Yvonne Wielaard
Docent N&Z en L.O. - mentoraat klas 1 VO

D2ATh3 B1 en B2 praktijk ANTWOORDEN

D2ATh3: Verbranding en ademhaling
 B1: Wat is verbranding

Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
Tijdens de praktijk doe je ook opdrachten die bij B2 (In- en uitgeademde lucht) horen.
PRAKTIJK ANTWOORDEN
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

D2ATh3: Verbranding en ademhaling
 B1: Wat is verbranding

Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
Tijdens de praktijk doe je ook opdrachten die bij B2 (In- en uitgeademde lucht) horen.
PRAKTIJK ANTWOORDEN

Slide 1 - Slide

Verbranding: Dit weet/snap je!

Reactieschema van het verbrandingsproces:

Algemeen:  
Brandstof      +    zuurstof    -->     water    +    koolstofdioxide      +      energie
(brandstof)                                      (verbrandingsproducten)                 
                                                                                                                 
Auto:
Benzine      +      zuurstof     -->     water    +    koolstofdioxide      +      energie
(brandstof)                                        (verbrandingsproducten)               (warmte + beweging)

Kaars:
Kaarsvet      +     zuurstof     -->     water     +   koolstofdioxide      +     energie
(brandstof)                                      (verbrandingsproducten)                (warmte + licht)

Lichaam:
Glucose      +       zuurstof   -->      water + koolstofdioxide           +      energie
(brandstof)                                      (verbrandingsproducten)                (lichaamstemperatuur + beweging)
Alle processen in je cellen vragen energie

Slide 2 - Slide

Indicator
Je kunt koolstofioxide niet ruiken en niet zien. Als je dit gas wilt aantonen kun je gebruik maken van een indicator.
Een indicator is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen.

Helder kalkwater is een indicator voor koolstofdioxide. Kalkwater is water met opgelost kalk. Je gaat verschillende praktijkopdrachten doen die te maken hebben met verbranding.
Koolstofdioxide is een gas in de lucht. Je kunt het niet zien en niet ruiken.

Slide 3 - Slide

Practica regels:   

  1. Je volgt de instructies op die je krijgt. 
  2. Je draagt een jas en bril. 
  3. Als je lang haar hebt, heb je je haar in een staart. 
  4. Je gaat zorgvuldig om met het materiaal. 
  5. Je doet de opdrachten zoals deze omschreven zijn. 
  6. Je gaat niet ‘spelen’ met spullen die je voor de praktijkopdrachten gebruikt.
  7. Je helpt opruimen als alle opdrachten gedaan zijn. 
  8. Verdeel de taken, bijna altijd vindt iedereen het leuk om een proefje uit te voeren


Slide 4 - Slide

Opdracht 1: Verbranding bij een kaars (MH: blz. 96)



  • Zet het waxinelichtje op het schoteltje en steek het aan 
  •  Zet de jampot over het brandende waxinelichtje
  • Beantwoord de vragen op blz. 96

    >   Maak direct na de demo:  Van opdracht 1  vraag 1, 2 en 3. 
    >   Later maak je de twee vragen over de conclusies 


DEMO door de docent

Slide 5 - Slide

Uitleg opdracht 1: Verbranding bij een kaars
Reactieschema:

kaarsvet       +       zuurstof   ==>   koolstofdioxide + water                          +      energie
(brandstof)                                         (verbrandingsproducten)

Waarneming:                                             
Water          :   Condens aan de binnen kant van het glas  met wat water druppeltjes           
Energie     :
Licht            :   Je ziet de vlam - het licht
Warmte      :   Je voelt dat het glas aan de bovenkant wat warm is geworden                                



Slide 6 - Slide

Uitleg: Koolstofdioxide aantonen 
Koolstofdioxide is een gas. Je kunt het niet zien en je kunt het niet ruiken.
Je kunt koolstofdioxide wel aantonen.

Een indicator is een stof waarmee je een andere stof aantoont.

Helder kalkwater is water waar kalk in is opgelost. 
Voor het aantonen van koolstofdioxide gebruik je 'helder kalkwater' 
Je kunt koolstofdioxide aantonen door er helder kalkwater bij te doen.

Slide 7 - Slide

Opdracht 2: Koolstofdioxide aantonen 
(MH: blz. 96 en 97)


      • Nummer de buizen 1 t/m 4 met de stift
      • In buis 1: een pinkdikte gekookt en afgekoeld water 
      • In buis 2: een pinkdikte mineraalwater met prik
      • In buis 3 én 4: een pinkdikte helder kalkwater 
      • Doe de inhoud van buis 1 bij buis 3 
      • Doe de inhoud van buis 2 bij buis 4 
      • Beantwoord de vragen op blz. 97

Pinkdikte

Slide 8 - Slide

Uitleg: Opdracht 2: Koolstofdioxide aantonen 
(MH: blz. 96 en 97)

Mineraalwater bevat koolzuur = koolstofdioxide.


Als je koolzuurhoudend drinken mengt met helder kalkwater, wordt het kalkwater troebel.

Gekookt en afgekoeld water bevat geen koolstofdioxide, daarom wordt het helder kalkwater NIET troebel.


Slide 9 - Slide

Opdracht 3: Koolstofdioxide bij een brandende kaars (MH: blz. 97, 98)
Eerst lees je wat we gaan doen.  

 ‘Jampotje 1’: 
Beantwoord van opdracht 3 voordat je het proefje doet vraag 1. Daarna:
  • Steek het waxinelichtje aan, plaats deze op de houder 
  • Laat de houder met brandend waxinelichtje vervolgens voorzichtig zakken in het 
       helderkalkwater in de jampot 
  •  Doe het afdekplaatje direct op het jampotje. Bekijk wat er gebeurt. 

Bij 'Jampotje 2' ga je de kaars Niet aansteken. Bekijk wat er gebeurt.
 > Maak heel opdracht 3. Welke conclusie kun je trekken? 

    Wij gebruiken een waxinelichtje en een houder

    Slide 10 - Slide

    Uitleg  en antwoorden opdracht 3  (1)
    Verbranding bij een kaars: 
    Waarneming: De kaars gaat uit. Het helder kalkwater wordt troebel.
    Dit is het bewijs voor het verbrandingsproduct koolstofdioxide (CO2)
    Energie: Licht en Warmte (Het glas voelt warm aan).
    Verbrandingsproduct: Water: De binnenkant glas is beslagen. Waterdruppeltjes zijn te zien.

    Antwoorden:
    2. Je weet niet zeker of het kalkwater troebel wordt door verbranding. Misschien komt het wel door iets anders....
    3. Ja wel kalkwater, HELDER kalkwater anders kun je het niet vergelijken met het andere proefje
    4. Ja er moet een kaars in, maar die steek je NIET aan 

    Slide 11 - Slide

    Uitleg opdracht 3  (2)
    Verbranding bij een kaars: 
    Reactieschema:

    kaarsvet       +       zuurstof   ==>   koolstofdioxide + water                          +      energie
    (brandstof)                                         (verbrandingsproducten)                                (licht en warmte)

    Waarneming:                                             
    Het helder kalkwater wordt troebel.
    Helder kalkwater wordt troebel als het in aanraking komt met kooldioxide.

    Conclusie: Bij verbranding komt kooldioxide vrij.                              



    Slide 12 - Slide

    Opdracht 8 
    Zuurstof in ingeademde en uitgeademde lucht


    Maak vraag 1, 2 en 3 van opdracht 8
    blz. 102 van je werkboek
    DEMO door de docent

    Slide 13 - Slide

    Opdracht 8 
    Lucht                    - tijd (sec) 1e x   -   tijd (sec) 2e x
    ingeademde               ....                               ....
    uitgeademde             ....                               ....

    1. De kaars gaat uit doordat de ZUURSTOF op is

    2. De kaars bleef het langst branden in het bekerglas met INGEADEMDE lucht

    3. D=In ingeademde lucht zit MEER zuurstof dan in uitgeademde lucht

    Slide 14 - Slide

    Opdracht 9: Koolstofdioxide in- en uitgeademde lucht 
    (MH: blz. 102 en 103)
    In de gaswasfles zit een laagje helder kalkwater. 
    Één buisje zit in de vloeistof (B)
    Één buisje is eigenlijk geen buisje maar alleen een mondstuk (A)

    • Leerling 1 zuigt aan het mondstukje dat boven de vloeistof hangt 
         (A:NIET in de vloeistof )
          > Maak van opdracht 9 op blz. 102 in het bovenste deel van de tabel 

    •  Leerling 2 blaast door het buisje dat WEL in de vloeistof hangt (B)
            > Vul de rest van de tabel in (onderaan op blz. 102) en de vraag bovenaan blz. 103. 

      Zuig NIET aan B :(

      Slide 15 - Slide

      Uitleg: Opdracht 9: Koolstofdioxide in- en uitgeademde lucht 
      (MH: blz. 102 en 103)

      Als je zuigt verandert de lucht in de ruimte niet. De hoeveelheid zuurstof/koolstofdioxide blijft gelijk. Het helder kalkwater verandert niet.

      Uitgeademde lucht bevat meer koolstofdioxide.
      Dit blaas je in het helder kalkwater. Dit wordt troebel.

      Slide 16 - Slide

      Slide 17 - Video