Yvonne Wielaard
Docent N&Z en L.O. - mentoraat klas 1 VO

Th1 B2 Groei met Oefenvragen

Thema 1 Planten en dieren
Oefenvragen B2: Groei
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
Wld
1 / 53
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 1 Planten en dieren
Oefenvragen B2: Groei
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
Wld

Slide 1 - Slide

Na het leren, controleren, wat weet je al? 
Wat is nog lastig? Wat ga je daaraan doen?
1. Gebruik de leertips voor NZ (in je schrift geplakt, in magister)
2. Gebruik de leerdoelen: Leg uit
3. Leerwerkboek: Afbeeldingen met namen van onderdelen leren
4. Herhaal het maken van de opdrachten (online)
5. Magister-Leermiddelen: Flitskaarten
6. Magister-Leermiddelen: Test jezelf van elke basisstof
7. Magister-Leermiddelen: Oefentoets (diagnostische toets) ... voor PW
8. LessonUP: oefenvragen maken
9. Gebruik biologiepagina.nl (Let op: Daar is meer info, die extra's niet leren)

Slide 2 - Slide

Nog meer info en/of oefenen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Exit ticket B1:
1. Wat is een organisme
2. Geef 1 voorbeeld

Slide 5 - Open question

Exit ticket B1:
Noteer de 7 levenskenmerken

Slide 6 - Open question

Exit ticket B1:
Wat is a) levend b) dood c) levenloos

Slide 7 - Open question

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is
Begrippen: Groei, ontwikkeling
Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie
Begrippen: Zaadhuid, navel, poortje, kiem, zaadlobben
Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven
Begrippen: levenscyclus
Nakijken: Magister 
ELO gedeelde documenten NZ kies thema

Slide 8 - Slide

Praktijk
Praktijk: Leren onderzoeken 3 -- blz. 60 t/m 63: 
Tabellen en grafieken maken

Practica 3: blz 71: Natuurgetrouwe tekening 
- bruine boon zonder zaadhuid 
   benoem: worteltje en zaadlob
- zaadlop met kiem
   benoem: blaadje, worteltje, zaadlob





Theorie: B2: Opdrachten 1 t/m 8 

Slide 9 - Slide

Groei:  Het groter en zwaarder worden van een organisme

Slide 10 - Slide

Ontwikkeling
Veranderingen in de bouw van een organisme



Bij groei verandert de bouw van een organisme niet.



Slide 11 - Slide

Zaad van een bruine boon
De zaadhuid beschermt het zaad. 

Met de navel heeft het zaad vastgezeten aan de plant 

Men weet niet wat de functie is van het donker hartvormig bultje

Door het poortje kan een zaad snel water opnemen.

Water is nodig voor de kieming van het zaad.

De kiem is het begin van een nieuwe boonplant. De kiem 
bestaat uit een worteltje, een stengeltje en twee kleine blaadjes. 

De zaadlobben bevatten voedsel (voedingsstoffen) dat is nodig voor de groei en ontwikkeling.


Slide 12 - Slide

Kieming
De kiem (3 onderdelen) is het begin van een nieuwe bonenplant. 
Kiemen: 
1.  Opnemen van water
2. Zaadhuid barst open
3. Kiem gaat groeien
     wortel - stengeltje - zaadlobben 
(1e blaadjes)

Slide 13 - Slide

2

Slide 14 - Video

00:10
Wat gebeurde er in de eerste dagen?
A
groei
B
ontwikkeling

Slide 15 - Quiz

00:21
Zie je ontwikkeling bij dag 9 en 10?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

3

Slide 17 - Video

Exit ticket B2:
Wat is groei

Slide 18 - Open question

Exit ticket B2:
Wat is ontwikkeling

Slide 19 - Open question

Exit ticket B2:
Noem minimaal 3 delen van een zaad
met hun functie

Slide 20 - Open question

Exit ticket B2:
Omschrijf de ontwikkeling van de zaadplant

Slide 21 - Open question

Kun jij de antwoorden van de exit tickets opschrijven/uitleggen? Dan kun je verder!

Maak zeker voor het so of het proefwerk van deze basisstof:

De test je zelf 
Die vind je in magister (leermiddelen)
Gebruik de flitskaarten
Nu volgen oefenvragen

Slide 22 - Slide

01:42
Je ziet nu bloemen verschijnen. Dit is een voorbeeld van...
A
groei
B
ontwikkeling

Slide 23 - Quiz

01:59
De bloemen gaan open en dicht. Welk levenskenmerk past hier bij?

Slide 24 - Open question

02:42
De tomaten worden groter.
Welk begrip past hier goed bij?
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 25 - Quiz

Als het worteltje uit de boon naar buiten komt, noem je dat:
A
groeien
B
ontwikkelen

Slide 26 - Quiz



Welk onderdeel heeft de bruine boon nodig om water op te nemen om tot ontkiemen te kunnen komen?
A
naveltje
B
hartje
C
poortje
D
zaadhuid

Slide 27 - Quiz

Groei
Ontwikkeling

Slide 28 - Drag question

Wat is de juiste volgorde in de levenscyclus (Ga uit van de start: het tomatenpitje is een zaad)

1 het kiemplantje groeit en gebruik voedingsstoffen uit de zaadlobben
2 Er ontstaan bloemen, uit de bloemen onstaan tomaten met zaden
3 het worteltje komt naar buiten
4 het zaadje neemt water op via het poortje, het zwelt op
5 het worteltje groeit de bodem in, de zaadlobben komen boven de grond
6 er is een volwassen tomatenplant ontstaan
7 het kiemplanttje wordt groter en krijgt meer bladeren, de zaadlobben verschrompelen
A
3-4-1-5-6-7-2
B
4-3-5-1-7-6-2
C
4-5-1-3-2-6-7
D
3-5-1-7-2-6-4

Slide 29 - Quiz

Wat is de functie van de zaadhuid van een bruine boon?
A
water opnemen
B
de boon beschermen
C
hiermee zat hij vast aan de moederplant
D
geen functie

Slide 30 - Quiz

Waar neemt de boon het vocht door op?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 31 - Quiz

Wat is de volgorde van de fases van de levenscyclus van een plant?
A
kieming, volwassen plant, kiemplant
B
kiemplant,kieming, volwassen plant
C
kieming, kiemplant, volwassen plant

Slide 32 - Quiz


Wat is de kiem?

1
2
A
1
B
2

Slide 33 - Quiz


Welk nummer is de kiem?
A
1
B
4
C
7
D
8

Slide 34 - Quiz

Wat bedoelen we met de levenscyclus van de plant?
A
Het plantje dat boven de grond groeit.
B
De levenscyclus is de ontkieming van de plant
C
Alle fasen die een plant doorloopt in zijn leven
D
Als de plant doodgaat.

Slide 35 - Quiz

Functie zaadhuid
A
tegen uitdroging en tegen ziekteverwekkers
B
tegen beschadiging en tegen ziekteverwekkers
C
tegen uitdroging en tegen beschadiging
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 36 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Met welk nummer worden de zaadlobben aangegeven?
A
Met nummer 1
B
Met nummer 2
C
Met nummer 3
D
Met nummer 4

Slide 37 - Quiz

Bestudeer de tekening van de ontkieming van een plant.
Waardoor worden de zaadlobben bij de ontkieming steeds kleiner en vallen ze af?

A
In de zaadlobben zit reservevoedsel en de plant heeft geen voedsel meer nodig.
B
In de zaadlobben zit water en de plant neemt nu water op met de wortels.
C
In de zaadlobben zit reservevoedsel dat gebruikt is tijdens het ontkiemen.
D
Ze vallen niet af, ze groeien uit tot grote bladeren

Slide 38 - Quiz


De zaadlobben bevatten
A
zetmeel voor de groei van de plant boven de grond
B
zetmeel voor de zaadhuid
C
zetmeel voor het kiemen
D
zetmeel voor de bevruchting

Slide 39 - Quiz

Wat zit er in de zaadlobben?
A
Reservevoedsel
B
Het kiemplantje
C
Het zaadje
D
De kiem

Slide 40 - Quiz

Waar dienen de zaadlobben voor?
A
Ze bestaan uit water
B
Ze groeien uit tot een plant
C
Ze bevatten voeding
D
Ze hebben geen functie

Slide 41 - Quiz

Wordt een organismen door groei groter?
A
Ja
B
Nee

Slide 42 - Quiz



Is dit een voorbeeld van groei of ontwikkeling?

A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 43 - Quiz




Je ziet hier de groei/ontwikkeling
van het lieveheersbeestje
A
groei
B
ontwikkeling

Slide 44 - Quiz

Wordt een organisme door groei zwaarder?
A
Ja
B
Nee

Slide 45 - Quiz

Wat is een voorbeeld van groei?
A
een plant krijgt bloemen
B
een plant wordt langer
C
allebei
D
geen van beiden

Slide 46 - Quiz

Wat hoort bij groeien?
A
Groter worden
B
Zwaarder worden
C
Veranderen
D
A en B zijn goed

Slide 47 - Quiz

Wat betekent het begrip groei?
A
Groei is het groter worden van een organisme
B
Groei is het groter en zwaarder worden van een organisme.
C
Groei is het ontwikkelen van een organisme.
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 48 - Quiz

Wat is een voorbeeld van ontwikkeling?
A
Een plant krijgt grotere bladeren
B
Een boom wordt hoger
C
Er komen bloemen aan een plant
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 49 - Quiz

Wat is ontwikkeling?
A
De plant verliest een aantal onderdelen
B
De plant krijgt nieuwe delen
C
Een plant die groter en zwaarder wordt
D
Een plant die richting het zonlicht groeit

Slide 50 - Quiz

Het poortje op een bruine boon is nodig om:
A
Een blaadje te maken wanneer de boon ontkiemt
B
Niks, hij heeft geen functie
C
energie te geven aan het kiemplantje
D
Water in de boon toe te laten

Slide 51 - Quiz


Wat is de lengte van de stengel na 9 dagen
A
ongeveer 16 mm
B
ongeveer 19 mm
C
ongeveer 20 mm
D
ongeveer 14 mm

Slide 52 - Quiz

Het worteltje groeide op de dagen:

4e: 5 mm
5e: 7 mm
6e: 9 mm
7e: 11 mm

Hoeveel is het worteltje GEMIDDELD gegroeid in deze
dagen?

A
11 mm
B
16 mm
C
32 mm
D
8 mm

Slide 53 - Quiz