Yvonne Wielaard
Docent N&Z en L.O. - mentoraat klas 1 VO

Th2 B4 Celkern Oefenvragen

Thema 2 Organen en cellen
B4    de celkern
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 2 Organen en cellen
B4    de celkern
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen
Begrippen: Chromosomen, DNA, erfelijke eigenschappen
Nakijken: Magister 
ELO gedeelde documenten NZ kies thema

Slide 3 - Slide

Na het leren, controleren, wat weet je al? 
Wat is nog lastig? Wat ga je daaraan doen?
1. Gebruik de leertips voor NZ (in je schrift geplakt, in magister)
2. Gebruik de leerdoelen: Leg uit
3. Leerwerkboek: Afbeeldingen met namen van onderdelen leren
4. Herhaal het maken van de opdrachten (online)
5. Magister-Leermiddelen: Flitskaarten
6. Magister-Leermiddelen: Test jezelf van elke basisstof
7. Magister-Leermiddelen: Oefentoets (diagnostische toets) ... voor PW
8. LessonUP: oefenvragen maken
9. Gebruik biologiepagina.nl (Let op: Daar is meer info, die extra's niet leren)

Slide 4 - Slide

Nog meer info en/of oefenen

Slide 5 - Slide

De celkern
Iedere cel in je lichaam heeft een celkern.

In de celkern zit belangrijke erfelijke informatie opgeslagen. 


Slide 6 - Slide

Celkern.
 De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

In de celkern zitten chromosomen

Slide 7 - Slide

De celkern
 
Er zijn 46 chromosomen. 
Het zijn lange dunnen draden. 

Een chromosoom bestaat voor een groot deel uit DNA. 

Dat DNA  bevat de informatie van al de erfelijke eigenschappen. 
Iemand krijgt 50 % van de moeder en 50%  van de vader.

Slide 8 - Slide

De celkern
Iedere cel in je lichaam heeft een celkern.

In de celkern zit belangrijke erfelijke informatie opgeslagen. 

DNA bevat de informatie van al je erfelijke eigenschappen

Chromosomen bestaan uit DNA

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is de functie
van de celkern?
A
Stevigheid bieden
B
Vocht vasthouden
C
Opslag van DNA
D
die heeft geen functie

Slide 11 - Quiz

Wat zit er in de celkern?
A
Vacuole
B
bladgroenkorrels
C
DNA
D
een celwand

Slide 12 - Quiz


Celkern
A
Onderdeel van een plantaardige cel
B
Onderdeel van een dierlijke cel
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 13 - Quiz

Heeft dit organisme een celkern?
A
Ja, want het is een plant
B
Ja, want het is een dier

Slide 14 - Quiz

Wat bevat DNA?
A
celplasma
B
informatie voor je erfelijke eigenschappen
C
alle voedingstoffen
D
Desoxyribonucleïnezuur Deoxyribonucleic acid (En)

Slide 15 - Quiz

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA
A
waar
B
nietwaar

Slide 16 - Quiz



Wat zijn chromosomen
A
lange dunne draden in de celkern
B
het zijn kernen
C
Bevatten eigenschappen
D
zijn cellen

Slide 17 - Quiz

Een mens heeft 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft iemand van de moeder?
A
46
B
23
C
22
D
45

Slide 18 - Quiz



Kun je chromosomen zien?
A
ja
B
nee
C
alleen als de cel kapot gaat
D
alleen als de cel zich gaat delen

Slide 19 - Quiz


Zit er in de kern van een cel in je maag,
informatie over wat de lever doet?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz



Wat is een erfelijke eigenschap?
A
een wat kromme arm na een armbreuk
B
oogkleur
C
tattoo die niet meer weggaat
D
geel geverfd haar

Slide 21 - Quiz

Hoeveel chromosomen heeft een persoon met het down syndroom?
A
23
B
22
C
47
D
46

Slide 22 - Quiz

Beide ouders hebben niet het syndroom van Down.
Toch blijkt hun kind geboren te zijn met het syndroom van Down.
Hoe kan dat zijn ontstaan?
A
Doordat Anika in de eerste weken van de zwangerschap medicijnen moest gebruiken tegen misselijkheid
B
Doordat Anika tijdens de zwangerschap een virusinfectie gekregen.
C
Doordat er iets mis is gegaan bij de vorming van de geslachtscellen (het aantal chromosomen) bij de vader of de moeder
D
De moeder heeft tijdens de zwangerschap teveel alcohol gedronken

Slide 23 - Quiz