H1 tm 4 Quiz

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Test je kennis H 1 t/m 4

Je hoort vaak over normen en waarden.
Wat zijn NORMEN?

1. Regels die de regering heeft bedacht.
2. Ongeschreven regels over hoe je jezelf hoort te gedragen.
3. Dingen die je belangrijk vindt als persoon of als groep.
4. Dingen die je in je leven een keer gedaan moet hebben.

Een strafbaar feit.

1. averij
2. attitude
3. telepathie
4. delict

Wat is hechtenis?

1. een vrijheidsstraf voor een zware overtreding van maximaal één jaar
2. een vrijheidsstraf voor een zware overtreding van één jaar tot maximaal 5 jaar
3. een vrijheidsstraf voor een zware overtreding voor levenslang
4. een vrijheidsstraf voor een lichte overtreding van maximaal 14 dagen

Iemand met levenslang zit:

1. max. 30 jaar
2. max. 50 jaar
3. levenslang
4. max. 25 jaar

In een rechtstaat...

1. moet de overheid voor de burgers zorgen.
2. moeten overheid en burgers zich aan de wetten houden.
3. mogen burgers stemmen over wie de macht krijgt.
4. zijn burgers niet beschermd tegen de macht van de staat.

Wat is een maatschappelijk probleem?

1. Er is een vechtpartij in de klas
2. Premier Rutte wordt bedreigd door de onderwereld.
3. Jan is door zijn vriend gedumpt
4. Bijna de hele klas heeft een onvoldoende voor maatschappijleer

tekst 3
De mensen in de buurt haalden hun schouders op over de hennep, maar ze vonden de brand wel gevaarlijk.

Als je een bepaalde misdaad niet meer zo erg vindt, heet dat?

1. kleine criminaliteit.
2. normvervaging.
3. oplichting

Wat is de betekenis van risicofactoren?

1. Omstandigheden die de kans op crimineel gedrag verkleinen
2. Omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.
3. Omstandigheden die ervoor zorgen dat je crimineel wordt.
4. Omstandigheden die ervoor zorgen dat je nooit iets fout doet.

Wat is geen risicofactor?

1. Gedragsproblemen
2. Onveilige opvoeding
3. Foute vrienden
4. Veel verhuizen

Volgens de bindingstheorie:

1. wordt iemand zonder opleiding, werk of relatie sneller crimineel
2. worden mensen met veel bindingen eerder crimineel
3. zijn mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats vaker crimineel
4. bepaalt vooral de buurt of iemand crimineel wordt of niet

Wat betekent rechtshandhaving?

1. het handhaven van de rechtsorde
2. burgers beschermd tegen overheid

het feit dat je precies weet hoe hoog de maximumstraf is heeft te maken met:

1. Rechtsgelijkheid
2. Rechtszekerheid

Wat is het legaliteitsbeginsel?

1. Naast rechten hebben we ook plichten.
2. Je kan niet twee keer worden vervolgd.
3. Iedere handeling van de overheid moet gebaseerd zijn op een wet.
4. De overheid kan ook strafbaar zijn.

Trias Politica betekent ...
(wat is een ander woord voor Trias Politica?)

1. alleenheerschappij
2. scheiding der machten
3. vrijheid
4. Montesquieu

Wat is etnisch profileren?

1. Mensen tegenhouden
2. Mensen letten op wat voor gedrag anderen vertonen
3. In ieder van ons gaat een crimineel schuil
4. Mensen met een bepaalde huidskleur vaker controleren

Klassenjustitie

1. Mensen uit lagere klassen worden voorgetrokken op mensen uit hogere klassen
2. Mensen uit hogere klassen worden bevoorrecht boven mensen uit lagere klassen
3. Mensen uit hogere klassen kunnen prima een hogere boete betalen
4. Mensen uit lagere klassen worden minder snel gepakt

Maken

Pagina 48 -  vraag 18

Pagina 49 - vraag 19 en 20 

Examenopgaven - pagina 52 en 53