Yuverta

PO - Alles inclusief

1 / 17
next
Slide 1: Slide
BurgerschapskundeLevensbeschouwing+1BasisschoolGroep 6-8

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Introduction

Wist je dat wij als mensen al van jongs af aan focussen op overeenkomsten en verschillen? Zelfs baby’s en heel kleine kinderen zien al verschillen tussen mensen. Die persoon met die bruine ogen en zachte stem geeft mij een flesje, en die met dat lichte haar geeft mij leuke speeltjes. Als we zo jong zijn, zijn we vooral gericht op uiterlijke verschillen om de wereld te begrijpen. Waarom we dat doen heeft te maken met hoe onze hersenen werken. We hebben dat nodig als we klein zijn. Als we groter zijn werken onze hersenen nog steeds zo. We kiezen dan nog steeds automatisch sneller voor dingen die we kennen of die op onszelf lijken, dat is herkenbaar en dat associëren we met veilig. Ons brein is zo geprogrammeerd. Dat is soms best jammer want van verschillen kun je juist het meeste leren! Dit focussen op verschillen en overeenkomsten heeft ook invloed op hoe mensen groepen vormen. Hoe dit precies zit, wat het betekent én vooral hoe je samen een positief verschil kan maken, gaan we ervaren in deze les.

Instructions

Doel van de les
Met deze les behandel je waarom wij als mensen zo gefocust zijn op overeenkomsten en verschillen. De leerlingen gaan aan de hand van het groepsvormingsspel en het Inside out-werkblad op zoek naar overeenkomsten die je van de buitenkant niet direct ziet. Door het bespreekbaar en zichtbaar maken van overeenkomsten aan de binnenkant kunnen leerlingen ontdekken wat hen onderling nog meer verbindt. Ze ervaren hoe het is om verder te kijken dan iemands buitenkant en krijgen inzicht in de binnenwereld en eigenschappen van zichzelf en hun klasgenoten.

Werkvormen
Klassikaal, in duo’s en individueel.
Klassikale introductie, een actief groepsvormingsspel, werken in groepen en een klassikale reflectie.

Benodigdheden / voorbereiding
- Het knipvel met 36 kaartjes (knip deze zelf vooraf uit)
- Eén geprint werkblad per leerling

Bijlagen
- Werkblad inside out
- Knipvellen Groepsvormingsspel

Kennis/competenties/vaardigheden
Kennis van groepsvormingsprocessen, actief luisteren, empathie, betrokkenheid, zelfkennis, groepsnormen, groepsverhoudingen.

Leerdoelen
De leerling…

…kan verklaren waarom mensen eerder geneigd zijn om te kijken naar verschillen dan overeenkomsten.
…kan uitleggen hoe groepen worden gevormd op basis van overeenkomsten en verschillen.
…kan onderscheid maken tussen eigenschappen die zichtbaar zijn (aan de buitenkant) en eigenschappen die niet zichtbaar zijn (aan de binnenkant).
…kan eigenschappen van zichzelf herkennen en benoemen.
…oefent met actief luisteren naar de ander.
…kan overeenkomsten noemen tussen zichzelf en anderen, die niet altijd zichtbaar zijn.

Burgerschapsdomeinen
Deze les sluit aan bij de burgerschapsdomeinen:
Solidariteit
Identiteit
Diversiteit
Denk- en handelwijze

Duur van de les
De les duurt ongeveer één uur tot anderhalf uur. 
Maar je kunt er ook voor kiezen de les op te delen. Het Inside Out-blad kan ook apart gemaakt worden op een ander moment. De les werkt echter het best in zijn geheel. 

Voordat je begint!
Lees voordat je begint aan de les het 'Voordat je begint'-document (in de bijlage) met handige tips voor een veilige leeromgeving! 

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Alles Inclusief!

Wist je dat wij als mensen al vanaf dat wij een baby zijn, focussen op overeenkomsten en verschillen? 

'Die met die bruine ogen en een zachte stem geeft mij een flesje, en die met dat lichte haar brengt mij leuke speeltjes.'

Als we zo jong zijn, zijn we vooral gericht op uiterlijke verschillen. We proberen categorieën te maken van verschillende groepen mensen om de wereld om ons heen te begrijpen. 

Als we groter zijn, doen we dat nog steeds. Hoe dit zit, wat het betekent én vooral hoe je samen een positief verschil kan maken, gaan we ervaren met de les.

Slide 2 - Slide

Verschillen & overeenkomsten

Het focussen op overeenkomsten en verschillen heeft te maken met hoe onze hersenen werken. De hersenen zijn namelijk geprogrammeerd om dingen die we herkennen, snel te verwerken en conclusies te trekken. 

Ons brein heeft de neiging om alle handelingen die wij dag in dag uit doen voorspelbaar te maken. Herkenbaarheid wordt snel verwerkt en er wordt niet lang bij stil gestaan. Dat maakt het leven makkelijker voor ons brein.

Dingen die we minder snel herkennen en anders zijn, vallen op en trekken de aandacht. Je hersenen zijn alert als het om verschillen gaat. Simpel gezegd omdat je met die informatie nieuwe inschattingen moet maken. 

Slide 3 - Slide

Groepen vormen

Je hersenen werken op dezelfde manier op het moment dat we nieuwe mensen ontmoeten. Onze hersenen maken automatisch een inschatting en vormen een idee over die persoon. Dat idee is gebaseerd op eerdere informatie die je hebt opgedaan in je leven.

Onze hersenen proberen snel te denken en ons daarmee te helpen. Ze plaatsen mensen in categorieën en groepen. En daar begon je dus al mee vanaf het moment dat je werd geboren!

Dit categoriseren doen we soms bewust en soms onbewust. We houden er namelijk ook van om het ons brein wat makkelijker te maken en te helpen door groepen duidelijk te markeren.

Denk bijvoorbeeld aan de hesjes die je aantrekt bij gym om teams te vormen. En wat dacht je van een uniform om snel een beroep te herkennen. Ook in moestuintjes zetten we het liefst soort bij soort.

Slide 4 - Slide

Meer over groepsvorming
Groepsvorming: hoe zit dat?

Wij zijn als mensen gewend om samen te leven in groepen. Je bent onderdeel van je familie, je klas, een sportteam, kortom: allemaal verschillende groepen. In de ene groep pas je heel goed en in andere val je misschien meer op omdat je anders bent of doet.

Dit opvallen in een groep heeft positieve kanten. Doordat je opvalt krijg je aandacht, je bent anders en het kan zijn dat mensen je tof vinden omdat je je eigen keuzes duidelijk laat zien. Maar het kan ook andersom voorkomen. Mensen vinden je dan misschien een vreemde eend in de bijt of snappen je minder goed. Je lijkt niet echt op de rest van de groep.

Het probleem: De ideeën die onze hersenen bedenken en de categorieën die we maken op basis van uiterlijk, over bijvoorbeeld een nieuw persoon die je ontmoet, kloppen niet altijd. Je maakt verkeerde aannames. 

Slide 5 - Slide

Het Groepsvormingsspel

We gaan nu het groepsvormingsspel spelen. 

Lees als docent vooraf goed de spelregels en instructies in de bijlage!
In de bijlage vind je de instructies/spelregels en de knipkaarten.
Elke leerling krijgt een eigen kaartje met een bloem of kruid. Als Iedereen er een heeft: 3...2...1....GO!

LET OP: Sluit de opdracht af zoals op de instructies in de bijlage beschreven staat. Reflectie en nabespreking zijn bij dit spel net zo belangrijk als het actieve onderdeel.

Slide 6 - Slide

Groepen vormen: kan het anders?

Jullie hebben het spel gespeeld en nabesproken. Er zijn verschillende groepen gevormd.

Jullie zijn waarschijnlijk op zoek gegaan naar degene met exact hetzelfde kaartje.
Maar kan het ook anders?
Zijn er groepen te maken op basis van andere kenmerken?

TIP: Wellicht heeft jouw groep al out-of-the-box gedacht en hebben jullie al andere groepen bedacht. Bespreek dit dan ook.

Er zijn nog zoveel manieren om groepen te maken. Wat is er nog meer mogelijk? Kijk nog beter naar jouw bloem of kruid. Zijn er andere mogelijkheden? Zie je andere overeenkomsten of verschillen waarmee je een groepje zou kunnen vormen?

Belangrijk! Laat de kinderen de andere manieren van groepen vormen ook daadwerkelijk uitvoeren. Hierdoor krijgen ze nog meer inzicht in dat het anders kan. Laat geel bij geel staan, blauw bij blauw, groen bij groen. Vraag de leerlingen die eerst alleen waren, hoe ze zich nu voelen, nu ze wel bij een groep horen!

Slide 7 - Slide

Groepen vormen: het kan ook anders!

Zoals je ziet is er zoveel meer mogelijk dan alleen maar een naam en uiterlijk.
Er zijn heel veel manieren om groepen te vormen. Op zoek gaan naar andere mogelijkheden is een mooie training voor je brein! Denk daar maar eens wat vaker aan in je dagelijks leven ;)

Vergeet niet: Bevraag de leerlingen die eerst alleen waren. Hoe vonden ze het om alleen te zijn? Hoe voelde het om wel bij een groep te horen?

Tip: Ook de leerkrachten kunnen dit spel goed waarderen. Speel het eens met je collega’s in de teamkamer als je durft.

Slide 8 - Slide

Buitenkant, binnenkant

Zoals we hebben gezien bij het vormen van de groepen met de kaartjes zijn er zoveel meer soorten groepen mogelijk. Er zijn dus meer overeenkomsten tussen de planten dan je zou denken. Dit geldt ook voor mensen.

Bij mensen zijn er ook meer overeenkomsten die je niet meteen kunt zien aan de buitenkant. 

De eigenschappen en overeenkomsten aan de binnenkant verbinden meer, zijn soms krachtiger, zorgen voor gesprekken en laten zien dat er meer vormen mogelijk zijn dan je dacht.

Dit gaan we nu ook proberen in de klas.

Tip: Als je minder wil zenden als leerkracht, kan je de leerlingen ook bevragen. Vraag de leerlingen waar we nog meer op zouden kunnen letten in plaats van uiterlijke kenmerken? 



Slide 9 - Slide

Aan de slag!

Je klasgenoten kennen je misschien al een tijdje. Maar zijn er ook dingen die ze misschien niet bij je verwachten en die wel écht bij je horen?
We gaan actief op zoek naar overeenkomsten die je niet meteen ziet. Dit doen we met het werkblad: Inside out.

Deel de werkbladen ‘Inside out’ uit (elke leerling krijgt een eigen werkblad).

Slide 10 - Slide

Inside out Stap 1: Individueel

De leerlingen kiezen individueel drie woorden die ze voor zichzelf belangrijk vinden én die ze bij zichzelf vinden passen.

Deze schrijven ze op in de groene vakjes.
Daarbij schrijven ze ook op waarom zij dit woord hebben gekozen. Probeer wel even goed na te denken. Als je het straks vertelt aan een klasgenoot is ‘gewoon, daarom!’ niet echt informatie waar je klasgenoot iets aan heeft.

Tip: Vraag aan de leerlingen of iemand het voor wil doen. Doe dit klassikaal. Laat de leerling een eigenschap uitkiezen en beargumenteren waarom deze eigenschap bij deze leerling past. Zo hebben de klasgenoten een voorbeeld. 

Slide 11 - Slide

Inside out - Stap 2: In viertallen

De leerlingen vormen groepjes van vier. Kies allemaal één van je woorden om te delen met je groepje. Vertel zo goed mogelijk waarom je dit woord hebt gekozen. Je groepsgenoten mogen ook vragen stellen of vragen naar voorbeelden.
Is jullie viertal snel klaar en de rest van de klas nog niet? Kies dan nog een woord om te bespreken.

Tip: Bij deze stap kan het wat onrustig worden in de klas. Leerlingen hebben soms de neiging om ook met andere groepjes te praten of zelfs rond te lopen op zoek naar de overeenkomsten. Ze zijn vaak erg nieuwsgierig. Hier kun je ruimte voor geven tijdens deze opdracht. Bedenk als leerkracht vooraf alvast wat je hierin toestaat.

Tip: Laat de kinderen ook klassikaal bevindingen van zichzelf en elkaar delen.

Tip: zie de volgende slide voor reflectievragen. 

Slide 12 - Slide

Hoe was het? 

Als iedereen z’n verhalen heeft gedeeld, bespreek je de opdracht klassikaal na.
Vraag elk viertal of ze verschillen en overeenkomsten hebben gevonden. Vraag ook welke en of ze dit wel of niet hadden verwacht. Benadruk dat verschillen er mogen zijn. Een hele klas met dezelfde mensen, dat zou saai zijn!

Extra reflectievragen om te gebruiken:
Hoe was het om over jezelf te vertellen?
Ben je ergens door verrast?
Heb je iets gehoord van een klasgenoot dat je wil vertellen?
Welke overeenkomsten hebben jullie gevonden?
Heeft iemand zich herkend in een ander?
Wist je dat vooraf al?

Slide 13 - Slide

Conclusie

We hebben geleerd waarom we zo gefocust zijn op uiterlijke kenmerken: Dat doet ons brein om de wereld te begrijpen! Maar we hebben ervaren hoe het is om verder te kijken dan iemands buitenkant en hebben inzicht gekregen in de binnenwereld en eigenschappen van jezelf en je klasgenoten. Ook met het groepsvormingsspel hebben we gezien, dat als je soms verder kijkt dan de buitenkant, dat ervoor kan zorgen dat iedereen ergens bij hoort! 

Zo zie je maar, we zijn allemaal mensen met verschillende geuren, kleuren en smaken!

Dat blijft altijd zo en dat is maar goed ook.
Het is wél heel belangrijk wat vaker verder te kijken. Er is vaak nog zo veel meer te ontdekken van iemand dan wat je op het eerste gezicht ziet (of niet ziet). En houd af en toe je brein ook een beetje in de gaten, je weet maar nooit wanneer het weer te snel voor jou een beslissing wil nemen.

voor de online evaluatie

Slide 14 - Slide

Wat vond je ervan?

Bespreek de les na met de klas. Het is belangrijk om samen te reflecteren en af te sluiten.
Maak eventueel gebruik van onderstaande voorbeeldvragen.

Reflectie op de les:
• Wat heb je geleerd over verschillen en overeenkomsten?
• Wat heb je geleerd over jouw eigen brein?
• Wat heb je geleerd over groepsvorming?
• Wat neem je mee uit deze les?
• Kun je nog meer voorbeelden bedenken om verbinding te maken op basis van iemands binnenkant?
• Heb je iets gehoord van een klasgenoot wat je nog niet wist?

Wil jij of jullie hele klas samen de evaluatie invullen? Graag! Klik dan hier.

https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLScREa6Ro6bXm6nHfd9GO6uDg-0Q-8KTLzjvifjIEFNHezspFw/viewform?usp=pp_url



Slide 15 - Slide

Lege slide

Gebruik deze slide om zelf eventueel dingen aante passen of toe te voegen.

Slide 16 - Slide

OPTIONEEL: Filmpje “All that we share”

We raden aan dit filmpje vooraf te bekijken en een inschatting te maken of dit bij de leerlingen van jouw groep aan zal sluiten.

We adviseren om deze twee slides na het groepsvormingsspel (na slide 07) in te voegen.
Dit filmpje is gemaakt voor de Deense televisie. Het laat zien hoe je in een groep bij elkaar kan horen en hoe we van elkaar verschillen. Het laat ook zien hoe mensen geneigd zijn om groepen te vormen op basis van verschillende kenmerken.
Wil je het filmpje gebruiken, vertel dan vooraf niet te veel maar zorg voor voldoende tijd en ruimte voor het behandelen van de reflectievragen.
Het filmpje duurt 3 minuten. Het is Deens- en Engelstalig met Nederlandse ondertiteling. 
 
LINK
https://www.youtube.com/watch?v=CyKzeBQB_Gw

Slide 17 - Slide

Reflectie op het filmpje
Reflectievragen om te gebruiken:
• Wat zag je gebeuren in het filmpje?
• Waar gaat het filmpje over?
• Wat viel je op aan de verschillende groepen?
• Wat viel je op aan het soort vragen?
• Wat vond je van dit filmpje?
• Welke vraag vond je het meest opvallend of sprak je aan (en waarom)?
• Pas je zelf in verschillende groepen van het filmpje?
• Zijn de mensen in het filmpje bang om te kiezen (en waarom denk je dat)?

Sluit het gesprek af door de nadruk te leggen op ‘all that we share’ (alles wat ons verbindt). Het filmpje juist laat zien dat er meer is dat we ‘delen’ met elkaar dan dat wat we aan de buitenkant misschien zien.