What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Visit the website
‹
Return to search
HA3: Stijlfiguren door elkaar
Fictie
Stijlfiguren en beeldspraak
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Fictie
Stijlfiguren en beeldspraak
Slide 1 - Slide
Doelen
Ik ken alle stijlfiguren en vormen van beeldspraak uit het boek;
Ik kan de verschillende stijlfiguren benoemen in een zin.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Oefenen
In de volgende dia's staan een aantal quizvragen. Weet jij welk stijlfiguur er in de zin staat?
Slide 4 - Slide
hyperbool, eufemisme, understatement, paradox
Slide 5 - Slide
Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox
Slide 6 - Quiz
Waarom een eufemisme?
Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
Slide 7 - Open question
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox
Slide 8 - Quiz
Welk stuk van de zin is de understatement?
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
Slide 9 - Open question
Ik heb wel een eeuw op je staan wachten.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox
Slide 10 - Quiz
Schrijven is de kunst van het schrappen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox
Slide 11 - Quiz
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox
Slide 12 - Quiz
Er is één constante in het leven: dat alles voortdurend verandert.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox
Slide 13 - Quiz
pleonasme, tautologie, herhaling, retorische vraag
Slide 14 - Slide
Geld, geld is het enige wat hem bezighoudt.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling
D
retorische vraag
Slide 15 - Quiz
De gele zonnebloemen maken de kamer veel gezelliger.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling
D
retorische vraag
Slide 16 - Quiz
Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling
D
retorische vraag
Slide 17 - Quiz
Mevrouw Palmans: "Denk je dat ik dit nog een keer ga uitleggen?"
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling
D
retorische vraag
Slide 18 - Quiz
Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling
D
retorische vraag
Slide 19 - Quiz
Deze zomer hadden wij de parasol wel nodig tegen de hete tropenzon.
A
pleonasme
B
tautologie
C
herhaling
D
retorische vraag
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
metafoor, metonymia, vergelijking, personificatie
Slide 22 - Slide
Ik heb net twee Rembrandts gekocht.
A
metafoor
B
metonymia
C
vergelijking
D
personificatie
Slide 23 - Quiz
De zon lachte ons toe.
A
metafoor
B
metonymia
C
vergelijking
D
personificatie
Slide 24 - Quiz
Dat schaap heeft zich weer beet laten nemen.
A
metafoor
B
metonymia
C
vergelijking
D
personificatie
Slide 25 - Quiz
Hij vroeg de ouders de hand van hun dochter.
A
metafoor
B
metonymia
C
vergelijking
D
personificatie
Slide 26 - Quiz
Zij liep als een gazelle over de baan.
A
metafoor
B
metonymia
C
vergelijking
D
personificatie
Slide 27 - Quiz
Evaluatie
Slide 28 - Slide
Wat vind je nog lastig aan de stijlfiguren?
Slide 29 - Open question