What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
Les 1. Soorten voer eters
Les 1. hGL Soorten voer eters
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Dierverzorging
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
3 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 1. hGL Soorten voer eters
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Bespreken vorige les
Leerdoelen deze les bespreken
Uitleg soorten voer en eters
Opdrachten maken
Les nabespreken
Slide 2 - Slide
Geef een voorbeeld van een nestvlieder?
Slide 3 - Mind map
Hoe noem je een vrouwtjes konijn?
Slide 4 - Mind map
Noem een dier die een cloaco heeft!
Slide 5 - Open question
Leerdoelen
Je kan vertellen wat een herbivoor, carnivoor en omnivoor is.
Je kan de tanden en kiezen van een herbivoor, carnivoor en omnivoor benoemen.
Je kan vertellen welke verteringsstelsels bij de voereters horen.
Slide 6 - Slide
Wat weet jij al van verschillende eters?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Video
Planteneter
Alleseter
Vleeseter
Herbivoor
Carnivoor
Omnivoor
Slide 9 - Drag question
Herbivoor
Een herbivoor is een
planteneter
.
Herbivoren zijn meestal prooidieren en hebben hun
ogen aan de zijkant zitten.
Planten hebben weinig voedingstoffen --> duurt lang om
te verteren.
Ze moeten dus veel en lang eten.
Slide 10 - Slide
Herbivoor
Herbivoren hebben
snijtanden
en
plooikiezen
. Snijtanden om de planten af te kunnen snijden en plooikiezen om de planten klein te raspen.
Daarna gaat de voedselbrij naar de
maag en zorgt een hele lange darm
dat er zoveel mogelijk voedingsstoffen
uitgehaald worden.
Ogen aan de zijkant
Slide 11 - Slide
Welke diersoort is nog meer een herbivoor?
Slide 12 - Open question
Carnivoor
Een carnivoor is een
vleeseter
.
Het dier is helemaal gemaakt voor het vangen en doden van prooidieren.
Eenmaal gevangen eet het dier het vlees, organen en soms botten om voedingstoffen binnen te krijgen.
Vlees is makkelijk te verteren
en hierdoor zijn de darmen veel korter.
Slide 13 - Slide
Carnivoor
Carnivoren hebben duidelijke hele grote hoektanden.
Hiermee kunnen ze hun prooi goed vastpakken.
Ze hebben speciale
knipkiezen
om het vlees en
botten af te scheuren en te knippen.
Ogen naar voren gericht
Slide 14 - Slide
Welke diersoort is nog meer een carnivoor?
Slide 15 - Open question
Omnivoor
Omnivoor is een dier dat
planten en vlees eet
.
Voordeel is dat het dier veel soorten dingen kan vinden om te eten.
Ogen niet helemaal naar voor en niet
helemaal naar zijkant. Meer vlees eten
--> ogen meer naar voren gericht.
Langere darm dan vleeseter, kortere
darm dan planteneter.
Slide 16 - Slide
Omnivoor
Snijtanden zijn aanwezig, kleine of grote hoektanden en die kiezen zijn bedekt met knobbels, ookwel
knobbelkiezen
genoemd.
Grote hoektanden zijn vaak ter verdediging
dan eten van vlees.
Die knobbels zijn voor het vermalen
van planten en vlees.
Slide 17 - Slide
Welke diersoort is nog meer een omnivoor?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Drag question
Voereters andere diergroepen
Naast zoogdieren zijn er nog heel veel andere diergroepen.
Daarvan hebben wij er een aantal van op school. Weet jij welke?
Vogels, reptielen amfibieën en insecten
Door goed naar een dier te kijken kan je
zien wat voor voereter een dier is.
Al deze dieren hebben een speciale
aanpassing waardoor ze op de beste
manier aan hun eten komen.
Slide 20 - Slide
Vogels
Vogels kunnen geen tanden gebruiken om het gevonden voedsel klein te krijgen.
In de spijsvertering van een vogel zit een extra zak: de krop.
Naast voedsel eten de vogels ook kleine steentjes.
Die zorgen ervoor dat het voedsel wordt verteerd in
de twee magen.
! Vogels in gevangenschap moeten ook
kleine steentjes tot hun beschikking hebben !
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Aan de slag!
- Maak op blz. 38 vraag 1 t/m 7
- Lees blz. 39 en bekijk zelf het YouTube filmpje: wat eten onze dieren.
https://youtu.be/LDg96_JnTY8
- Maak blz. 40 vraag 8
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Ik kan ...
Vertellen wat een herbivoor, carnivoor en omnivoor is.
De tanden en kiezen van een herbivoor, carnivoor en omnivoor benoemen.
Vertellen welke verteringsstelsels bij de voereters horen.
Slide 25 - Slide