D2BTh4 B4 Bloedvaten - oefenen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 2

D2BTh4 

 B4: Bloedvaten

Info gebruikt van:

Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou

Biologiepagina.nl

Bioplek.org

Biologieweb.nl

e.a. 

Wat weet jij (al) van 'bloedvaten'

1.  Je weet en kunt uitleggen welk 3 typen bloedvaten er zijn

2. Je weet en kunt uitleggen welke functies en kenmerken de 

    3 typen bloedvaten hebben

welke drie soorten bloedvaten zijn er?

1. Aorta, slagaders en aders
2. Aorta, aders en haarvaten
3. Aorta, slagaders en haarvaten
4. Slagaders, aders en haarvaten

Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?

1. ja
2. nee
3. meestal wel maar soms niet

Een bloedvat is
1 cel dik.
Wat is NIET waar?

1. hierdoor kan vocht met zuurstof
2. hierdoor kan vocht met koolstofdioxide
3. hierdoor kunnen voedingsstoffen
4. hierdoor kan een stukje spaghetti

Slagaders

Haarvaten

Aders

Gespierde wand

1 cellaag dik

'Vervoert bloed naar het hart toe

Vervoert bloed 

van hart af

Heeft kleppen

Hier vindt gaswisseling plaats

Welke bloedvaten zijn op de foto zichtbaar?

1. slagaders
2. haarvaten
3. aders
4. de aorta

Je kunt je hartslag meten bij je pols.
Dit is een voorbeeld van een

1. aorta
2. slagader
3. ader
4. haarvat

Bloedvat:
Wat geeft
nummer 2 aan?

1. een slagader
2. een ader
3. een haarvat

Wat is er bijzonder aan de longader?

1. De bloeddruk is er hoog
2. Hij loopt van het hart af
3. Hij bevat zuurstofrijk bloed
4. Hij heeft een gespierde wand

In welke bloedvaten is
de bloeddruk laag?

1. In haarvaten en aders
2. alleen in aders
3. alleen in haarvaten
4. in slagaders

In welke bloedvaten worden stoffen in het bloed opgenomen en aan organen afgegeven?

1. aders
2. haarvaten
3. slagaders
4. de holle aders

Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?

1. Aders
2. Haarvaten
3. Slagaders
4. de aorta

Wat is waar?

1. Slagaders: wand dik, bloeddruk hoog
2. Aders: kleppen in armen en benen

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1: waar 2: nietwaar
4. 1: nietwaar 2: waar

Wat is waar?

1. Slagaders: bloed van hart af
2. Aders: dun en weinig elastische wand

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1: waar 2: nietwaar
4. 1: nietwaar 2: waar

Slagaders

Aders

Naar het hart toe

Van het hart af

Dikke gespierde wand

Dunne slappe wand

Kleppen over de gehele lengte

Kleppen alleen bij het hart

Bloed stroomt snel

Bloed stroomt langzaam

Wat is waar?
1. Aders: bloeddruk laag
2. Slagaders: dik, stevige, elastische wand

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1: waar 2: nietwaar
4. 1: nietwaar 2: waar

Wat is waar?
1. Aders: bloed stroomt weg van de organen
2. Slagaders: liggen meestal diep in het lichaam

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1: waar 2: nietwaar
4. 1: nietwaar 2: waar

Wat is waar?
1 Bij een aderlijke bloeding stroomt meer bloed weg dan bij
een slagaderlijke bloeding
2 Bloeddruk wordt veroorzaakt doordat het hart bloed
wegpompt

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. 1: waar 2: nietwaar
4. 1: nietwaar 2: waar

Wat zie je in de onderste afbeelding

1. slagaders
2. hartkleppen
3. goed werkende aderkleppen
4. slecht werkende aderkleppen

Ader, waarheen stroomt het bloed?

Wat is de bloeddruk?

Waarheen stroomt het bloed door een slagader?

Hoe dik is een haarvat?

Wat is de functie van de aderkleppen?