Yuverta

Hoofdstuk 1: Stoffen - Oefenvragen

Stoffen
Oefen vragen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Stoffen
Oefen vragen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
- Quizzzzz Time

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

oefenen met omrekenen van graden Celsius naar Kelvin:
15 graden Celsius =
A
-258 K
B
15 K
C
288 K
D
268 K

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

oefenen met omrekenen van Kelvin naar graden Celsius:
47 K =
A
32 graden Celsius
B
320 graden Celsius
C
- 126 graden Celcius
D
-226 graden Celsius

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke fase bewegen de deeltjes het snelst?
A
Vast
B
Vloeistof
C
Gas
D
Ze bewegen altijd even snel

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

In de vaste fase van een stof kunnen de moleculen niet bewegen
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

In een gas bewegen de moleculen
A
Heel snel
B
Heel langzaam

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De moleculen van 1 stof zijn allemaal gelijk aan elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet de massa van 1 cm³ van een stof?
A
volume
B
kilogram
C
dichtheid
D
gram

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Is vorm een stofeigenschap?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is zwaarder?
A
een kilogram lood
B
een kilogram veren
C
allebei even zwaar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Het absolute nulpunt is de laagst mogelijke temperatuur.
Welke temperatuur is niet mogelijk?

A
1.000.000 °C
B
- 37 K
C
0 K
D
- 270 °C

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een molecuul?
A
Een klein deeltje van een stof.
B
Het kleinste deeltje van een stof met de eigenschappen van die stof.
C
Een onderdeeldeel van een atoom.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

In een vloeistof trekken moleculen elkaar harder aan dan in een vaste stof
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De moleculen van een stof veranderen als de stof smelt
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

fase-overgangen
* Sublimeren is hetzelfde als vervluchtigen.
Denk aan een geurblokje.
*Ook bevriezen genoemd

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Sleep de fase-overgang naar de juiste plek!
rijpen
stollen
verdampen
sublimeren
smelten
condenseren

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Of een voorwerp zinkt, zweeft of drijft hangt af van ...
A
het volume
B
de dichtheid
C
de massa

Slide 18 - Quiz

K/4 Stoffen en materialen
Stof-
eigenschap
geen
stof-
eigenschap
fase
kleur
geur
volume
temperatuur
oplosbaarheid
kook- en smeltpunt
geleiding
dichtheid
oppervlakte

Slide 19 - Drag question

K/4 Stoffen en materialen
Wat wordt bedoeld met de fase van een stof en wat is fase-overgang?

Slide 20 - Open question

K/4 Stoffen en materialen

Fase en faseovergangen
Vast - vloeibaar - gas
Condenseren - verdampen
Smelten - stollen
Sublimeren/vervluchtigen - rijpen
Kook- en smeltpunt
smelten
condenseren
rijpen
vervluchtigen
stollen
verdampen
je maakt waterijsjes in de vriezer
de was hangt buiten in de zon te drogen
wc-blokje geeft een geur af
sneeuw 'verdwijnt' in de zon
een bril beslaat als je een warme kamer binnenkomt
er ontstaan ijsbloemen op het raam

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Tekst
Pictogrammen
corrosief bijtend
giftig
explosief
milieu gevaarlijk
irriterend
brandbaar

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Hoort het bij na of sk?
scheikunde
natuurkunde
voedselbereiding
roesten
verbranding
uitharden van beton
lijmen
carbid schieten
faseover-gangen
versnelling
zwaartekracht

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Het allerkleinste deeltje heet
A
Molecuul
B
Atoom
C
Stof
D
Kelvin

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Het absolute nulpunt =
A
- 273 K
B
273 °C
C
0 °C
D
0 K

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurd er met moleculen als het warmer wordt?
A
Ze bewegen langzamer
B
Ze bewegen sneller
C
Ze worden groter
D
Ze worden kleiner

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Aluminium smelt bij een temperatuur van 933 K. Hoeveel °C is dat?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Quiz Winnaar!?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions