This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.
Bij elke chemische reactie verdwijnt er minstens 1 stof. Er ontstaat ook minstens 1 stof.
Een chemische reactie is ook niet terug te draaien. Als je een eitje bakt, kun je hem niet meer terug in zijn originele vorm krijgen. Een ijsklontje kun je steeds opnieuw bevriezen en smelten. Dit is een faseovergang.
Als een stof snel en met vlammen reageert met zuurstof uit de lucht, zeg je dat die stof verbrandt.
Er zijn 3 brandvoorwaarden:
In een reactieschema zet je de beginstoffen vóór de pijl
In een reactieschema zet je de reactieproducten na de pijl
brandstof + zuurstof --> reactieproducten
- Verbrandingsreactie (met zuurstof)
- Ontledingsreactie (1 stof voor de pijl, meerdere achter de pijl)
Een fase overgang is geen reactie, deze is omkeerbaar.