Yuverta

Het leven in Rome - klas 1

Grieken en Romeinen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grieken en Romeinen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...weet je wat de Romeinen overnamen van de Grieken. 
...kan je vertellen hoe het leven in de stad Rome was. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waarom namen de Romeinen
veel over van de Grieken?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Romeinse goden
De Romeinen vonden alles aan de Grieken geweldig, zo ook hun goden.
Deze namen ze van hen over, maar veranderden hun namen wel.
Jupiter, Romeinse oppergod.
Minerva, godin van de wijsheid.
Neptunus, de god van de zee.
Ceres, godin van de oogst.
Mars, de god van de oorlog.
Mercurius, god van de boodschappen.
Vulcan, god van het vuur en smeden.
Pluto, god van de onderwereld.
Vesta, godin van het haardvuur.
Apollo, god van de muziek.
Diana, godin van de jacht.
Venus, godin van de liefde/schoonheid.
Juno, godin van het huwelijk.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Romeinse goden
Elk huis had een eigen tempeltje (altaar) voor de huisgoden. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


Het oude Rome

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Rijk en arm 
Het verschil tussen rijke en arme Romeinse burgers was groot. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Rijke Romeinen
  • Wonen in een villa. (Hoe rijker hoe groter deze was.)
  • Slaven deden het werk. (Hoe rijker, hoe meer slaven je had.) 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Rijke Romeinen - de villa
  • Wonen in een villa. (Hoe rijker hoe groter deze was.)
  • Slaven deden het werk. (Hoe rijker, hoe meer slaven je had.) 
Een decoratieve regenbak.
Atrium. Dit is de eerste plek waar je binnenkomt.
Woonkamer
Eetkamer
Keuken
Slaapkamer
Slaapkamer
Hoofdtrap
Diensttrap
Eetkamer
Tuin
Huisaltaar
Winkel

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Arme Romeinen
  • Woonde in een flat. (Deze waren tot wel vijf verdiepingen hoog!) 
  • Vrije Romeinen moesten hard werken om geld/eten te verdienen.
  • Niet vrije Romeinen waren slaaf van een rijkere Romein.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Arme Romeinen - de flat
  • Woonde in een flat. (Deze waren tot wel vijf verdiepingen hoog!) 
  • Vrije Romeinen moesten hard werken om geld/eten te verdienen.
  • Niet vrije Romeinen waren slaaf van een rijkere Romein.
Eetzaal
Keuken
Entree
Winkel voor potten.
Woning
Woning
Woning
Woning
Weverij (winkel)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Drukte in Rome
Rome was een extreem drukke stad. Op haar hoogtepunt telde het zelfs één miljoen inwoners!

Slide 12 - Slide

Vertel dat in de hoogtijddagen van Rome er wel 1 miljoen mensen in de stad woonden. Hoe kwamen zij aan eten? 
1. Het meeste werd geïmporteerd. 
- vooral graan. Dat kwam uit Egypte en Noord-Afrika. 
- fruit dat overal vandaan kwam. 
- vlees dat eens per jaar werd binnengehaald.
- olijfolie dat overal vandaan kwam.
- wijn.
- vers water dat via de aquaducten werd aangevoerd.

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

6

Slide 15 - Video

This item has no instructions

00:41
Waarom wilde Nero van zijn moeder af?
A
Omdat ze te lief was.
B
Omdat ze zich overal mee bemoeide.
C
Omdat ze te lui was.
D
Omdat ze Nero probeerde te vermoorden.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

00:41
Op hoeveel manieren heeft Nero geprobeerd zijn moeder te vermoorden?
A
1 manier, was meteen gelukt.
B
2 manieren, ze was een hardnekkig mens.
C
3 manieren, ze wist steeds te ontsnappen.
D
4 manieren, Nero moest echt zijn best doen.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

03:12
Waarom zou Nero dan toch ontkennen dat hij de brand heeft aangestoken?
A
Dat was goed voor zijn populariteit.
B
Dat was goed voor de mensen die er woonden.
C
Dat was slecht voor zijn populariteit.
D
Dat was slecht voor de mensen die er woonden.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

03:46
Leg uit waarom de twee mensen kritiek hebben op Nero en later niet meer.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

03:12
Wie heeft de brand aangestoken en waarom?
A
Nero, hij wilde op die plek een paleis bouwen.
B
Nero, hij wilde op die plek huizen bouwen.
C
Christenen, die wilden daar een kerk bouwen.
D
De brand is per ongeluk aangestoken.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

03:12
In welk jaar was deze grote brand van Rome?
A
44 v.Chr.
B
44 n.Chr.
C
64 v.Chr.
D
64 n.Chr.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Het Collosseum
Het grootste theater in Rome heette het Colosseum
  • Dubbel Grieks theater, dat niet uit de rotsen was gehakt.
  • Plek voor 50.000 mensen.
  • Gratis toegang voor iedereen. 
  • Gladiatoren waren slaven!!! Soms waren zij zo populair en hadden zoveel gevechten gewonnen dat ze 'vrij' waren. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Een grote verandering
De Romeinen namen dus veel over van de Grieken. Toch bedachten ze ook zelf dingen:
  • Beton > lichter dan steen en net zo sterk.
  • Bogen en koepels > gebouwen werden hierdoor versterkt.
Koepel van het Pantheon in Rome. Dit was een tempel voor alle goden. Het is een van de best bewaarde Romeinse gebouwen ter wereld. Het gebouw is nog steeds in gebruik als een katholieke kerk.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Welke dingen hebben de Romeinen overgenomen van de Grieken?

Slide 26 - Open question

De Romeinen namen over van de Grieken:
- de goden (gaven ze een andere naam)
- sociale systeem (hadden ook slaven, net zoals de Grieken)
- toneel en theaters (Colosseum)
Door welke uitvinding konden de Romeinen bogen en koepels bouwen?

Slide 27 - Open question

Door de uitvinding van het beton.
Welke dingen zijn bedacht door de Romeinen?

Slide 28 - Open question

Meerdere dingen te noemen:
- verharde wegen
- beroepsleger
- beton
- koepels en bogen
- aquaducten
- riolering
- flats
- vloerverwarming
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions