This lesson contains 23 slides, with text slides.
1. In je werkstuk komt een tabel met voedingsmiddelen en de gegevens of die voedingsmiddelen zetmeel
bevatten
2. In je werkstuk staat ook de ingevulde tekst:
De indicator voor zetmeel is ....................... De kleur van een jodiumoplossing is .....................
Als een jodiumoplossing in aanraking komt met een voedingsmiddel dat zetmeel bevat,
kleurt dat deel ......................
Voorbeelden van voedingsmiddelen die zetmeel bevatten zijn: (Noem er 3)
Zetmeel behoort tot de voedingsstof: ..................................... de belangrijkste functie is het leveren
Het verschil tussen zetmeel en glucose is: ...........................................