so opstromen Herbarium

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

D1BTh8: ANTWOORDEN Praktijk Witte dovenetel

Een bloem bekijken, inplakken en benoemen

1. Haal een bloem (met de bloemkelk en de bloemkroon) van de plant.

2. Buig de bloemkroon naar achteren. Nu kun je beter 'in de bloem kijken'.

3. Gebruik de loep. Zoek en bekijk de meeldraden en de stamper.

     Tel hoeveel meeldraden / stampers er zijn.

4. Plak de bloem met plakband in je schrift. 

5. Benoem de onderdelen: Bloemkroon, bloemkelk, meeldraad, stamper

6. Noteer hoeveel meeldraden en stampers er zijn.

7.  Schrijf op wat je opvalt als je kijkt naar de lengte van de meeldraden! 

meeldraden verschillende lengte

(onder de helmknop)

3

gespleten stempel: groter oppervlak daardoor meer kans op bestuiving

3

bestuiving: insecten zijn belangrijk

verspreiding zaden: mieren zijn belangrijk

4

opdracht 

5 en 6

bladstand

Meer weten? 

1. 

a) Welk dier zorgt voor de verspreiding van de zaadjes van deze bloem?

b) Op welke manier gebeurt dat? Leg uit!

2.

In welk gerecht kun je de witte dovenetel als ingrediënt gebruiken?

3.

a) Welk deel van de witte dovenetel kun je gebruiken als je door de brandnetels bent gelopen?  b) Wat kun je dan doen met dat deel?