoppen

00:45

Wat kost het overhemd?

00:45

Op welke dagen traint de groep?

1. maandag of woensdag
2. dinsdag of vrijdag
3. zaterdag of zondag
4. vrijdag of zondag

00:52

Hoe lang spelen ze al samen?

1. 1 jaar
2. 3 jaren
3. 4 jaren
4. 5 jaren

00:33

Waaruit kan hij kiezen met het eten?

1. patat en worst
2. sushi, pizza en salade
3. pizza en salade
4. patat en salade

01:19

Wat besteld Nico?

01:40

De jongen gaat bestellen en vraagt: Wo ist mein Handy? Wat betekent dit?

1. wie betaalt er?
2. waar is mijn mobieltje?
3. wat is het telefoonnummer?

00:26

Hoeveel gram feta gaat er op de pizza?

1. 150 gram
2. 200 gram
3. 250 gram
4. 280 gram

00:51

Hoeveel minuten moet de pizza in de oven?

1. 15 min
2. 20 min
3. 25 min
4. 30 min

00:59

Wie kan goed koken en bakken?

1. zij zelf
2. haar nicht
3. haar tante
4. haar zus

00:40

Wat doet Nico graag in zijn vrije tijd?

1. voetballen
2. voetbal, joggen en zwemmen
3. voetballen en joggen
4. voetballen en zwemmen

00:59

Welke zelfde hobby hebben Nico en de barman?

1. zwemmen
2. hardlopen
3. fietsen
4. vissen

01:34

Wat is Yara van Nico?

1. zijn vriendin
2. zijn tante
3. zijn nicht
4. zijn zus