What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
Leeftijdsgroepen en ontwikkeling
Welke leeftijd hebben kleuters
A
4 -6 jaar
B
2-4 jaar
C
1-3 jaar
D
2-5 jaar
1 / 32
next
Slide 1:
Quiz
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welke leeftijd hebben kleuters
A
4 -6 jaar
B
2-4 jaar
C
1-3 jaar
D
2-5 jaar
Slide 1 - Quiz
Een lichamelijk kenmerk van kleuters is, dat de bewegingen nog erg grof verlopen
A
Waar
B
Niet waar
C
Misschien
D
Ik denkt 't
Slide 2 - Quiz
Een kleuter wil graag samen spelen, een peuter liever alleen
A
Niet waar
B
Waar
Slide 3 - Quiz
Kleuters zijn gevoelig voor herhaling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Dat kleuters zich moeilijk lang kunnen concentreren is een voorbeeld van...…
ontwikkeling
A
Sociale
B
Geestelijke
C
Lichamelijke
Slide 5 - Quiz
Bij spel- en activiteitenkeuze moet je voor kleuters rekening houden met hun beperkte fantasie
A
Niet waar
B
Waar
Slide 6 - Quiz
Een schoolkind heeft de leeftijd van …..
A
4-6 jaar
B
6-8 jaar
C
8-12 jaar
D
6-12 jaar
Slide 7 - Quiz
De grove motoriek van de kleuter wordt in de periode als schoolkind steeds meer verfijnd.
A
Waar
B
Onwaar
Slide 8 - Quiz
Als schoolkind krijgen meisjes een voorsprong op jongens die ze tot volwassenheid behouden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Vriendjes worden in de fase van schoolkind steeds belangrijker. Dit hoort bij..
A
Sociale ontwikkeling
B
Lichamelijke ontwikkeling
C
Geestelijke ontwikkeling
Slide 10 - Quiz
Doelgroep schoolkinderen houdt van teamspelen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Het schoolkind wordt steeds kritischer en fantasie wordt steeds minder. Dit is een vorm van ...
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Sociale ontwikkeling
C
Geestelijke ontwikkeling
Slide 12 - Quiz
Een puber (tiener) heeft de leeftijd van.....
A
12-16 jaar
B
10-13 jaar
C
12-18 jaar
D
13-15 jaar
Slide 13 - Quiz
Door de groeischeut tijdens de pubertijd wordt het soepele bewegen steeds stunteliger.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
De komst van lichaamsbeharing bij pubers hoort bij....
A
Sociale ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Lichamelijke ontwikkeling
Slide 15 - Quiz
De pubertijd wordt gekenmerkt door zeer zeker en evenwichtig gedrag
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Iedere puber heeft evenveel last van de pubertijd
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Meisjes lopen voor op jongens als het gaat om het begin en einde van de pubertijd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Een puber is bang om niet aardig gevonden te worden. Waar moet je rekening mee houden bij een spel
A
Voldoende uitdaging
B
Spannende spellen kiezen
C
Sociale veiligheid van de groep
D
Genoeg geestelijke uitdaging
Slide 19 - Quiz
Een jong-volwassene is in de leeftijd van
A
17-21 jaar
B
15-18 jaar
C
18-24 jaar
D
18-35 jaar
Slide 20 - Quiz
Een tiener is goed in staat om goede keuzes te maken in bijv. studie, relatie en werk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Bij jong-volwassenen klopt de verhouding weer tussen jongen en meisje
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Met grote hoeveelheid leerwerk heeft de puber meer moeite dan de jongvolwassene. Dit hoort bij.....?
A
Sociale ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Lichamelijke ontwikkeling
Slide 23 - Quiz
Een volwassene is minimaal 17 jaar of ouder
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Lichamelijk gezien zijn volwassenen volledig ontwikkeld
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quiz
Bij volwassenen nemen werkprestaties na je 33ste levensjaar af
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Een volwassene wil graag iets leren bij een activiteit. Welke activiteit pas hierbij?
A
Een showavond
B
Een bingoavond
C
Een kaartavond
D
Een cursus
Slide 27 - Quiz
Het inschatten van de leeftijd van ouderen (senioren) is moeilijk en verschilt per persoon
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quiz
Botten worden brozer en kracht , lenigheid en snelheid nemen af bij ouderen. Dit hoort bij ….
A
Geestelijke ontwikkeling
B
Lichamelijke ontwikkeling
C
Sociale ontwikkeling
Slide 29 - Quiz
Een oudere zoekt meestal meer rust. Wanneer zal een oudere minder op vakantie gaan?
A
Winter
B
Lente
C
Zomer
D
Herfst
Slide 30 - Quiz
Het is belangrijk om activiteiten voor het gezin te maken in een recreatieprogramma. Waarom??
A
Omdat het gezin dan eindelijk tijd voor elkaar heeft
B
Omdat dit de leukste spellen zijn
C
Voor elke doelgroep moet er iets georganiseerd zijn
Slide 31 - Quiz
Wat is de goede volgorde van leeftijd?
A
Kleuter, tiener, gezin, schoolkind, volwassene
B
Peuter, kleuter, schoolkind, tiener, volwassene, oudere
C
Kleuter, tiener, schoolkind, volwassene, oudere
D
Kleuter, peuter, tiener, volwassene, senior
Slide 32 - Quiz